Recap Unit 1

Wat gaan we doen?
In deze LessonUp gaan we de grammatica van unit 1 bij langs

Na elk stukje theorie krijg je oefenvragen. Tijdens de LessonUp mag je ook vragen stellen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
In deze LessonUp gaan we de grammatica van unit 1 bij langs

Na elk stukje theorie krijg je oefenvragen. Tijdens de LessonUp mag je ook vragen stellen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je leren voor de toets?
* Woordjes
* Grammatica:
- Persoonlijke & Bezittelijke Voornaamwoorden
- De vormen van to be (zijn) - am/are/is
- 'zijn' (to be) vragen. Dus vormen van to be in een vraagzin zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke Voornaamwoorden

Deze woorden gebruik je om aan te geven om wie het gaat
I = ik
She = zij
He = hij
It = het
You = jij (enkelvoud) en
 jullie (meervoud)
We = wij
They = zij (meervoud)

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent you?
A
ik
B
u
C
jij
D
jullie

Slide 4 - Quizvraag

wat betekent zij als in die groep daar?
A
she
B
they
C
we
D
he

Slide 5 - Quizvraag

Bezittelijke Voornaamwoorden

Deze woorden gebruik je om aan te geven van wie iets is
mijn = my
jouw = your
zijn = his
haar = hers
van het = its
ons / onze = our
van jullie = your
van hun = them


Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent them?
A
haar
B
van hun
C
van het
D
mijn

Slide 7 - Quizvraag

wat betekent van het?
A
mine
B
our
C
your
D
its

Slide 8 - Quizvraag

wat betekent your?
A
jullie
B
uw
C
jouw
D
van mij

Slide 9 - Quizvraag

Vormen van 'to be' - zijn
Met deze vormen geef je aan dat ik iets ben, zij iets is of wij iets zijn

I am = ben
He/she/it is = is
we/you/they are = zijn

Slide 10 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Wil je met deze vorm een vraag maken dan doe je dat als volgt:
Am I tired? - ben ik moe?
Is she tired? - is zij moe?
Are we tired? - zijn wij moe?

Bij een ontkenning komt er not achter am/are/is te staan
vb. I am not - she is not - we are not

Slide 11 - Tekstslide

Welke vorm van to be moet ik hier gebruiken?
You ........ eating a pineapple
A
am
B
are
C
is

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm van to be moet ik hier gebruiken?
Eva and I ........ in the cinema
A
am
B
are
C
is

Slide 13 - Quizvraag

Een ontkenning (not) komt voor een vorm van to be
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Is dit een juiste zin als het om ontkenning gaat?
I am not happy about it
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In een vraagzin moet je een vorm van to be omdraaien met de persoon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een juiste vraagzin?
I am broke?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat moet je leren voor de toets?
* Woordjes
* Grammatica:
- Persoonlijke & Bezittelijke Voornaamwoorden
- De vormen van to be (zijn) - am/are/is
- 'zijn' (to be) vragen. Dus vormen van to be in een vraagzin zetten.

Slide 18 - Tekstslide