4.4 Toepassingen neerslagreacties deel 2

4.4 Toepassingen neerslag reacties
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.4 Toepassingen neerslag reacties

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Nog een verhoudingsformule oefenen
En een oplosvergelijking
en een neerslag!
Dan zitten we er hopelijk weer lekker in en doen we de derde (en laatste) toepassing van de neerslagreacties

Slide 2 - Tekstslide

Geef de verhoudingsformule van aluminiumoxide. (kijk in SD 8.4d)

Slide 3 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van kaliumsulfide. (kijk in SD 8.4d)

Slide 4 - Open vraag

Geef de vergelijking van de neerslagreactie als je een natriumfluoride-opl. en een magnesiumnitraatopl. samenvoegt.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Toepassing 3: ionen aantonen
Situatie
Je hebt twee potjes met wit zout: bariumnitraat en magnesiumnitraat. Je weet alleen niet meer welk zout in welk potje zit...

Plan van aanpak
Voeg een zoutoplossing toe dat neerslag geeft met één van de twee zouten. Bij samenvoeging weet je aan de hand van je waarneming welk van de zouten in het potje zit.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Een pot magnesiumchloride is mogelijk vervuild met bariumchloride. Welk zout kun je gebruiken om te achterhalen of de pot vervuild is met bariumchloride.
A
natriumfosfaat
B
ammoniumsulfaat
C
lood(II)sulfaat
D
kaliumhydroxide

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
A) fosfaat-ionen geven neerslag met zowel magnesium- als bariumionen
B) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen. Ammoniumsulfaat is een goed oplosbaar zout.
C) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen, maar lood(II)sulfaat is een slecht oplosbaar zout.
D) hydroxide-ionen geven alleen neerslag met magnesium-ionen. Maar je wilt juist de barium-ionen aantonen als ze er zijn, niet de magnesium-ionen.

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijk!
  • Let op dat je altijd alleen met zoutoplossingen werkt. Alleen dan kan er neerslag ontstaan. 

  • Denk eraan dat een zout altijd bestaat uit een positief en een negatief ion. Het is dus niet mogelijk om te zeggen 'voeg chloride toe', maar dit moet 'voeg natriumchloride-oplossing toe' zijn.

Slide 12 - Tekstslide