1. Op welke leeftijd ging jij naar de basisschool? Vond je het daar leuk?
2. Wanneer vind jij iemand een goede meester of juf?
- Als hij of zij streng is
- Als hij of zij duidelijk kan uitleggen
- Als hij of zij voor alle kinderen aandacht heeft
- Als hij of zij vaak de computer gebruikt in de klas
- Als hij of zij veel boeken leest in de klas