3.1 & 3.2 Ordening

Planning
Herhalingsopdracht 3.1 
Korte uitleg 3.2
Opdrachten maken 3.2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
Herhalingsopdracht 3.1 
Korte uitleg 3.2
Opdrachten maken 3.2

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Overeenkomst en verwantschap
  • Wanneer behoort een organismen tot dezelfde soort.
  • De indeling van organismen is gebaseerd op overeenkomst en verwantschap.

Slide 2 - Tekstslide

Op welke 2 dingen delen biologen organismen in?

Slide 3 - Tekstslide

Overeenkomst
Hoe meer overeenkomst(eigenschappen & DNA) twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld. (hoog of laag in de ordeningsladder)

Organismen in hetzelfde rijk hebben minder overeenkomst dan organismen die tot hetzelfde geslacht behoren.
 

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer heb je een soort of een ras?
Wanneer is een organisme een soort?
  • Als ze onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 


Slide 5 - Tekstslide

De Afrikaanse olifant en de Aziatische olifant. Lijken erg op elkaar maar behoren niet tot dezelfde soort! Want....geen vruchtbare nakomelingen.

Slide 6 - Tekstslide

Een lijger kan geboren worden als een tijger en een leeuw samen voortplanten.
Maar een lijger is zelf niet vruchtbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer is het een soort of een ras
Wanneer is een organisme een soort?
  • Als ze onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 
Wanneer is een organisme een ras?
  • Dieren die dezelfde soort zijn en onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: Alle hondenrassen vallen onder 1 soort.

Slide 9 - Tekstslide

Evolutie en verwantschap
Variatie: Binnen een soort kan er verschil zijn tussen de organismen. Bijvoorbeeld kleur (schelpkleur)
Selectie: Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt. De donkere schelpkleur heeft meer kans om te overleven dan de lichte schelpkleur. De donkere kleur neemt toe. 
Evolutie: het verdwijnen, veranderen of ontstaan van (nieuwe) soorten door variatie en selectie.

Slide 10 - Tekstslide

Evolutie en verwantschap
Door de tijd heen ontstaan er verschillende
soorten en sterven er soorten uit. Dit heet
evolutie

Iedereen heeft een gemeenschappelijke
voorouder.

Hoe meer ze verwant zijn, hoe meer DNA
overeenkomt.

  1. Meer verwantschap: meer overeenkomsten in het DNA
  2. Minder verwantschap: minder overeenkomsten in het DNA

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
3.2 Opdracht 1 t/m 7

Slide 12 - Tekstslide