Woensdag thuis

Lucas, nog gefeliciteerd!!!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lucas, nog gefeliciteerd!!!

Slide 1 - Tekstslide

Zoek de juiste tijd bij elke klok
14:30 
vijf uur 
6:45
half 12
12:15

Slide 2 - Sleepvraag

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 3 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?

Slide 4 - Open vraag

TAAL
Vele vonden de lijdende en bedrijvende vorm nog lastig.

Slide 5 - Tekstslide

Lijdende en bedrijvende vorm
  1. De man koopt een computer.
  2. Een computer wordt door de man gekocht.
Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).
Deze zin kun je in de lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Staat deze zin in de lijdende of bedrijvende vorm?
De vrienden spelen het spelletje.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 8 - Quizvraag

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
Wordt dus:
Het spelletje wordt gespeeld door de vrienden. 

Slide 11 - Tekstslide

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin.
Inna ontvangt een prijs.
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
 

Slide 12 - Open vraag

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin.
Ibrahims moeder maakt een stevig ontbijt.
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
 

Slide 13 - Open vraag

Dit moet ik nog even kwijt.

Slide 14 - Open vraag

Hier moeten we het het vrijdag echt nog even over hebben!?

Slide 15 - Open vraag