Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
VWO / HAVO 4 - 13 octobre
Mardi 13 octobre
Place de la Bourse, Bordeaux
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Mardi 13 octobre
Place de la Bourse, Bordeaux
Slide 1 - Tekstslide
Aujourd'hui
Deel 1 - Grammatica herhaling : Le présent, le passé composé, l'imparfait, avoir et être
Deel 2 - Zelfstandig aan de leerdoelen werken
Slide 2 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd
3 groepen : -er, -ir en -re
Hoe vind ik de stam ?
Parler - er = parl
finir - ir = fin
vendre - re = vend
Slide 3 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd - er
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
Je
- e
Je parl
e
Tu
- es
Tu parl
es
Il / Elle / On
- e
Il parl
e
Nous
- ons
Nous parl
ons
Vous
- ez
Vous parl
ez
Ils / Elles
- ent
Elles parl
ent
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal : "We praten"
timer
0:20
A
Nous parlions
B
Nous parlissons
C
Nous parlons
D
Nous parlerons
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal : "Zij eet"
timer
0:20
A
Elle mange
B
Elle mangé
C
Elle mangée
D
Elle mangera
Slide 6 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd - ir
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
Je
- i
Je fin
i
Tu
- is
Tu fin
is
Il / Elle / On
- it
Elle fin
it
Nous
- issons
Nous fin
issons
Vous
- issez
Vous fin
issez
Ils / Elles
- issent
Ils fin
issent
Slide 7 - Tekstslide
Vertaal : "Hij groeit op"
timer
0:20
A
Il grandi
B
Il grandit
C
Il grandissons
D
Il grandissent
Slide 8 - Quizvraag
Vertaal "Ze kiezen"
timer
0:20
A
Ils choisi
B
Ils choisit
C
Ils choisis
D
Ils choisissent
Slide 9 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd - er
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
Je
- s
Je rend
s
Tu
- s
Tu rend
s
Il / Elle / On
/
On rend
Nous
- ons
Nous rend
ons
Vous
- ez
Vous rend
ez
Ils / Elles
- ent
Ils rend
ent
Slide 10 - Tekstslide
Vertaal : "Jij verkoopt"
timer
0:20
A
Tu vend
B
Tu vends
C
Tu vendt
D
Tu vendent
Slide 11 - Quizvraag
Vertaal "Zij verkoopt"
timer
0:20
A
Elle vend
B
Elle vends
C
Elle vendt
D
Elle vendent
Slide 12 - Quizvraag
Passé composé
Le passé composé = tegenwoordige vorm van être / avoir + voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoord :
groep -er : stam +
é
. voorbeeld : mang
é
groep -ir : stam +
i
. voorbeeld : fin
i
groep -re : stam +
u
. voorbeeld : attend
u
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord van "parler" ?
timer
0:20
Slide 14 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van "finir" ?
timer
0:20
Slide 15 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van "attendre" ?
timer
0:20
Slide 16 - Open vraag
Passé composé
Onderwerp
Avoir
Être
Je
ai
suis
Tu
as
es
Il / Elle / On
a
est
Nous
avons
sommes
Vous
avez
êtes
Ils
ont
sont
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat is de correcte zin ?
(Ik ben gebleven)
timer
0:20
A
Je suis resté
B
J'ai resté
C
Je suis rester
D
J'ai rester
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de correcte zin ?
(Ik ben verhuisd)
timer
0:20
A
Je suis déménagé
B
J'ai déménagé
C
Je suis déménager
D
J'ai déménager
Slide 20 - Quizvraag
Passé composé
Let op ! Als je "être" gebruikt, moet je een extra "e" of "s" toevoegen in bepaalde situaties :
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
vrouwelijk enkelvoud
+ e
Elle est tombé
e
mannelijk meervoud
+ s
Ils sont tombé
s
vrouwelijk meervoud
+ es
Elles sont tombé
es
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de correcte zin ?
timer
0:20
A
Elle a mangé
B
Elle a mangés
C
Elle a mangée
D
Elle a mangées
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de correcte zin ?
timer
0:20
A
Julie est monté
B
Julie est montée
C
Julie est montés
D
Julie est montées
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de correcte zin ?
timer
0:20
A
Adrien et Jean sont monté
B
Adrien et Jean sont montée
C
Adrien et Jean sont montés
D
Adrien et Jean sont montées
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de correcte zin ?
timer
0:20
A
Eva et Alicia sont monté
B
Eva et Alicia sont montée
C
Eva et Alicia sont montés
D
Eva et Alicia sont montées
Slide 25 - Quizvraag
Imparfait
Let op !!
Stam is = nous vorm in de présent -ons
Slide 26 - Tekstslide
Wat is de stam van parler voor de imparfait ?
timer
0:20
Slide 27 - Open vraag
Wat is de stam van choisir voor de imparfait ?
timer
0:20
Slide 28 - Open vraag
Wat is de stam van attendre voor
de imparfait ?
timer
0:20
Slide 29 - Open vraag
Imparfait
Let op !!
Stam is = nous vorm in de présent -ons
présent
stam
imparfait
parlons
parl
je parl
ais
finissons
finiss
il finiss
ait
attendons
attend
vous attend
iez
Slide 30 - Tekstslide
Imparfait
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
Je
- ais
Je parl
ais
Tu
- ais
Tu parl
ais
Il / Elle / On
- ait
Elle parl
ait
Nous
- ions
Nous parl
ions
Vous
- iez
Vous parl
iez
Ils / Elles
- aient
Ils parl
aient
Slide 31 - Tekstslide
Vertaal
"Ik rende"
timer
0:20
A
Je courais
B
Je courait
C
Je couraient
D
Je couré
Slide 32 - Quizvraag
Vertaal
"Hij verkocht"
timer
0:20
A
Il vendais
B
Il vendait
C
Il vendaient
D
Il vendé
Slide 33 - Quizvraag
Vertaal
"We eindigde"
timer
0:20
A
Nous finissons
B
Nous finissaient
C
Nous finissez
D
Nous finissions
Slide 34 - Quizvraag
Avoir
Prés.
P-C.
Imp.
Futur
Condi.
Je
ai
ai eu
avais
aurai
aurais
Tu
as
as eu
avais
auras
aurais
Il/Elle
a
a eu
avait
aura
aurait
Nous
avons
avons eu
avions
aurons
aurions
Vous
avez
avez eu
aviez
aurez
auriez
Ils/Elles
ont
ont eu
avaient
auront
auraient
Slide 35 - Tekstslide
Je "avoir" (présent)
Ik heb
timer
0:20
Slide 36 - Open vraag
Nous "avoir" (passé composé)
We hebben gehad
timer
0:20
Slide 37 - Open vraag
Vous "avoir" (imparfait)
Jullie hadden
timer
0:20
Slide 38 - Open vraag
Je "avoir" (futur)
Ik zal hebben
timer
0:20
Slide 39 - Open vraag
Je "avoir" (conditionnel)
Ik zou hebben
timer
0:20
Slide 40 - Open vraag
Être
Prés.
P-C.
Imp.
Futur
Condi.
Je
suis
ai été
étais
serai
serais
Tu
es
as été
étais
seras
serais
Il/Elle
est
a été
était
sera
serait
Nous
sommes
avons été
étions
serons
serions
Vous
êtes
avez été
étiez
serez
seriez
Ils/Elles
sont
ont eté
étaient
seront
seraient
Slide 41 - Tekstslide
Tu "être" (présent)
Je bent
timer
0:20
Slide 42 - Open vraag
Ils "être" (passé composé)
Ze zijn geweest
timer
0:20
Slide 43 - Open vraag
Elle "être" (imparfait)
Zij was
timer
0:20
Slide 44 - Open vraag
Nous "être" (futur)
We zullen zijn
timer
0:20
Slide 45 - Open vraag
Vous "être" (conditionnel)
Jullie zouden zijn
timer
0:20
Slide 46 - Open vraag
Slide 47 - Tekstslide
Deel 2
Zelfstandig aan de leerdoelen met de digitale methode werken.
Als jullie vragen hebben, kunnen jullie deze aan mevrouw Jongen of aan mij stellen!
Slide 48 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
VWO / HAVO 4 - Les 4 temps
Juli 2021
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Diagnostische toets werkwoorden
Mei 2020
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4A werkwoorden en tijden (korte versie)
September 2023
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Klas 2 , passé composé met avoir en être
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
H3C doel 5 (p.c. onregelmatige werkwoorden) + herh regelm. ww
Januari 2023
- Les met
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Eindtoets chapitre 6
Juni 2021
- Les met
49 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ondersteuning-er,avoir,etre,pc 17jan
September 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Passé composé en imparfait v3
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3