Lezen 1 | herhaling argumentatie

Programma + doel
  • Samen weekplanner doornemen
  •  Huiswerk bespreken: opdracht 1
  • Uitleg drogredenen
  • Afsluiten

Doel: Je kunt de verschillende drogredenen benoemen en herkennen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma + doel
  • Samen weekplanner doornemen
  •  Huiswerk bespreken: opdracht 1
  • Uitleg drogredenen
  • Afsluiten

Doel: Je kunt de verschillende drogredenen benoemen en herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Weekplanner doornemen
De weekplanner staat altijd in 'bestanden' in het Team.


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1 - Lezen blok 5
Blz. 222

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
  1. Aanleiding noemen: de PISA-resultaten
  2.  Welvaart betekent niet per se een hogere kwaliteit van het onderwijs.
  3. Nog meer geld garandeert geen hogere kwaliteit.
  4. Demografie (kleine klassen, meer aandacht), ambitie, overal dezelfde taal
  5. a. Zo zit iedereen van hetzelfde niveau bij elkaar. b. De schrijver twijfelt.
  6. Door de prestatiedruk van tijgermoeders en tijgerscholen.
  7. Moeders/scholen die hoge of alleen de beste prestaties eisen.
  8. a. De kinderen in Nederland. c. Ironisch: geen discipline maar de kinderen kunnen dan weer wel naar feestjes of sport.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
  • 9a. Deels wel, kijk maar naar de Oost-Aziatische landen. Deels ook niet, want de V.S. is ook prestatiegericht en haalt alsnog lage scores.
  • 9b. De cultuur bepaalt in beperktere maten dan we denken het resultaat.
  • 10. Nee, ook in landen met lage scores zijn mensen gelukkig.
  • 11. Met cijfers kun je het verband tussen de onderwijs en geluk zien.
  • 12a. PISA-resultaten en andere onderzoeken. b. Cijfers zijn betrouwbaar.
  • 12c. Nee, want er is voor elke mening bewijs te vinden.
  • 13. Onderwijs dat veel wordt geregeld door de overheid.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
  • 14. Meer geld heeft geen effect, je moet geld nuttig gebruiken, Estland doet het goed vanwege de demografie, ambitie en zelfde taal, geluk/cultuur bepalen niet altijd de resultaten.
  • 15. Het Nederlandse onderwijs gaat achteruit, maar het is onduidelijk welke factoren nou precies 'goed onderwijs' bepalen. 
  • 16. E.A.
  • 17. Voor Sander Dekker (toen staatssecretaris onderwijs)
  • 18a. Ja, actueel onderwerp, figuurlijk taalgebruik, duidelijke mening.
  • 18b. De lezer + Sander laten denken over het onderwijs. 

Slide 6 - Tekstslide

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Is dit een goed argument? Waarom wel/niet?

Slide 7 - Open vraag

Drogredenen
= Foute, ongeldige argumenten. Soms gebruikt de schrijver deze expres om de lezer te manipuleren.

Jullie leren 5 soorten drogredenen. -

Slide 8 - Tekstslide

1) Verkeerde vergelijking
Je vergelijkt zaken met elkaar die duidelijk verschillen.

Jongeren in Nederland hebben het zwaar? In Afganistan hebben jongeren het pas zwaar!



Slide 9 - Tekstslide

2) Onjuiste oorzaak-gevolg relatie
De oorzaak leidt niet tot het gevolg dat wordt genoemd (of andersom). 

Veel ouderen krijgen ongelukken met de e-bike, dus de e-bike is ontzettend gevaarlijk.

Waardoor krijgen die ouderen ongelukken? Niet doordat de e-bike ontzettend gevaarlijk is, anders zou iedereen er ongelukken mee krijgen.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3) Cirkelredenering
Je geeft geen argument, maar je herhaalt je standpunt (met wat andere woorden).

Dit zie ik bijvoorbeeld terug bij boekopdrachten:
Ik vind dit een hilarisch boek, want het is zo grappig. 



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

4) Ontduiken van de bewijslast
Je stelt het standpunt voor als iets wat helemaal vanzelfsprekend is, maar je bewijst het niet.

Er moeten kleinere klassen komen. Dat weet toch iedereen?

Of

'Dat is gewoon zo.'

Slide 14 - Tekstslide

5) Beroep op traditie
Je gebruikt een gewoonte uit het verleden als argument.

Jullie moeten de afwas doen, wij deden dat vroeger ook altijd.

of

Natuurlijk moeten leerlingen met pen en papier werken, dat is altijd zo geweest.

Slide 15 - Tekstslide

Welke drogreden herken je hier?

'Het proefwerk Nederlands zal wel makkelijk worden. Het vorige proefwerk was dat namelijk ook.'

Slide 16 - Open vraag

Welke drogreden herken je hier?

'Deze partij is slecht hoor. Geef mij maar één goede reden om op deze mensen te stemmen!'
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Cirkelredenering
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 17 - Quizvraag

Afsluiten
Het huiswerk voor dinsdag is: opdracht 2 - Lezen blok 5

 +Ben je op school deze week? Kies je 4e bovenbouw boek uit!

Slide 18 - Tekstslide