10. Thema 5.5 Geschiedenis van het leven op aarde (2) 16-5

Thema 5:
Erfelijkheid en evolutie
BK Basisstof 4 / KGT Basisstof 5: 
Geschiedenis van het leven op aarde
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 5:
Erfelijkheid en evolutie
BK Basisstof 4 / KGT Basisstof 5: 
Geschiedenis van het leven op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Huiswerk bespreken
Aan de slag § 5.3
Doelen checken
 Huiswerk opgeven

Huiswerk bespreken
Aan de slag § 5.3
Doelen checken
 Huiswerk opgeven

BK
KGT

Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 16 mei
Maken § 5.4: 1-4
+
Nakijken
+
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.4


Maken § 5.5: 1-3
+
Nakijken
+
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.5

BK
KGT

Slide 3 - Tekstslide

Doel: 
  • Je kunt een geologische tijdschaal aflezen.
  • Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer is de aarde ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden

Slide 5 - Quizvraag

Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond

Slide 6 - Quizvraag

Hoe oud zijn de oudste fossielen?
A
Ong. 3 miljard jaar oud
B
Ong. 3,8 miljard jaar oud
C
Ong. 3 miljoen jaar oud
D
Ong. 30 miljard jaar geleden

Slide 7 - Quizvraag

Fossielen
Wat is NIET waar?
A
Versteende overblijfselen van organismen
B
Afdrukken van organismen in gesteenten
C
Er bestaan levende fossielen
D
Fossielen zijn levende fossielen van heel vroeger

Slide 8 - Quizvraag

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

De gevolgen van de inslag van de meteoriet.....
Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht

Slide 10 - Quizvraag

De eerste landplanten verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden. Dit is in
A
het tijdperk Paleozoïcum
B
het tijdperk Perm
C
de periode Perm
D
het tijdperk Mesozoïcum

Slide 11 - Quizvraag

De eerste Insecten maakten hun bloeitijd 300 miljoen jaar geleden door.
Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum

Slide 12 - Quizvraag

Vul in:
1. Sauriërs leefden ........ jaar geleden op aarde.
2. Door .......... stierven ze uit.

A
1) 186 miljard 2) andere organismen
B
1) 186 miljard 2) een groot rotsblok
C
1) 186 miljoen 2) doordat er zoogdieren kwamen
D
1) 186 miljoen. 2) een meteoriet

Slide 13 - Quizvraag

Verwantschap
(betekenis)

Slide 14 - Open vraag

Levensvormen op de juiste volgorde.
Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten - landdieren - mensen.
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren

Slide 15 - Quizvraag

Door welke organismen ontstond het eerste zuurstof in de lucht
A
meercellige organismen
B
eenvoudige levensvormen
C
eencellige organismen
D
bacteriën

Slide 16 - Quizvraag

Maken Thema 1:

Huiswerk 22 mei
Maken § 5.4: af
+
Nakijken
+
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.4


Maken § 5.5: af
+
Nakijken
+
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.5

BK
KGT

Slide 17 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer is de aarde ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden

Slide 20 - Quizvraag

4,5 miljard jaar geleden jaar geleden is de aarde ontstaan

A
4500 miljoen jaar
B
4,5 miljoen jaar
C
45 miljoen jaar
D
45000 miljoen jaar

Slide 21 - Quizvraag

1) 1.000.000 = één miljoen = 1 met 6 nullen
2) 1.000.000.000 = één miljard = 1 met 9 nullen
3) 4.500.000.000 = 4,5 miljard

Wat is waar?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
alleen 1 en 2
D
1,2 en 3 zijn waar

Slide 22 - Quizvraag

De eerste eenvoudige
vormen van leven:
A
dierlijke organismen
B
eencelligen
C
plantaardige organismen
D
schimmels

Slide 23 - Quizvraag

Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond

Slide 24 - Quizvraag

Hoe oud zijn de oudste fossielen?
A
Ong. 3 miljard jaar oud
B
Ong. 1 miljard jaar oud
C
Ong. 3 miljoen jaar oud
D
Ong. 30 miljard jaar geleden

Slide 25 - Quizvraag

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

De gevolgen van de inslag van de meteoriet.....
Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht

Slide 27 - Quizvraag

Mensen leven in het tijdperk ..1...
in de periode ..2..
A
1. Cenozoïcum 2. Kwartair
B
1. Cenozoïcum 2. Tertiair
C
1. Cenozoïcum 2. Holoceen
D
1. Cenozoïcum 2. Pleistoceen

Slide 28 - Quizvraag

De eerste landplanten verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden
A
Tijdperk Paleozoïcum
B
Tijdperk Perm
C
Periode Perm
D
Tijdperk Mesozoïcum

Slide 29 - Quizvraag

De eerste Insecten maakten hun bloeitijd 300 miljoen jaar geleden door.
Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum

Slide 30 - Quizvraag

Varens hebben zich ontwikkeld uit:
A
bruinwieren
B
groenwieren
C
roodwieren
D
naaktzadigen

Slide 31 - Quizvraag

Welke dieren zijn waarschijnlijk eerder ontstaan?
A
neteldieren
B
stekelhuidigen
C
vogels
D
zoogdieren

Slide 32 - Quizvraag


In de afbeelding is in een stamboom weergegeven hoe verschillende groepen roofdieren zich volgens de evolutietheorie hebben ontwikkeld Drie groepen roofdieren zijn: de hondachtigen, de wasbeerachtigen en de zeehonden.
Aan welke van deze groepen zijn de beren het meest verwant volgens de informatie?

A
aan de hondachtigen
B
aan de wasbeerachtigen
C
aan de zeehonden
D
aan de mangoesten

Slide 33 - Quizvraag

Met welke dieren vertonen de geleedpotigen de meeste verwantschap:
weekdieren of gewervelde dieren?
uitleg
Omdat ze met weekdieren minder lang geleden een gemeenschappelijke voorouder hebben gehad. Ontstaan in de oceanen/zeeën 
A
weekdieren
B
gewervelden

Slide 34 - Quizvraag

Tijdschaal: Sleep op volgorde
eerste 
dieren
eerste 
landdieren
heel eenvoudige vorm van leven
eerste 
mensachtige
eerste 
eencellige
planten
eerste 
bacteriën
eerste 
landplanten

Slide 35 - Sleepvraag

Vul in:
1. Sauriërs leefden ........ jaar geleden op aarde.
2. Door .......... stierven ze uit.

A
1) 186 miljard 2) andere organismen
B
1) 186 miljard 2) een groot rotsblok
C
1) 186 miljoen 2) doordat er zoogdieren kwamen
D
1) 186 miljoen 2) een meteoriet

Slide 36 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 37 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 38 - Quizvraag

Stamboom slangen.

Welk soort is uitgestorven?
A
1
B
7
C
4
D
6

Slide 39 - Quizvraag

Stamboom slangen.

Welk soorten hebben giftanden
A
1, 2 en 5
B
1, 2, 3, 4, 6
C
alleen soort 5
D
5 en 6

Slide 40 - Quizvraag

1. Verwantschap :
Soorten hebben een gemeenschappelijke voorouder
2. Geologische tijdschaal:
Weergave van de tijd sinds het ontstaan van de aarde,
onderverdeeld in tijdperken
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 41 - Quizvraag

Het tijdperk
Mesosoïcum begon
A
251 miljard jaar geleden
B
251 miljoen jaar geleden
C
65 miljard jaar geleden
D
65 miljoen jaar geleden

Slide 42 - Quizvraag

Geologie is
A
de leer van de aarde
B
de leer van het leven
C
de leer van alle organismen
D
de leer van het sterrenstelsel

Slide 43 - Quizvraag

Levensvormen op de juiste volgorde.
Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten - landdieren - mensen
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren

Slide 44 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van eenvoudige levensvormen?
A
eencellig en levend in het water
B
meercellig en levend in het water
C
eencellig en levend op het land
D
meercellig en levend op het land

Slide 45 - Quizvraag


Levensvormen in volgorde van ontstaan van oudste naar jongste.
A
2 - 5 - 4 - 3
B
1 - 6 - 3 - 7
C
3 - 1 - 6 - 4
D
1 - 3 - 2 - 7

Slide 46 - Quizvraag


Levensvormen in volgorde van ontstaan van oudste naar jongste.
A
4 - 7 - 2 - 5
B
3 - 1 - 2 - 7
C
2 - 4 - 5 - 7
D
7 - 4 - 5 - 2

Slide 47 - Quizvraag

Door welke organismen ontstond het eerste zuurstof in de lucht
A
meercellige organismen
B
eenvoudige levensvormen
C
eencellige organismen
D
bacteriën

Slide 48 - Quizvraag

Welke is/zijn juist?
1. Cebochoerus is de voorouder van alle varkensachtigen.
2. Het wild zwijn is meer verwant aan het hertzwijn dan aan het gewoon wrattenzwijn.
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 : waar 2: niet waar
D
1: niet waar 2: waar

Slide 49 - Quizvraag



Geef de naam van het tijdperk waarin Microstonyx is uitgestorven.
Toen de aardkorst voldoende was afgekoeld, ontstond de oerzee. Allerlei stoffen mengden zich in het water.     3 Miljard jaar geleden kwam er leven in de oceanen / zeeën. Het bestond maar uit 1 cel, later ontstonden meercelligen. Het leven groeide uit tot miljoenen verschillende levensvormen.
A
Mioceen
B
Plioceen
C
Heloceen
D
Pleistoceen

Slide 50 - Quizvraag

Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep volgens de gegevens in de stamboom?
A
35 miljoen jaar geleden
B
37 miljoen jaar geleden
C
43 miljoen jaar geleden
D
25 miljoen jaar geleden

Slide 51 - Quizvraag



Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?

A
de chimpansees
B
de gibbons
C
de halfapen
D
aan de apen van de oude wereld

Slide 52 - Quizvraag

Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde,
hoe ..... vul in ...... de soorten verwant zijn.
A
minder
B
meer
C
meer of minder
D
dat weet je niet

Slide 53 - Quizvraag