Etiketten lezen

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je
- informatie op etiketten lezen
-  Informatie op etiketten uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Naam product 
en inhoud
Naam van het product

Inhoud van het product

Slide 3 - Tekstslide

Ingrediënten
Ingrediënten= waar het product van gemaakt is.
Het ingrediënt dat er het meest in zit, staat vooraan. het ingrediënt dat er het minst inzit staat achteraan. Zo weet je waarvan het gemaakt is.


Voedingswaarden
Aan de voedingswaarde zie je hoeveel calorieën (Kcal) en voedingsstoffen erin zitten.

Slide 4 - Tekstslide

De fabrikant
Dan weet je waar je terechtkunt als je een vraag of een klacht hebt.

Bereidingswijze
Hoe je het moet klaarmaken.

Slide 5 - Tekstslide

Op een etiket staat:
Bewaarvoorschrift
Soms staat op het etiket hoe je het levensmiddel het best kunt bewaren. Bijvoorbeeld: koel en droog bewaren.

Slide 6 - Tekstslide

Houdsbaarheidsdatum
TGT: te gebruiken tot
- staat op verse producten
- na deze datum mag je het product niet meer gebruiken. Het kan vedorven zijn.

THT: ten minste houdbaar tot
- staat op langer houdbare producten
- na de THT-datum is het product vaak minder lekker

Slide 7 - Tekstslide

Voedingswaarde
  • Voedingswaarde worden uitgedrukt in KJ Kilojoule en Kcal Kilocalorieën per 100 gram
  • Je kan lezen welke voedingsstoffen erin het product zitten

Slide 8 - Tekstslide

E-nummers

Slide 9 - Tekstslide

Op het etiket staan ook allergenen
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe moet je een verpakking weggooien


Op de verpakking kan ook staan hoe je een verpakking moet weggooien.
Uit sommige producten kunnen weer nieuwe producten gemaakt worden. Dit heet recyclen

Slide 11 - Tekstslide

 Praktijkopdracht 
Je gaat nu oefenen met het lezen van een etiket.
Je krijgt 3 verpakkingen.
Beantwoord de vragen op het formulier. Je mag dit samen doen. Vul het serieus in, doe de quiz en win wat lekkers!

 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn allergenen?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekend bewaarvoorschrift?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekend THT-datum?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekend TGT-datum?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekend voedingswaarde?

Slide 17 - Open vraag