Spelling kofschip

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Spelling

Werkwoord in de verleden tijd

Lesdoel:

Werkwoorden in de verleden tijd zetten

Hoe zat het ook alweer=

- Wat is de stam? Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

 

gelovde

strevde

razde

bevde

strevde

vrezde

blozde

belevde

Even oefenen!

Razen

Stap 1: razen - en = raz

Stap 2: Wat is de laatste letter? -> Z 

Stap 3: Zit de Z in het 't ex kofschip? Nee

dus.....

d!

Stap 4: Wat schrijf ik op? Stam + de(n) --> raasde(n)

Ik 'lachen' vorige week heel hard samen met mijn beste vriendin.

1. lachte
2. lachde
3. lachten
4. lachden

De meisjes 'durven' het op te nemen tegen de jongens.

1. durfde
2. durvde
3. durfte
4. durfden

Tom 'zeuren' bij zijn moeder om een koekje.

1. zeurde
2. zeurden
3. zeurt
4. zeurten

Pien en Daan 'vervelen' zich tijdens de les van vorige week maandag.

1. verveelten
2. verveelte
3. verveelde
4. verveelden

Gisteren 'proberen' we de spellingsles goed te maken.

1. probeerte
2. probeerde
3. probeerden
4. probeerten

Wat gaan je doen nu?

- Verder met Spelling Blok 4, Week 1, Les 2 met twee plusjes.

- weektaak afmaken

- Aandacht voor Rekenen

Taal

Taal

- Leg je taalwerkboek gesloten op tafel.

- Zorg voor een pen of potlood. Deze ligt op je tafel.

uitvinden

Taal

- We werken vandaag aan opdracht 1 t/m 4.

- We starten met opdracht 1 + 2 tot de timer afloopt.

- Daarna maken we opdracht 3 + 4, tot de timer afloopt.

- Ben je eerder klaar? Dan maak je opdracht 5 of ga je verder aan je weektaak of werkpakketten?