Les 2, 10.1 deel 2

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan wij vandaag doen?

  • Uitleg Menstruatiecyclus
  • Uitleg Voorbehoedsmiddelen
  • Aan de slag met opdrachten
  •  Oude examens oefenen 10.1
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

  • 10.1 Je weet welke belangrijke gebeurtenissen er in de menstruatiecyclus gebeuren, in welke volgorde en kan deze op de juiste plaats in een kalender plaatsen.
  • 10.1 Je kunt enkele voorbeelden geven van voorbehoedsmiddelen en hoe deze zwangerschap voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het rijpen van de eicel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voorkom je een zwangerscshap?

Via voorbehoedsmiddelen.
Een goed voorbehoedsmiddel voldoet aan drie eisen:
1. Het voorkomt een zwangerschap
2. Het is gemakkelijk te gebruiken
3. Het is niet schadelijk voor de gezondheid 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen
Een voorbehoedsmiddel gebruik je om zwangerschap en eventuele soa's te voorkomen. 

Een ander woord voor voorbehoedsmiddelen zijn anticonceptiemiddelen

Anticonceptie betekent: voorkomen van bevruchting, het gaat hier over de zwangerschap.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen
Betrouwbare voorbehoedsmiddelen:


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten voorbehoedsmiddelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor menstruatie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de baarmoederwand wanneer een vrouw zwanger is?
A
Wordt dunner.
B
Wordt dikker en blijft zitten
C
Blijft gelijk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vind meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een foto van een betrouwbaar voorbehoedsmiddel

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaar
Niet betrouwbaar
Welk voorbehoedsmiddel is betrouwbaar?
Condoom
Vrouwencondoom
Periodieke onthouding
De pil
Coïtus interruptus
Nuva-ring

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen beschermen je tegen SOA's
A
Alle
B
Sommige
C
Geen enkele

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de beschrijving naar het juiste voorbehoedsmiddel.
Wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst.
De vrouwelijke versie van het condoom.
Brengt de vrouw zelf in en werkt drie weken.
Past rond de baarmoedermond.
Meest permanente voorbehoedsmiddel

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Vrouwen condoom
B
Nuvaring
C
Mannen condoom
D
Hormoon staafje

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Spiraaltje
B
Hormoonstaafje
C
Prikpil
D
Sterilisatie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbehoedsmiddel is niet meer terug te draaien?
A
Coitus interuptus
B
Sterilisatie
C
Prikpil
D
Hormoonstaafje

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar?
(Willen jullie meer leren over voorbehoedsmiddelen? 
Ga dan naar de extra les "Voorbehoedsmiddelen!")
prikpil
condoom
spiraaltje
de pil

Slide 36 - Sleepvraag

Extra les: Voorbehoedsmiddelen.
Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbehoedsmiddel is dit?
A
prikpil
B
hormoonstaafje
C
spiraaltje
D
nuvaring

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1) Alle voorbehoedsmiddelen beschermen tegen een SOA
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat nu de examenvragen maken, succes!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor het leerdoel 3 en 4(10.1).

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies