Woordraadstrategieen

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je leesboek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Drie op de tien Tielenaren stemt PVV

Ook in Tiel is, niet verrassend, de PVV van Geert Wilders veruit de populairste partij bij de Tweede Kamerverkiezingen van gisteren. Bijna eenderde (30,2 procent) van alle opgekomen kiezers heeft PVV gestemd.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je leesboek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Drie op de tien Tielenaren stemt PVV

Ook in Tiel is, niet verrassend, de PVV van Geert Wilders veruit de populairste partij bij de Tweede Kamerverkiezingen van gisteren. Bijna eenderde (30,2 procent) van alle opgekomen kiezers heeft PVV gestemd.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slimme strategieën om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën
Doel van deze lessen:
  1. Aan het eind van de les kan je de verschillende woordraadstrategieën benoemen en deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem;
  • omschrijving;
  • voorbeeld;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over woordraadstrategieën in het Nederlands?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn woordraadstrategieën?
Woordraadstrategieën zijn technieken die je helpen om onbekende woorden te begrijpen op basis van context, voorkennis en woordstructuur.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het filmpje over woordraadstrategieën. Maak zo nodig aantekeningen (handig voor de voorbereiding op het examen).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Contextuele aanwijzingen
Lees de zin of alinea die in de buurt van het moeilijke woord staat en kijk naar woorden die je al kent. Misschien kunnen die woorden je helpen de betekenis van het onbekende woord te begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis gebruiken
Gebruik je voorkennis over het onderwerp om te raden wat het onbekende woord zou kunnen betekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordstructuur analyseren
Bekijk de delen van het woord, zoals voorvoegsels, achtervoegsels, bekend woorddeel, om de betekenis te achterhalen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synoniemen en tegenstellingen
Zoek naar synoniemen of tegenstellingen van het onbekende woord om de betekenis te achterhalen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën
Welke strategie pas jij toe in de volgende zinnen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Wat leuk dat ik jou hier aantref! Ik had nooit gedacht dat ik jou ooit in deze kroeg zou vinden!"

'aantref'
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
synoniem

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij is vastberaden om zich aan te melden voor de opleiding tot schoonheidsspecialist, maar gisteren twijfelde ze nog.

'vastberaden'
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
synoniem

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe leerling introduceerde zichzelf. Zo liet ze een foto van haar gezin zien, ze vertelde waar ze woonde en wat haar hobby's waren.

'introduceerde'
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
bekend woorddeel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1: Contextuele aanwijzingen
Lees de volgende zin: 'Hij pakte zijn regenscherm en rende naar buiten, omdat het begon te regenen.' Wat is de betekenis van het woord 'regenscherm' in deze zin?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2: Voorkennis gebruiken
Stel je voor dat je een boek leest over ruimtereizen. Wat zou het woord 'astronaut' kunnen betekenen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 3: Woordstructuur analyseren
Bekijk het woord 'onleesbaar'. Wat kun je zeggen over de betekenis van dit woord op basis van de woordstructuur?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 4: Synoniemen en tegenstellingen
Bedenk een synoniem voor het woord 'vrolijk' en een tegenstelling van het woord 'donker'.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen van woordraadstrategieën
Nu je verschillende woordraadstrategieën hebt geleerd, ga je een tekst lezen en de betekenis van onbekende woorden achterhalen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst maken

Iedereen krijgt een mapje met blaadjes.
Opdracht 1– LEKKER LEZEN!
• Blader de krant door, bepaal zelf wat je wilt gaan lezen.
• Ga lekker lezen.
• Onderstreep (moeilijke) woorden waarvan je de betekenis niet weet.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Opdracht 2 Kies twee ‘moeilijke’ woorden ‘waar je wel iets in ziet’. 
Deze woorden ga je opnemen in je eigen ‘woordenlijst’: een lijst met moeilijke woorden met hun betekenis. Daarbij werk je op de volgende manier:
  1. • Maak bij deze woorden een brainstormweb (zie volgende dia).
  2. • Kijk daarbij ook naar de zin waar het woord in staat en de tekst eromheen.
  3. Verzin nu zelf een voorlopige betekenis van het woord (een definitie). Je mag hierbij het woordenboek nog niet gebruiken.
  4. Zoek vervolgens de omschrijving in het woordenboek op en vul zo nodig je eigen omschrijving aan.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brainstormweb

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
• Noteer (minimaal vijf) woorden die je niet kent en die je in je woordenlijst wilt opnemen.
• Noteer bij deze woorden de betekenis.
• Probeer daarbij eerst zelf de betekenis te bepalen door gebruik te maken van de tekst waarin het woord staat en door eigen associaties.
• Verbeter zo nodig je eigen omschrijving met behulp van de omschrijving uit het woordenboek.
• Uiteindelijk moet je een lijst krijgen van minimaal dertig woorden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4a
Opdracht 4A: Aan deze opdracht werk je met z’n tweeën.
• Zoek een medeleerling met wie je woorden gaat uitwisselen.
• Ruil de woordenlijsten.
• Selecteer minimaal vijf woorden van je partner die je gaat opnemen in je eigen lijst. Noteer de woorden en de omschrijvingen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4b
Samen hebben jullie nu 10 dezelfde woorden in jullie woordenlijsten. Met deze 10 woorden gaan jullie een oefening moeilijke woorden maken. Werk daarbij op de volgende manier:
• Bekijk eerst een oefening met moeilijke woorden in je boek (blz. ..........., opdracht ...).
• Noteer nu de tien moeilijke woorden op een blaadje.
• Met zeven van de tien woorden gaan jullie een zin maken. Selecteer nu eerst de 7 woorden waarmee jullie zinnen gaan maken.
• Maak nu zeven zinnen.
 Let op: de betekenis van het woord moet blijken uit de zin.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de volgende opdrachten: ga naar de volgende dia.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat vond je het meest nuttig aan deze les? Welke woordraadstrategieën ga je in de toekomst vaker gebruiken?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf een korte tekst waarin je minimaal drie woordraadstrategieën gebruikt om de betekenis van onbekende woorden te achterhalen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 4Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 30-35, opdracht 1 t/m 11.
Blz. 70-75, opdracht 1 t/m 12.
Blz. 110-115, opdracht 1 t/m 10.
Blz. 150-155, opdracht 1 t/m 9.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 4Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 24-27, opdracht 1 t/m 7.
Blz. 50-53, opdracht 1 t/m 6.
Blz. 76-79, opdracht 1 t/m 6.
Blz. 102-105, opdracht 1 t/m 6.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Blz. 30, opdr. 1.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 36 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 2

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 1

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 3

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijke woorden in de tekst
oh ja... die 5 woordraadstrategieën... 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies