In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Globalisering.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is Globalisering?
Slide 2 - Open vraag
Globalisering:
Globalisering is de uitwisseling van goederen , geld, mensen, geld en informatie tussen landen.
Slide 3 - Tekstslide
Sector.
In globalisering heb je sectoren: De primaire sector, Secundaire sector en tertiare sector.
Slide 4 - Tekstslide
Primaire Sector.
De primaire sector is landbouw, visserij en bijvoorbeeld delfstoffen verzamelen. Conclusie Primaire sector is alles wat uit de natuur wordt gehaald.
Slide 5 - Tekstslide
Secundaire sector.
Secundaire sector is alles wat in de industrie gebeurd, het maken van stoelen in de fabriek. Waarvan het hout van de stoel weer uit de primaire sector komt.
Slide 6 - Tekstslide
Tertiaire sector.
Tertiaire sector zijn de bedrijven die diensten verlenen, denk terug aan die stoel die stoel is uit de primaire sector gehaald (hout). Daarna in de fabriek gemaakt tot stoel (secundaire sector) nu verkoopt de ikea deze stoel (tertiaire sector).
Slide 7 - Tekstslide
De bakker maakt deeg van brood. Welke sector is dit?
A
Tertiaire sector
B
Secundaire sector
C
Komt niet uit natuur dus niks.
D
primaire sector
Slide 8 - Quizvraag
Tekst
Primaire sector
tertiaire sector
Secundaire sector
Slide 9 - Sleepvraag
Natuurlandschap.
Een natuurlandschap is een landschap dat niet aangeraakt is door mensen denk een bos.
Slide 10 - Tekstslide
Ingerichtlandschap
ingerichtlandschap is een landschap dat bewerkt is door mensen er zijn bijvoorbeeld fabrieken en huizen op geplaatst om te kunnen leven op deze aardbol.
Slide 11 - Tekstslide
Absolute Afstand
Absolute afstand is de afstand tussen twee punten in een rechte lijn.
Slide 12 - Tekstslide
Relatieve afstand
Relatieve afstand is de afstand tussen 2 punten die je meet in reistijd.
Slide 13 - Tekstslide
Morgen gaat johan naar china zijn reis duurt 60 uur, welke bron past hierbij.
A
Geen bron
B
Relatieve afstand
C
dienstsector
D
absolute afstand
Slide 14 - Quizvraag
Import:
Import is het aantal producten dat Nederland van andere landen binnen haalt. Bijvoorbeeld Nederland koopt bier van Duitsland dat is import.
Slide 15 - Tekstslide
Export:
Export is producten die Nederland verkoopt aan andere landen. Bijvoorbeeld Nederland verkoopt kaas aan Italië dat is Export.
Slide 16 - Tekstslide
Industrie:
In de industrie worden goederen met behulp van machines in een fabriek gemaakt.
Slide 17 - Tekstslide
Massa Productie:
Er ontstaat Massa productie als er in een fabriek veel van één zelfde product wordt gemaakt. Dat was veel in de eerste wereldoorlog toen er veel kogels werden gemaakt.
Slide 18 - Tekstslide
Industriele revolutie
De industriele revolutie starte in de 18e eeuw toen er in Engeland fabrieken begonnen te ontstaan.
Slide 19 - Tekstslide
Wat weet je van zware industrie?
Slide 20 - Open vraag
Zware Industrie
Industrie bestaat al, maar zware industrie is als bedrijven zware grondstoffen gaan gebruiken zoals steenkool en hoogovens.
Slide 21 - Tekstslide
Halffabricaten
veel van hun producten zijn halffabricaten maar wat zijn halffabricaten: Halffabricaten zijn een grondstof die bewerkt is maar nog niet klaar is voor een eindfabricant.
Slide 22 - Tekstslide
grondstoffen.
Grondstoffen zijn producten die uit de grond worden gehaald. Denk aan steenkool, ijzererts en ruwe olie.
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen Ambacht en Industrie.
Slide 24 - Open vraag
Ambacht en Industrie
Bij ambacht word er gebruik gemaakt van kleine gereedschappen en zijn er bij een bedrijf mensen aan het werk.
Bij industrie wordt het meeste werk gedaan door machines, er zijn weinig mensen. En er is vaak massaproductie.
Slide 25 - Tekstslide
Lichte industrie
Lichte industrie zijn bedrijven die weinig tot geen grondstoffen gebruiken, maar wel veel halffabricaten.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
01:28
Wat is toerisme?
A
Reizen naar een bepaald land of gebied voor een beroep of voor vakantie
B
Iemand die daar woont en naar een plaats gaat in dat zelfde land.
C
Iemand die met zijn gezin naar het park gaat en daar mensen tegen komt uit een ander land.
D
Iemand die met zijn gezin naar het zwembad gaat.
Slide 28 - Quizvraag
Hubs en spokes.
Hubs en spokes zijn verbindingen van een grote luchthave (De hub) met een groot aantal kleinere luchthavens (de spokes) Via de hub worden reizigers en vracht verder vervoert.
Slide 29 - Tekstslide
Mainports.
Knooppunt in transportroutes tussen wereld delen / landen.
Slide 30 - Tekstslide
Wat zijn de mainports van Nederland?
A
Schiphol
B
De afsluitdijk.
C
Haven van Rotterdam
D
Rotterdam
Slide 31 - Quizvraag
Eurozone.
De eurozone is het aantal lidstaten van De EU die gebruik maken van de Euro.
Slide 32 - Tekstslide
landen die gebruik maken van de Euro
A
China
B
Slovenië
C
Oostenrijk
D
Nederland
Slide 33 - Quizvraag
Welk land heeft in de EU gezeten maar nooit in de eurozone?
A
Engeland
B
Nederland
C
China
D
Turkije
Slide 34 - Quizvraag
Cultuur
Alles wat je hebt aangeleerd in je land, stad of provincie.
Slide 35 - Tekstslide
Multinational
een multinational is een bedrijf dat vestigingen heeft in verschillende landen. Zoals de Action.
Slide 36 - Tekstslide
Infrastructuur.
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
Slide 37 - Tekstslide
BRIC landen.
De BRIC-landen zijn de landen waarvan de economie na 2000 snel groeide. Het gaat om de landen Brazilië, Rusland, India en China
Slide 38 - Tekstslide
Landbouw
Landbouw is het houden van dieren of het verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik. Gewassen groep van dezelfde soort planten. Er zijn 3 vormen: Akkerbouw, Veeteelt en Bosbouw.
Slide 39 - Tekstslide
Akkerbouw.
Het verbouwen van voedselgewassen en niet-eetbare gewassen op stukken grond 'akkers'
Slide 40 - Tekstslide
Tuinbouw
Tuinbouw is een vorm van akkerbouw, maar dan met speciale tuinbouwgewassen, zoals, groente, fruit en bloemen.
Slide 41 - Tekstslide
Veeteelt.
Veeteelt is het houden van dieren voor bepaalde producten (vlees, melk, eieren, wol en huiden.
Slide 42 - Tekstslide
Bosbouw.
Bosbouw is het kweken van bomen. Meestal gaat het om de productie van hout.
Slide 43 - Tekstslide
Bruto Nationaal Product
Het bruto binnenlands product (bbp) is het totaal van de geproduceerde goederen en diensten in een land. Dus alles wat de mensen in het land bij elkaar verdiend hebben.
Slide 44 - Tekstslide
Afsluiter, WAT IS GLOBALISERING?
Slide 45 - Open vraag
Wat is BNP
Slide 46 - Open vraag
Wat is Akkerbouw
Slide 47 - Open vraag
Zoek een foto van infrastructuur :)
Slide 48 - Open vraag
Zoek een foto van het begrip 'ambacht'
Slide 49 - Open vraag
Dit was het kind.
Leef je nog of slaap je, in iedereen geval het lukt je morgen wel. En lees dit gwn een paar keer door. Zo veel is het niet en dan weet je wel alle info :)