9.3 energie vervoeren + transformator

hst 9.3 energie vervoeren transformator
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 9.3 energie vervoeren transformator

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe elektriciteit voor het elektriciteitsnet wordt opgewekt en hoe het wordt getransporteerd.
  • Je kunt de onderdelen van een transformator benoemen.
  • Je kunt de werking van een transformator uitleggen.
  • Je kunt aan de hand van de verhoudingen in het aantal windingen de spanningsverhoging of spanningsverlaging door een transformator berekenen.
  • Je kunt een ideale transformator beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

energie opwekken in een energiecentrale
1.) In energiecentrales worden fossiele brandstoffen (steenkool of aardgas) verbrand om water te verhitten tot stoom. 
2.) Deze stoom zorgt voor een hoge druk die vervolgens een stoomturbine laat draaien. 
3.) Deze stoomturbine zit vast aan een generator (soort grote dynamo) waarin elektrische (wissel)spanning wordt opgewekt. Deze wisselspanning is tussen de 10.000-20.000V.
Deze spanning moet naar huishoudens en bedrijven worden vervoerd. Hoe hoger de spanning, des te minder energieverlies er optreed. om deze reden moet deze spanning omhoog worden getransformeerd naar 400.000V.
4.) spanning wordt met behulp van een transformator verhoogd van 10.000 a 20.000V naar 400.000V. Deze spanning wordt hoogspanning genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

transformator

Slide 4 - Tekstslide

transformator
Een transformator is een apparaatje dat het voltage van wisselspanning kan verhogen of verlagen. 

Een transformator bestaat uit een weekijzeren kern, een primaire en een secundaire spoel.

Bij energiecentrales wordt de opgewekte wisselspanning van 10.000 a 20.000V met behulp van een transformator verhoogt tot een hoogspanning van 400.000V.  Bij verdeelstations wordt deze hoogspanning weer omlaag gebracht tot 10.000V en vervolgens in transformatorenhuisjes in woonwijken wordt de spanning weer omlaag gebracht tot netspanning (230V).

Slide 5 - Tekstslide

werking transformator
  1.  Wanneer men een wisselspanning aan sluit op de uiteinden van de primaire spoel, dan loopt er een wisselstroom door de spoel en wordt de primaire spoel afwisselend wel/niet magnetisch.
  2. De weekijzeren kern neemt dit wisselende magneetveld over. 
  3. De wijkijzeren kern loopt door zowel de primaire spoel als de secundaire spoel. Er ontstaat dus ook in de secundaire spoel  een magneetveld. Hierdoor wordt er een wisselspanning opgewekt in de secundaire spoel en gaat er een wisselstroom lopen door de secundaire spoel.

    Spanning is een maat voor de energie die geleverd wordt. Energie gaat niet verloren, dus in theorie komt de elektrische energie die in de primaire spoel wordt opgenomen in de secundaire spoel weer vrij. 

Slide 6 - Tekstslide

omhoog/omlaag transformeren
Het aantal wikkelingen van de spoel bepaald de hoogte van de spanning.

veel wikkelingen = hoge spanning (lage stroom)
weinig wikkelingen = lage spanning (hoge stroom)

spanning wordt omlaag getransformeerd (Up > Us):
wanneer de primaire spoel meer windingen heeft dan de secundaire spoel (Np > Ns)

spanning wordt omhoog getransformeerd (Us > Up):
wanneer de secundaire spoel meer windingen heeft dan de primaire spoel (Ns > Np)

Slide 7 - Tekstslide

formule transformator

Up = primaire spanning 
Us = secundaire spanning
Np = aantal wikkelingen van de primaire spoel
Ns = aantal wikkelingen van de secundaire spoel


Up x Ns = Us x Np
(Us)(Up)=(Ns)(Np)

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeldsom
Een deurbel sluit je aan op netspanning (230V), dit is de opgenomen spanning in de primaire stroomkring. Echter is de opgenomen spanning veel te hoog voor een deurbel om goed op te kunnen werken. Er wordt gebruik gemaakt van een transformator om de spanning omlaag te transformeren. de transformator heeft een primaire spoel met 350 wikkelingen. de secundaire spoel heeft 15 wikkelingen. 

Bereken de spanning waarop de deurbel werkt.

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeldsom
Een lasapparaat wordt aangesloten op een stopcontact (230V). De transformator in de adapter van het lasapparaat heeft een primaire spoel met 240 wikkelingen. De secundaire spoel heeft 50 wikkelingen.  De stroomsterkte in de secundaire stroomkring is 1,7A

A.) Bereken de secundaire spanning
B.) Bereken de primaire stroomsterkte.

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeldvragen uit oude examens

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Opgewekte spanning in energiecentrales wordt verhoogt voordat het vervoert wordt met behulp van ...
A
een generator
B
een stoomturbine
C
een transformator
D
een adapter

Slide 24 - Quizvraag

Een transformator heeft een primaire spoel met 1500 wikkelingen en een secundaire spoel met 200 wikkelingen. De secundaire spanning is 24V. Bereken de primaire spanning. rond indien nodig af op een heel getal. geen eenheid noteren!

Slide 25 - Open vraag

Een telefoon wordt met een adapter aangesloten op het lichtnet (230V) om op te laden. De spanning die door de telefoon via de secundaire spoel wordt opgenomen is 5,7V. De secundaire spoel heeft 5 wikkelingen. Hoeveel windingen heeft de secundaire spoel.

Slide 26 - Open vraag

Een deurbel wordt aangesloten op het lichtnet (230V). De primaire spoel heeft 180 wikkelingen. De secundaire spoel heeft 8 wikkelingen. De stroomsterkte in de primaire stroomkring is 3,4A. Bereken de stroomsterkte in de secundaire stroomkring. (bereken eerst de secundaire spanning) noteer alleen het getal, geen eenheid. rond indien nodig af op 1 decimaal.

Slide 27 - Open vraag