AFP 3.2.12 Luchtwegen

3.2.12 Luchtwegen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.2.12 Luchtwegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het eind van deze les:
- ken je de anatomie van de longen
- weet je hoe de longen werken
- ken je veelvoorkomende longaandoeningen
- ken je de medicatie die bij longaandoeningen gebruikt kunnen worden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De longen
Wat weet je nog?
Schrijf op of teken hoe de longen werken, gebruik de volgende woorden:
bronchus
alveoli
trachea
bronchioli


diafragma
pleura

Slide 3 - Tekstslide

bronchus = luchtpijp vertakking (grote)
alveoli = longblaasjes
trachea = luchtpijp
bronchioli = kleine vertakkingen
diafragma - middenrif
pleura= longvlies
Ademhaling
Onder ademhalen verstaan we:


Het proces van in- en uitademing waarbij zuurstof wordt opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neusholte
Filteren van de inademingslucht (trilhaartjes)
Verwarming/koeling van de inademingslucht (neusschelpen)
Bevochtigen van de inademingslucht (neusschelpen, groot oppervlak slijmvlies)
                         -> dit zijn de klimatiserende functies

Waarschuwingsfunctie (reuk)


Slide 5 - Tekstslide

ademhaling via de mond, wanner er extra veel zuurstof nodig is
Strottenhoofd (Larynx)
Zit tussen de keelholte en de luchtpijp waar ademhalingsstelsel en spijsverteringsstelsel splitsen.
Functies:
-Het voorkomt dat het voedsel tijdens het slikken in de luchtpijp terecht komt.
-Het vormt de stem.


Slide 6 - Tekstslide

Het strotklepje (epiglottis): sluit bij slikken om te voorkomen dat voedsel in de luchtpijp terecht komt.
De luchtpijp (trachea)
De luchtpijp ligt voor de slokdarm


De luchtpijp splitst zich ter hoogte van de 5de borstwervel in twee grote takken: de luchtpijptakken (hoofdbronchi).
De wand van de luchtpijp bestaat uit: hoefijzervormige kraakbeenringen die de luchtpijp openhouden.


Slide 7 - Tekstslide

Vormt verbinding tussen het strottenhoofd en de longen.
Aan de binnenzijde bekleedt met slijmvlies en trilhaarepitheel. Functie: transporteren van slijm (sputum) met daarin opgenomen stofdeeltjes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beide luchtpijpvertakkingen vertakken zich in de longen. (bronchi)
Hoe fijner de bronchiën, hoe minder kraakbeen zich in de wand bevindt.
De kleinste vertakkingen (zonder kraakbeen!) heten bronchioli of longtrechtertjes.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De longblaasjes (Alveoli)
Aan het einde van de bronchioli zitten de longblaasjes (alveoli)
De alveoli zitten als druiven aan een druiventros aan de luchtpijpvertakkingen vast.
De alveoli zijn omgeven door een fijn haarvatennet.
In de alveoli vindt de gaswisseling plaats.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longvliezen 
De longen zijn aan de buitenzijde bekleed met een glad vlies: het longvlies. Dit vlies gaat over in het borstvlies (hiermee is de borstholte aan de binnenzijde helemaal bekleed).
Tussen de beide pleurabladen bevindt zich een smalle ruimte: de pleuraholte
De pleuraholte is gevuld met pleuravocht, hierdoor kunnen de vliezen soepel bewegen ten opzichte van elkaar

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling
Inspiratie en expiratie
Ademhalingsspieren en hulpademhalingsspieren
Aanspanning middenrif, deze wordt plat. Longen worden naar beneden gezogen, drukverschil zuigt lucht in de longen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie van zuurstof en koolstofdioxide 

Alle levende wezens halen hun energie uit het inwendig verbranden (dus met zuurstof reageren) van organische stoffen.
Daarbij ontstaat dus CO2 die als afvalproduct wordt uitgeademd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Hoge concentratie in longblaasje, lage in bloedplasma
Lucht wordt in longblaasjes voortdurende ververst, dus eerst zuurstof naar haarvat

Diffusie is de natuurlijke neiging van deeltjes zich gelijkelijk over een ruimte te verdelen, of anders gezegd de beweging van deeltjes van een plaats met hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie.

Pathologie
Bronchitis
Pneumonie

Hoe leg je aan een patiënt uit wat er aan de hand is en wat de behandeling is? 

Slide 17 - Tekstslide

Zie info in schema longziekten antwoordmodel
Tubercolose
Beruchte bacteriële infectieziekte ‘tbc’
‘open tbc’-> patiënt is besmettelijk voor anderen
Vooral in het begin zijn klachten vaag (vermoeidheid, koorts, bloed ophoesten, nachtzweten, vermagering)
Langdurig veel medicatie
Mantouxprik
BCG-vaccinatie 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Een prikkelhoest ontstaat door andere, soms moeilijk op te sporen prikkels. Deze hoest kan als het nodig is, bestreden worden. Prikkelhoest komt voor als bijwerking bij een groep geneesmiddelen (ACE-remmers ) die gebruikt worden bij hartfalen of bij hoge bloeddruk.
Mucolytica zouden invloed moeten hebben op de taaiheid van het slijm in de luchtwegen, maar ook hiervoor ontbreekt bewijs. Bisolvon

Astma en COPD
Filmpje juf Daniëlle


Heb je nog vragen? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma en COPD
Wat zijn overeenkomsten en verschillen?

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaak:
1. patiënt moet aanleg hebben voor de ziekte
2. factoren van buitenaf.

verder zie schema longaandoeningen antwoordenmodel en volgende dia

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma

 

Op en af, aanvallen
Prikkel
Allergie/ overgevoeligheid
Vernauwing door samentrekken van het gladde spierweefsel

COPD

 

Altijd aanwezig
Ophopen taai slijm en opzwellen slijmvlies (COPD)
Longblaasjes nemen af (longemfyseem)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste behandeloptie voor patiënten met COPD?

A
Luchtwegverwijders
B
Corticosteroïden
C
Antibiotica
D
Stoppen met roken

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de slaap van alle mensen daalt de zuurstofconcentratie in het bloed een beeld. Tijdens welke slaapfase daalt de zuurstofconcentratie het meest?

A
Oppervlakkige slaap
B
Diepe slaap
C
REM slaap

Slide 26 - Quizvraag

Rem slaap
Gezonden mensen hebben voldoende reserveres om dit op te vangen, maar mensen met COPD hebben dit niet. In bepaald fasen van de slaap daalt de hoeveelheid zuurstof zo serk dat COPD zorgvrager s nachts benawud wakker worden. Hierdoor slapen ze slecht en hebben ze overdag concentratieproblemen. Om dit te voorkomen kunnen zorgvragen s nachts extra zuurstof krijgen.

Het ophoesten van rood, bloederig slijm is een klassiek symptoom bij COPD
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Veelvoorkomende symptomen bij COPD zjin piepende ademhaling, kortademigheid, longinfecties, het ophoesten van helder, wit slijm

De beperking van de luchtstroom bij COPD is nagenoeg volledig reversibel met de juiste behandeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze stelling is niet correct
De beperking van de luchtstroom bij COPD is niet (volledig) te herstellen.
Bronchitis is de ontsteking van de grotere luchtwegen, emfyseem is een sterkte uitrekking (beschadiging) van de long ten opzichte van normaal.
Niet omkeerbaar reversibel

De ademprikkel wordt bij gezonde personen doorgaans veroorzaakt door CO2
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Maar ook door rekreceptoren, als er rek ontstaat gaat er een signaal naar ademhalingscentrum om te stoppen met inademing

Pneumothorax
Wat is het: Klaplong (verbinding tussen longen en longvliezen, er stroomt lucht tussen de vliezen)
Oorzaak: meestal spontaan
Klachten/ verschijnselen: veel pijn en kortademigheid (long komt in de verdrukking)
Behandeling: bij kleine klaplong RUST, bij iets groter, een drain om vocht af te voeren, soms vliezen aan elkaar plakken of gaatje dichten met operatie.
Gevolgen voor de patiënt: belangrijk om goed uit te rusten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pleuritis
Veel pijn!!

Oorzaak:
Bij jonge mensen vaak een virus
Vocht tussen de longvliezen

Slide 31 - Tekstslide

De longvliezen zijn zeer gevoelig en een ontsteking ervan is heel pijnlijk. Bij jonge gezonde mensen is de oorzaak meestal een virus. In- en uitademen gaan dan gepaard met veel pijn. Bij auscultatie van de longen zijn typische geluiden te horen. Als behandeling is pijnstilling aan de orde.
Bij andere oorzaken van pleuritis zit er vaak vocht tussen de longvliezen. Als dit vocht veel eiwit bevat, wordt gesproken van pleura-exsudaat . Het is in het ziekenhuis mogelijk dit vocht met een punctie op te zuigen en te onderzoeken om erachter te komen wat de oorzaak is. Dat kan van alles zijn. Vaak is het een gevolg van een pneumonie, maar er kan ook sprake zijn van kanker, bijvoorbeeld uitgezaaide borst- of longkanker. In het pleuravocht bevinden zich dan kankercellen. Berucht is de kanker van de longvliezen zelf. Dit wordt mesothelioom genoemd. Tientallen jaren na blootstelling aan asbest kan deze ziekte ontstaan. De verschijnselen zijn kortademigheid, pijn en gewichtsverlies. De behandeling is erg moeilijk. De prognose is zeer slecht.

Bronchus carcinoom
Wat is het: Longkanker
Wat is de oorzaak: 90% van de gevallen roken
Wat zijn de klachten: Longkanker kan verschillende klachten geven. Bijv bloed hoesten, langdurige heesheid (hoest is vaak pas een laat verschijnsel als de tumor al veel ruimte inneemt)
Behandeling: afhankelijk van de vorm/plaats, bijv. operatie, bestraling of chemo. Niet altijd curatief meer
Gevolgen voor de patiënt: nog steeds een ernstige ziekte

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longembolie
Bij een longembolie zit een bloedvat (slagader) naar de longen verstopt.

Daardoor komt er minder zuurstof in het bloed.
Patiënt is benauwd, kan een angstig gevoel geven. 


Slide 33 - Tekstslide

Wat is het: bloedpropje sluit deel van bloedvoorziening van de longen af
Wat is de oorzaak: bloedstolsel sluit deel van bloedvoorziening van de longen af
Wat zijn de klachten: kortademig en pijn
Behandeling: Uw lichaam ruimt een bloedstolsel meestal zelf op. Om te voorkomen dat het stolsel verder groeit of dat er nieuwe stolsels ontstaan, krijgt u injecties met bloedverdunners.
Gevolgen voor de patiënt: vaak nog een tijd tabletten bloedverdunners