Weerstanden in een schakeling

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er wanneer er een weerstand in een stroomkring wordt geplaatst?
A
De lamp gaat uit
B
De lamp gaat feller branden
C
De lamp gaat minder fel branden
D
De lamp gaat knipperen

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de lamp wanneer je twee weerstanden achter elkaar zet?
A
De lamp gaat feller branden.
B
De lamp gaat minder fel branden.
C
De lamp gaat uit.
D
De lamp gaat knipperen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er wanneer er twee weerstanden naast elkaar in de schakeling komen?
A
De lamp gaat feller branden dan met één weerstand.
B
De lamp brandt even fel als met één weerstand.
C
De lamp gaat minder fel branden dan met één weerstand.
D
De lamp wil helemaal niet meer branden.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel Ohm weerstand heeft deze weerstand?
Rood, rood, bruin?
A
221 Ohm
B
22 Ohm
C
220 Ohm
D
2200 Ohm

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel Ohm weerstand heeft deze weerstand?
Wit, zwart, oranje?
A
90.000 Ohm
B
90K Ohm
C
9K Ohm
D
9.000 Ohm

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel Ohm weerstand heeft deze weerstand?
Geel, paars, oranje?
A
473 Ohm
B
473K Ohm
C
374K Ohm
D
473K Ohm

Slide 10 - Quizvraag