herhaling woorden

herhaling woorden Luchthaven
  • paspoort & identiteitskaart
  • personeel van de luchthaven
  • vliegtuigonderdelen

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogopedieSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

herhaling woorden Luchthaven
  • paspoort & identiteitskaart
  • personeel van de luchthaven
  • vliegtuigonderdelen

Slide 1 - Tekstslide

welke onderdelen
van een vliegtuig
ken je?

Slide 2 - Woordweb

Kleding van een beroep noem je:
A
unicorn
B
formulier
C
uniform
D
universeel

Slide 3 - Quizvraag

welke beroepen
zie je op een
luchthaven?

Slide 4 - Woordweb


wat doet deze man?
A
hij stelt zich voor
B
hij identificeert zich
C
hij imiteert haar
D
hij schaamt zich

Slide 5 - Quizvraag

waar moet je heen om een paspoort aan te vragen?

Slide 6 - Open vraag


Wat doet deze politieman?
A
hij protesteert de man
B
hij ondervraagt de man
C
hij negeert de man
D
hij fouilleert de man

Slide 7 - Quizvraag

De cabine van een vliegtuig is krap.
Wat betekent krap?
A
Dat is een dier.
B
Dat je goed kan bewegen.
C
Dat er niet veel ruimte is.
D
Er is veel bagage.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet jouw persoonlijke nummer (op je paspoort of ID-kaart)
A
BSN-nummer
B
BBB-nummer
C
BZN-nummer
D
geboortedatum

Slide 9 - Quizvraag


Wat zie je op deze foto?

Slide 10 - Open vraag

Waar zit de piloot in het vliegtuig?
A
In de cabine
B
In het bagageruim
C
In de cocktail
D
In de cockpit

Slide 11 - Quizvraag


Wat zie je hier op het plaatje?
A
een zuurstofmasker
B
een reddingsboot
C
een opblaasband
D
een reddingsvest

Slide 12 - Quizvraag

Wat zet de stewardess
op haar hoofd?

Slide 13 - Open vraag

Wat is géén taak van een
steward of stewardess?
A
De passagiers fouilleren
B
De passagiers bedienen.
C
De passagiers welkom heten.
D
Veiligheidsinstructies geven.

Slide 14 - Quizvraag

Wat staat níet op je paspoort of identiteitskaart?
A
geboortedatum
B
vluchtnummer
C
BSN-nummer
D
pasfoto

Slide 15 - Quizvraag

Noem een taak
van de Marechaussee

Slide 16 - Woordweb

Waar werkt een luchtverkeersleider?
A
In de verkeerstoren
B
In de cockpit
C
In de vertrekhal
D
In de cabine

Slide 17 - Quizvraag