Lezen H5 - tekstdoelen

Wat heb je dit weekend gelezen?
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat heb je dit weekend gelezen?

Slide 1 - Woordweb


Vandaag...


Tekstdoelen en tekstsoorten 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom heb je dat gelezen?
Wat was jouw doel om het te lezen?

Slide 3 - Woordweb

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt

dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen/aansporen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 4 - Tekstslide

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 9 - Quizvraag

tekstdoel?

Slide 10 - Tekstslide

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 21 - Quizvraag

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

En nu...?

Zelf aan het werk.



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide