Context van de zorgvrager Les 4 &5

Context van de zorgvrager
Les 4 en 5.
1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingHoger onderwijs

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Context van de zorgvrager
Les 4 en 5.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling bij kinderen

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

12.5 Ontwikkeling van het kind
  • Zuigeling/baby: Tot 18 maanden
  •  Peuter: 18 mnd tot 3 jaar 
  • Kleuter: 3 tot 5 jaar
  • Schoolkind: 6 tot 12 jaar
  • Puber: 12 tot +-18 jaar
  • Adolescent: 18 jaar tot +-25 jaar

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5 Ontwikkeling van het kind
3 domeinen:
  • Lichamelijk ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Persoonlijkheid & sociale ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.1 Zuigeling/baby
12.5.1.1 Lichamelijke ontwikkeling. 
  • Rollen: 4 maanden
  • Rechtop zitten: 6 maanden
  • Kruipen: 9 maanden
  • Alleen rechtop staan: 11 maanden
  • Lopen: 14 maanden 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuigeling/baby
12.5.1.2 Cognitieve ontwikkeling
  • Reflexen en effecten: baby ervaart reflex.
  • Doelgericht: V/A 6-7 maanden.
  • Objectpermanentie: V/A 8 maand 
  • Taalontwikkeling: huilen 1ste – nabootsen geluidjes – 5-9mndn klanken – V/A 9 mnd brabbelen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuigeling/baby
12.5.1.3 Persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling
  • Reactiepatronen.
  • V/A 10 weken eerste sociale lach.
  • 6 maanden: lachen naar iedere kennis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.2. Peuter
12.5.2.1 Lichamelijke ontwikkeling
  • Steeds langzamer groeien
  • Motoriek zal verfijnen – evenwichtigere loop – klimmen 
  • Fijne motorische bewegingen
  • 3de jaar: voelt wanneer hij moet plassen, oefenen, zindelijkheidstraining kan vanaf 2 jaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peuter
12.5.5.2 Cognitieve ontwikkeling.
  •  Originele kijk op de wereld
  • Geduld: als hij eerst iets verkeerd doet, leert hij hier uit – niet te rap met oplossing komen!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peuter
12.5.2.3 Persoonlijkheids- en socialeontwikkeling.
  • Peuterpubertijd
  • Compromis tussen veiligheid en ontdekking
  •  Grenzen uitproberen (grenzen stellen=veiligheid)
  • Zelfstandigheid
  • Verlegenheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.3 Kleuter
12.5.3.1 Lichamelijke ontwikkeling.
  • 3 jaar: gedrongen – ong. 15kg – 90 cm lang
  • 20 cm groeien
  • Lichaam groeit trager
  • Stevigere spieren 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuter
12.5.3.2 Cognitieve ontwikkeling.
  • Verklaringen voor gebeurtenissen geven
  • Moeite met oplossen van problemen 
  • Hele verhaallijnen bedenken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuter
12.5.3.3 Persoonlijkheids-en sociale ontwikkeling.
  • Meer bewust van eigen 'ik'
  • Aan regels houden
  • Leiden door emoties
  • Samenspelen belangrijk
  • Wisselende vriendschappen
  • Inleven in anderen moeilijk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.4 Schoolkind
12.5.4.1 Lichamelijke ontwikkeling
  • Meisjes ‘lopen voor’ 
  • Baby-vet verdwijnt – kind ‘strekt uit’
  • Tanden wisselen
  • Spierbeheersing en motoriek
  • Hogere reactiesnelheid
  • Fijne motoriek

Slide 15 - Tekstslide

 Meisjes ‘lopen voor’ qua toename LGW/lengte
 Lichaamsverhoudingen zoals bij volwassene – baby-vet verdwijnt – kind ‘strekt uit’
 Tanden wisselen: op 12 jaar blijvend gebit
 Spierbeheersing en motoriek: beter
 Hogere reactiesnelheid
 Fijne motoriek: behendigheidsactiviteiten

Schoolkind
12.5.4.2 Cognitieve ontwikkeling.
  • 6 jaar: schoolrijp – lang stilzitten/inzet/resultaten behalen…
  • Geheugen werkt goed
  • Duidelijke grens tussen fantasie en werkelijkheid 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkind
12.5.4.3 Persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling.
  • Identificatie niet enkel met personen maar ook met groepen en instellingen.
  • Normen en waarden omgeving
  • Werken met medeleerlingen
  • Sociale omgeving vergroot
  • Leeftijdsgenoten zijn zéér belangrijk (zelfbeeld)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.5 Puber
12.5.5.1 Lichamelijke ontwikkeling.
  • Serieuze lichamelijke veranderingen 
  • Groeispurt
  • Seksuele rijping
  •  Niet thuis voelen in eigen lichaam

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puber
12.5.5.2 Cognitieve ontwikkeling
  • Leren op verschillende manieren denken over de wereld
  • Abstract denken
  • Logisch redeneren
  • Hypotheses maken
  • Experimenteel en oplossend denken

Slide 19 - Tekstslide

 Experimenteel en oplossend denken
   Kritische blik & intellectuele vooruitgang  zelfbeeld

Puber
12.5.5.3 Persoonlijkheid en sociale ontwikkeling.
  • Nog meer oriënteren op leeftijdsgenoten
  • “Horizontale” relatie met ouders
  • vriendengroep= kliek

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.5.6 Adolescent
12.5.6.1 Lichamelijke ontwikkeling.
  • Lichamelijk volledig ontwikkeld
  • Fysiek in staat tot nageslacht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adolescent
12.5.6.2 Cognitieve ontwikkeling.
  • Relativeren
  • Alle kennis wordt getoetst , wereld ordenen, persoonlijke stijl
  • Soms toename creativiteit

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adolescent
12.5.6.3 Persoonlijkheid en sociale ontwikkeling.
  • Niet vastzetten in rolpatronen 'volwassenen'
  • Jeugdige vasthouden
  • Geleidelijk stappen zetten naar volwassen leven

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke herkenningspunten herkennen jullie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

13. Residentiële zorg.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13.1 Algemeen
  • Ouderen die niet thuis kunnen blijven wonen
  • In WZC terecht.
  • Spreken over bewoners
  • Dagprijs betalen
  • Dagprijs kan verschillen
  • Tussenkomst OCMW
  • Verschillende disciplines

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Som voor volgend departement verzorging enkele BEROEPEN op die je kan tegenkomen in een WZC?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Som voor volgend departement administratie enkele BEROEPEN op die je kan tegenkomen in een WZC?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Som voor volgend departement fasciliteiten enkele BEROEPEN op die je kan tegenkomen in een WZC?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

13.2 Opname in WZC
  • ZV is hulpbehoevend = opname WZC 
  • Opnameprocedure verschilt: 
  • 1. Inschrijven op wachtlijst
  • 2. Intakegesprek met rondleiding in WZC
  • 3. Opname wordt gepland
  • 4. Bewoner wordt opgenomen in WZC

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13.3 Impact van een verhuis naar WZC

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke impact heeft een verhuis naar WZC op privacy?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke impact heeft een verhuis naar WZC op identiteit?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke impact heeft een verhuis naar WZC op Sociale contacten?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke impact heeft een verhuis naar WZC op Fysieke activiteit?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

13.3.2 Voor de familie.
  • Heel lang voor familie lid gezorgd
  • Nu uit handen moeten geven

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14. Dagverzorgingscentrum
  • Overdag opvang en verzorging
  •  1 of meerdere dagen per week
  • Medewerkers helpen bij wassen en verzorging 
  • Warme maaltijd en vervoer
  • 3 grote groepen:
  •  Gewone dagverzorgingscentra
  •  Dagverzorgingscentra uitgebaat door gezins- of thuiszorgdienst
  •  Dagverzorgingscentra voor cliënten met een chronische aandoening

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk D: Sociale context

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15. Verschillende soorten netwerken

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.1 Mantelzorgers
= Iemand die zorgt voor een naaste met een ziekte of een beperking’
  • 2 grootst groepen: 
  • Mensen die zorgen voor hulpbehoevende partner
  • Kinderen die zorgen voor hulpbehoevende ouder

  • Overheid: zo lang mogelijk thuis

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorgers
  • Problemen bij mantelzorgers
  •  Waardevolle rol.
  • Oog hebben voor noden

Slide 41 - Tekstslide

  • Problemen: overbelasting, vermoeidheid,… , Tijdelijke of blijvende overname door professionals. 
  • Waardevolle rol! Schakel heden/verleden  INFORMATIE bij opname.
  • Oog hebben voor noden mantelzorger:
  •  Vragen “hoe is het?” (initiatief)
  •  Betrekken!


15.2 Familiale netwerk
15.2.1 Familiale relaties.
  • Enkel familiaal netwerk = kwetsbaar.
  • Modaal gezin
  • Beperkt gezin
  • Familie kan je niet kiezen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.2.2 Belang van familiale relaties.
  • Soms enige netwerk = vereenzamen.
  • Ouders vaak lijm in contact met kinderen
  • Ouders zorgen voor kinderen
  • Nadien omgekeerd
  • Grootouders minder beschikbaar (werken)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang van familiale relaties
  • Thuisblijven
  •  Lokaal dienstencentra
  • Afhankelijk zorgpartner = onmisbare schakel! 
  • Geslachtsgebonden
  • Effect op zelfbeeld

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.2.3 Vrienden en buren.
  • Ontmoeten op basis van gemeenschappelijke kenmerken
  • Wijziging kenmerk = einde vriendschap
  • Nieuw kenmerk = nieuwe vriendschap
  • Verenigingsleven : netwerk versterken

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15.3 Vrijwilligers
  •  Veel zorginstellingen
  • Dragen bij tot welzijn ZV
  • Geven persoonlijke aandacht
  • Geen emotionele band bij de start
  • Vaak familieleden overleden ZV
  • Als ZK werk afstemmen met vrijwilliger

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk vrijwilligerswerk kennen jullie?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

15.4 Lokale dienstencentrum
= ontmoetingsplaats voor bewoners van de lokale gemeenschap
  • Groepsgenoten ontmoeten
  • Aantal gemeenschappelijke kenmerken
  • Verhalen, nieuwe relaties, cursussen,…

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lokale dienstencentrum
= ter ondersteuning van partners/kinderen van ZV
  • Sandwichgeneratie’ (50-60ers)
  • Informatienamiddagen over thuiszorg, ziektebeelden, draagkracht,…
  • Tegemoetkomen aan noden mantelzorgers

  • Diensten, bv: Restaurant, Wasserette, Pedicure/manicure, Boodschappendienst, Sociale dienstverlening (Sociaal Huis), Vorming en ontspanning, Thuiszorg, Vrijwilligerswerk,… 



Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16. Familie van de oudere zorgvrager
16.1 Hoe kijk jij als verzorgende naar de familie van de zorgvrager?
Stellingenspel

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Het zijn altijd dezelfde familieleden die kritiek hebben, je laat hen best links liggen.
Waar
Niet waar

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

2. Familieleden moet je zowel bij de verzorging als bij de activiteiten betrekken.
Ja
Neen

Slide 52 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

3. Als verzorgende moet je met elke familie op dezelfde manier omgaan. Je mag geen onderscheid maken.
Ja
Neen

Slide 53 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

4. Als ik aan de familie van de bewoners denk, overheersen de positieve gedachten.
Ja
Neen

Slide 54 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

5. Ik vind het fijn om met de familie van de bejaarden om te gaan.
Ja
Neen

Slide 55 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

  • Het is belangrijk om bewust te worden van je eigen visie
  • Visie bepaalt jouw handelen
  • Sommige ZK op hun gemak - andere niet
  • Moeilijk omgaan met kritiek
  • Moeite om ongepaste vragen te stellen
  • Veel verschillen in families

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2 Waarom zijn goede contacten met familie belangrijk
16.2.1 Voor de oudere zelf.
  • Levensgeschiedenis samen
  • Heel trots op familie
  • Soms leven in onvrede met familie = respect behandelen

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2.2 Voor de familie. 
  • Zolang mogelijk zorgen
  • Recht op informatie
  • Ouders en familieleden : 1ste verantwoordelijken.

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16.2.3 Voor de verzorgende.
  • Samenwerken
  • Goed contact met familie: 
  • 0 zal je je werk aangenamer en zinvoller vinden
  • o zal je de bejaarde beter begrijpen
  • o zal je de familie beter begrijpen
  • o meer kansen om hen te betrekken

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies