Intervisie Incident methode

Intervisie Periode 4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
IntervisieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Intervisie Periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

  • korte uitleg Incidentmethode
  • Intervisie
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Incident methode (40 min)
Incident methode in 11 stappen

Slide 3 - Tekstslide

Regels intervisie
  • Zorg ervoor dat je alle telefoons op stil hebt. ​
  • ​Wees écht aanwezig, met aandacht voor elkaar.​
  • ​Zorg dat de inbrenger zijn vraag helder en concreet formuleert. Dus niet: “wat moet ik doen als een kind geweld gebruikt” Maar bijvoorbeeld: “Ik ben bang dat A. (nooit de naam gebruiken) een keer naar me uithaalt. Wat kan ik doen om dat te voorkomen?”​
  • ​Dit is een van de grootste valkuilen: kom niet meteen met oplossingen! We willen allemaal heel graag adviezen geven, met de beste bedoelingen, maar bij intervisie gaat dit niet helpen. Bijt dus op je tong en houd je mening grotendeels voor jezelf. Dit is wederom een punt waar de gespreksleider op kan letten.​
  • Stel vooral vragen. Vraag naar feiten, gevoelens en meningen, zowel rondom de werkvraag als van de inbrenger. Stel vooral open vragen, dus: wat, waarom, wie, enz.​
  • ​Wees kritisch naar elkaar. Van jaknikkers leer je weinig. Maar tegelijkertijd: wees ​liefdevol! Het is best spannend om tijdens een intervisie jezelf kwetsbaar op te stellen. Er kunnen hele persoonlijke dingen besproken worden. Houd hier te allen tijde rekening mee. Wees mild, wees liefdevol, wees respectvol.​
  • En last but not least: what happens in intervisie stays in intervisie: informatie die wordt gedeeld is vertrouwelijk.​






Slide 4 - Tekstslide

Stap 1. Voorzitter Wendy
  • De voorzitter bewaakt de tijd, de stappen en de spelregels.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2. Introduceer de casussen
  • Ieder groepslid vertelt over zijn/haar casus. Een casus is een gebeurtenis die nog niet volledig is uitgewerkt. 
  • Een probleem dat min of meer onverwacht heeft plaatsgevonden en waarbij de probleeminbrenger zelf betrokken is. 
  • Een probleem dat nog ‘leeft’ of in de toekomst gaat spelen.
  • De probleeminbrenger mag niet vertellen wat hij/zij gedaan heeft of hoe hij/zij de casus heeft aangepakt.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3. Kies welke casus jullie gaan bespreken
  • De casus met de meeste prioriteit en anders de meeste stemmen wordt besproken.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 4. De probleeminbrenger vertelt kernachtig nog eens zijn/haar probleem. 
  • Hij/zij kan beginnen met:

“Mijn probleem is dat………………... en mijn vraag aan de groep is……………………….”

Slide 8 - Tekstslide

Stap 5. Welke vragen roept dit bij je op? Welke vragen heb jij om een goed (compleet) beeld te krijgen van
het probleem/de situatie
  • Schijf voor jezelf minimaal drie vragen op om meer inzicht te krijgen in het probleem. 

Stel vooral vragen die feitelijke informatie geven.
Stel open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc en probeer door te vragen op de antwoorden die de probleeminbrenger geeft. 

Slide 9 - Tekstslide

Stap 6. In deze ronde kan een iedereen zijn/haar vragen stellen
  • De probleeminbrenger vertelt NIET hoe hij/zij de casus heeft aangepakt
  • Geen discussies! 

Slide 10 - Tekstslide

Stap 7. Het bespreken van ieders analyse
  • De groepsleden bespreken met elkaar hoe zij de situatie zien.
  • Welke oorzaken heeft een ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er? Hoe is de rol van de probleem-inbrenger?
  • Hoe zijn de omgevingsfactoren?
  • Probeer met je groep tot een paar kernproblemen te komen.
  • De probleeminbrenger ziet toe en luistert. Er mogen geen vragen meer worden gesteld en de probleeminbrenger mag in deze fase niet reageren.

Slide 11 - Tekstslide

Stap 8: Wat zou jij doen in deze situatie?
  • Ieder groepslid schrijft op : ‘Wat zou ik doen en WAAROM?’
      (dit advies wordt later aan de probleeminbrenger gegeven)
  • Iedereen leest haar advies voor, zonder dat er commentaar wordt geleverd door anderen! 

Slide 12 - Tekstslide

Stap 9. Wat deed/doet de probleeminbrenger?
  • De probleeminbrenger vertelt hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen. 

Slide 13 - Tekstslide

Stap 10. Afsluitend gesprek 
  • Heeft de probleeminbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
  • Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers?
  • Mogelijk zijn er nog andere vragen, opmerkingen etc. 

Slide 14 - Tekstslide

Stap 11. Evalueren
  • Een ieder noteert wat hij/zij heeft geleerd van deze bespreking. 
  • Eerst mag de probleeminbrenger vertellen wat hij/zij heeft geleerd en daarna de anderen. 
  • Ten slotte vat de voorzitter de evaluatie samen. 

Slide 15 - Tekstslide

Lesafsluiting

Slide 16 - Tekstslide