6.3 les 1 Werken met weerstand in serie

6.3 Werken met weerstanden
Lesdoel:

De stroomsterkte, spanning en weerstand met de formule 
R= U/I berekenen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Werken met weerstanden
Lesdoel:

De stroomsterkte, spanning en weerstand met de formule 
R= U/I berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Je hebt vorig aan practicum serie/parallel gedaan. 
Noteer wat je hier nog van weet.

Slide 2 - Tekstslide

Het lampje is geschikt voor 6 V en brandt op 6 V. 
Er vloeit een goede stroomsterkte om het lampje te
 laten branden.

Slide 3 - Tekstslide

Nu brandt het 6 V lampje op
9 V. Er is dus een weerstand nodig, anders brandt het lampje door,

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Weerstanden in serie
Weerstanden in serie mag je optellen. Er geldt:
Rtot = R1 + R2 + R3 
Rtot wordt ook wel Rv genoemd. Dit is de vervangingsweerstand en deze is hier 1800 Ω

Slide 6 - Tekstslide

De stroomsterkte in serie
Deze is overal even groot.

Slide 7 - Tekstslide

Spanning in een serieschakeling

Slide 8 - Tekstslide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3
I = 0,02 A

Slide 9 - Tekstslide

Een led met voorschakelweerstand

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Belang lesdoel
Belangrijke stof toets en vierde jaar.
In vrijwel alle elektronica komen weerstanden voor.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand?
A
9
B
3
C
12
D
11

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vergelijkt de stroom bij A1 met de stroom bij A2
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Je kan het niet bepalen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de spanning in U2?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de spanning in U?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de stroom?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de grootte van de onbekende weerstand?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Maak opgaven 26 (blz 238)
timer
2:30

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Maak opgaven 27 (blz 238)
timer
3:30

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Maak opgaven 28 (blz 238)
timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide