SSM - 15/05 - Debat - Les 3

Welkom


  • Voer de klassencode in via LessonUp: Deze link


timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom


  • Voer de klassencode in via LessonUp: Deze link


timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

  • Geen telefoons.
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De verwachtingen tijdens de lessen Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Dagopening

Slide 4 - Tekstslide

Dagopening:
Nieuwe coalitie (PVV, BBB, VVD en NSC) willen graag een langstudeerboete €3000 uitschrijven voor leerlingen die een jaar langer studeren.

Wat is jouw mening hierover? Eens/oneens en benoem 1 argument

Slide 5 - Open vraag

Aan het einde van de les:
- weet ik wat (sterke) argumenten zijn. 
- kan ik zelf een (sterk) argument bedenken volgens de AUB-methode.

Slide 6 - Tekstslide

Programma             45 minuten
Doelen
Startopdracht
Instructie
Toepassen
Check-out


 5 minuten
 5 minuten
15 minuten 
10 minuten
 5 minuten

Slide 7 - Tekstslide

Startopdracht

Slide 8 - Tekstslide

Benoem het argument, aan welk woord herken je dit?

Ik heb meer zakgeld nodig, want kleding is duur.

Slide 9 - Open vraag

Benoem het argument, aan welk woord herken je dit?

Ik heb geen fiets, daarom ga ik met de bus naar school.

Slide 10 - Open vraag

Welke signaalwoorden ken je passend bij een argument/reden?

Slide 11 - Woordweb

Instructie 

Slide 12 - Tekstslide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen

Slide 13 - Tekstslide

Instructie
planning:
13 mei: Bijkletsen en start debat.
16-30 mei: voorbereiden en oefenen voor debat
03 - 06 juni: debat voor een cijfer.
03 - 17 juni: H5 en H6 lezen voorbereiden
20 juni: TTE H5 en H6 lezen. 
24 juni: laatste les voor vragen H5 en H6 lezen.
27 juni - 02 juli: toetsweek

Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 14 - Tekstslide

Instructie
Argumenten
Wat: de reden waarom je iets vindt.
Hoe: te herkennen aan 'omdat' en 'want' vóór het argument en 'daarom' en 'dus' het argument.

Voorbeeld:
Ik ga niet naar buiten, omdat het regent. 
Het regent, daarom ga ik niet naar buiten.
Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 15 - Tekstslide

Maak zelf een constructie als:

Ik ga niet naar buiten, omdat het regent.
Het regent, daarom ga ik niet naar buiten.

Slide 16 - Open vraag

Instructie
Argument bedenken
Hoe: Je stelt jezelf 3 vragen waar je antwoord op geeft. 

1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
2. Wat zijn de voordelen of nadelen?
3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?
Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 17 - Tekstslide

Instructie
Voorbeeld
Stelling: Mobiele telefoons moeten verboden worden op school

Vraag 1: Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
Antwoord 1: ‘Het probleem is dat telefoons voor veel afleiding in de klas zorgen. Daarom letten leerlingen minder goed op en halen ze minder goede cijfers.’
Antwoord 2: ‘Zonder afleiding van de telefoon krijg je de lesstof beter mee. Dat is goed want dan halen leerlingen hogere cijfers’
Antwoord 3: ‘Het is erg, omdat leerlingen de lesstof minder goed meekrijgen. Zonder afleiding van telefoons halen leerlingen hogere cijfers.’

Argument 1 zou dus zijn:
‘Telefoons moeten verboden worden op school, want ze zorgen voor afleiding in de les. Dat is erg, omdat leerlingen dan lagere cijfers halen.’
Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 18 - Tekstslide

Instructie
Vraag 2: Wat is een voordeel van geen mobiele telefoons op school?
Antwoord : ‘Een voordeel is dat leerlingen niet stiekem gefilmd kunnen worden. Online worden veel filmpjes gedeeld van leerlingen die gepest worden. Of per ongeluk iets doms doen. Het is voor die leerlingen heel erg dat dat dit filmpje door iedereen bekeken kan worden.’

Argument 2 zou dus zijn:
‘Telefoons moeten op school verboden worden, want dan kunnen leerlingen niet stiekem vervelende filmpjes van elkaar maken en online delen.’

Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 19 - Tekstslide

Instructie
Vraag 3: Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed voor die mensen?
  • Wie zijn er bij deze stelling betrokken: ‘Leerlingen en docenten’.
  • Het effect op de leerlingen: ‘Zij zullen hogere cijfers halen (argument 1). En leerlingen kunnen niet meer stiekem vervelende filmpjes van elkaar maken en online delen (argument 2)’.
  • Het effect op de leraren: ‘Omdat leerlingen niet meer afgeleid zijn door hun mobieltjes, letten ze beter op in de les.’

Argument 3 zou dus zijn:
‘Mobiele telefoons moeten verboden worden op school, want leraren geven nu voor niets les als leerlingen steeds op hun mobiel kijken.’
Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 20 - Tekstslide

Toepassen

Slide 21 - Tekstslide

Wat?
Maak de opdracht 1. 'Wat is een argument?' en 2. 'Hoe bedenk je een argument?'. 
Hoe?
- In je groepje. 
- Op het invulblad dat je ophaalt per groepje.
Hulp
Overleg eerst met elkaar, ik loop rond.
Tijd
10 minuten
Klaar?
Lees alvast 3. 'Hoe maak je een sterk argument?'.
TIP
Zorg dat het deze les af is.
Jullie worden beoordeeld op jullie antwoorden.
Opdracht (groepsopdracht)
timer
10:00
Programma

Toepassen
Check-out

Slide 22 - Tekstslide

Instructie
Wat: Sterk argument
Hoe: AUB-methode



Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 23 - Tekstslide

Instructie
Voorbeeld:



Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00
In stilte

Slide 24 - Tekstslide

Wat?
Maak de opdracht 3. 'Hoe maak je een sterk argument?'.
Hoe?
In je groepje. 
Op het invulblad dat je bij mij ophaalt. Deze stop je weer in je map.
Hulp
Overleg eerst met elkaar, ik loop rond.
Tijd
10 minuten
Klaar?
Zoek artikelen die over jouw stelling gaan (2 of meer)
Lees deze goed door en verzin alvast 3 sterke argumenten op de AUB manier.
Tip
Zorg dat het deze les af is.
Jullie worden beoordeeld op jullie antwoorden.
Opdracht (groepsopdracht)
timer
10:00
Programma

Toepassen
Check-out

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de AUB-methode?

Slide 27 - Open vraag

Aan het einde van de les:
- weet ik wat (sterke) argumenten zijn. 
- kan ik zelf een (sterk) argument bedenken volgens de AUB-methode.

Slide 28 - Tekstslide

Volgende les
Gaan we leren wat argumenten zijn, hoe je deze kunt vormen en in welke structuur je ze kunt formuleren. 

Slide 29 - Tekstslide