HV1 10.4

Goedemorgen!
Je legt alvast jouw boek en schrift
of
laptop klaar.
En je logt in bij LessonUp
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Je legt alvast jouw boek en schrift
of
laptop klaar.
En je logt in bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Welkom, wil je met deze opdrachten beginnen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

We gaan de doelen van het hoofdstuk  bespreken.
We gaan onderwerpen herhalen.
Je leert nieuwe theorie.
Je gaat de opgaven maken (online).

Slide 3 - Tekstslide

Doelen hoofdstuk 10
10.1 Je leert hoe je formules korter kunt schrijven
10.2 Je leert wat termen en variabelen zijn en hoe je vereenvoudigt
10.3 Je leert hoe je de uitkomst berekent bij een formule
10.4 Je leert wat een vergelijking is en hoe je die moet oplossen
10.5 Je leert hoe je een vergelijking oplost met bordjes

Gemengde opgaven
Samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

De startopdrachten

Slide 5 - Tekstslide

Ik heb nog vragen over
het huiswerk.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Aan het eind van deze les....
weet je wat een vergelijking is
weet je hoe je een vergelijking kunt oplossen

Slide 7 - Tekstslide

En hoe nu verder?
A
Ik werk zelfstandig verder aan 10.4
B
Ik werk zelfstandig verder aan 10.4 online
C
Ik doe mee met de uitleg

Slide 8 - Quizvraag

Theorie 1 van 2

Slide 9 - Tekstslide

Theorie 2 van 2

Slide 10 - Tekstslide


A
Jonas verdient 10 euro per uur
B
Jonas verdient 5 euro per uur

Slide 11 - Quizvraag


A
3 uur werk = 5 x 3 + 10 = 25
B
3 uur werk = 5 + 10 x 3 = 35
C
3 uur werk = 5 + 3 + 10 = 18
D
3 uur werk = zweten

Slide 12 - Quizvraag

b=5+10u
Jonas heeft 25 euro verdiend.
Hoe lang heeft hij gewerkt?

Slide 13 - Woordweb

Je weet wat een vergelijking is en
je kan een vergelijking oplossen.

Wat ga je doen?
A
Ik werk in het boek, 10.4 blz. 104 t/m 106
B
Ik werk online
C
Ik heb nog vragen

Slide 14 - Quizvraag

Welk cijfer geef je deze les?
En waarom?

Slide 15 - Woordweb