ACS en hartfalen

Theorie ophalen
Acuut coronair syndroom
Hartfalen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Theorie ophalen
Acuut coronair syndroom
Hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Onder het acuut coronair syndroom vallen het myocardinfarct en instabiele angina pectoris?
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 2 - Quizvraag

Bij een myocardinfarct is de aorta meestal gedeeltelijk of volledig afgesloten waardoor het hart geen bloed meer krijgt, en dus geen zuurstof en voedingsstoffen...
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 3 - Quizvraag

Het afsterven van weefsel noemen we...
A
TROMBOSE
B
NECROSE
C
EMBOLIE
D
ATHEROSCLEROSE

Slide 4 - Quizvraag

Stabiele angina pectoris is een vorm van het acuut coronair syndroom?
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer een zorgvrager alleen pijn op de borst heeft bij inspanning en wanneer die pijn minder dan 15 min duurt spreken we van...
A
STABIELE ANGINA PECTORIS
B
INSTABIELE ANGINA PECTORIS

Slide 6 - Quizvraag

Artherosclerose is de meest voorkomende oorzaak van het acuut coronair syndroom
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderzoeken worden gedaan om een acuut coronair syndroom aan te tonen of uit te sluiten? (meerdere antwoordmogelijkheden)
A
CORONAIR ANGIOGRAFIE
B
LICHAMELIJK ONDERZOEK
C
TROPONINE PRIKKEN
D
ECG

Slide 8 - Quizvraag

Een dotterbehandeling is een mogelijke behandeloptie bij het acuut coronair syndroom...
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 9 - Quizvraag

Theorie:
De belangrijkste klacht die een zorgvrager heeft bij het acuut coronair syndroom is pijn op de borst. Sommige zorgvragers hebben geen pijn op de borst bij een acuut coronair syndroom, maar wel andere klachten. We noemen dit atypische klachten.
Vraag: Bij welke zorgvragers komen atypische klachten vaker voor bij een acuut coronair syndroom?
A
Zorgvragers die roken
B
Mannen
C
Vrouwen
D
Zorgvragers met jicht

Slide 10 - Quizvraag

Theorie:
Bij een onbehandelde hartinfarct sterft een gedeelte van het hart af (necrose), dit wordt littekenweefsel. Het hart is minder goed in staat bloed rond te pompen.
Stelling: Het deel van de hartspier dat een tekort aan bloed heeft, kan nog gered worden.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 11 - Quizvraag

Bij hartfalen is het hart vaak ernstig vergroot...
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 12 - Quizvraag

Om te achterhalen welke vorm van hartfalen een zorgvrager heeft kijk je o.a. naar of het hart slecht samenknijpt of niet meer goed kan ontspannen...
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 13 - Quizvraag

Bij linkszijdig hartfalen ontstaat
A
EEN OPSTOPPING VAN BLOED IN DE LINKERKAMER
B
EEN OPSTOPPING VAN BLOED IN DE LINKERBOEZEM

Slide 14 - Quizvraag

Zorgvragers met linkszijdig hartfalen hebben oedeem in de enkels...
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 15 - Quizvraag

Prikkelhoest is o.a. een symptoom/klacht bij hartfalen...
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 16 - Quizvraag

Verschillende oorzaken kunnen leiden tot hartfalen, welke zijn dat (meerdere antwoordmogelijkheden)?
A
HYPERTENSIE
B
RITMESTOORNISSEN
C
HARTKLEPAFWIJKINGEN
D
CARDIOMYOPATHIE

Slide 17 - Quizvraag

De vormverandering van het hart bij hartfalen kan leiden tot...
A
EEN ONREGELMATIGE HARTSLAG
B
BRADYCARDIE
C
TACHYCARDIE
D
ALLE ANTWOORDEN ZIJN JUIST

Slide 18 - Quizvraag

Het volgen van leefregels is o.a. een behandeling bij hartfalen...
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van de behandeling bij hartfalen?
A
VERMINDEREN VAN DE KLACHTEN
B
REMMEN VAN DE ACHTERUITGANG VAN DE POMPFUNCTIE
C
BEIDE ANTWOORDEN ZIJN GOED

Slide 20 - Quizvraag

Theorie:
Hartfalen kan worden ingedeeld in systolisch hartfalen en diastolisch hartfalen.

Vraag:Wat is het probleem bij systolisch hartfalen?
A
De hartspier ontspant niet goed
B
De hartspier knijpt niet goed samen
C
Het hart pompt te langzaam
D
Het hart kan zich niet goed vullen met bloed

Slide 21 - Quizvraag