Les 1: De industriële revolutie

Les 1: de industriële revolutie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1: de industriële revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is dit belangrijk?
  • In deze les leren we hoe de industriële revolutie begon.
  • De industriële revolutie zorgde voor grote veranderingen in de samenleving.
  • De industriële revolutie maakte massaproductie mogelijk van goederen, voedsel, machines, apparaten en vervoersmiddelen.

Slide 2 - Tekstslide


Waar denk je aan bij dit onderwerp?
Sinds de tijd van Steden en Staten leefden de meeste Europeanen in een landbouwstedelijke samenleving.
1. Leg uit wat we hiermee bedoelen.
Dit is een oriëntatievraag. Bij een oriëntatievraag kijk je wat je al weet over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Open vraag

Oriëntatie
Theorie
Kennis
Vaardigheden
Afsluiting
Les 1: De industriële revolutie

Slide 4 - Tekstslide

De industriële samenleving
Vanaf de uitvinding van de landbouw tot in de 18e eeuw leefden de meeste mensen op het platteland als boer. Ze leefden in een landbouwsamenleving of een landbouwstedelijke samenleving. Rond 1760 begon dit in Engeland te veranderen. Mensen trokken naar de stad om daar als arbeider in een fabriek te werken en leefden nu in een industriële samenleving. Deze industrialisatie was zo ingrijpend dat we dit de industriële revolutie noemen. Later gingen ook andere landen industrialiseren.

De Agrarische Revolutie
De industrialisering ontstond niet vanzelf. Eerst vond de agrarische revolutie plaats. De landbouwtechnieken verbeterden en er werden nieuwe gewassen geteeld, zoals de aardappel en maïs. Hierdoor steeg de opbrengst in de landbouw en kon de bevolking groeien. Door de verbeterde landbouwtechnieken waren er minder mensen nodig in de landbouw, terwijl er juist meer mensen waren. Veel boeren raakten daardoor werkloos en vertrokken naar de stad in de hoop hier werk te vinden.






Industriële en agrarische revolutie 
Mensen trokken van het platteland naar de stad

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Textielnijverheid en mijnbouw
Veel mensen maakten thuis textiel met behulp van bijvoorbeeld een spinnewiel. Dit noemen we huisnijverheid. Er werden nieuwe machines uitgevonden waarmee sneller textiel geweven kon worden. Deze machines werden nog met de hand of met waterkracht aangedreven. 

In de 18e eeuw werd de stoommachine verbeterd door James Watt. De huisnijverheid maakte plaats voor grote fabriekshallen waar veel sneller en goedkoper textiel geproduceerd kon worden. Voor de ontwikkeling van machines en de bouw van fabrieken was veel geld nodig. Voor het laten draaien van de machines en het maken van producten waren grondstoffen nodig zoals steenkool en wol. 
In Engeland was er hiervan meer dan genoeg.
Textielnijverheid en mijnbouw
Een fabriekshal in de 19e eeuw

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De Transportrevolutie
Tot de industriële revolutie reisden mensen te voet of te paard of met karren en koetsen. De meeste wegen waren niet verhard en er waren weinig kanalen. Op zee werden zeilschepen gebruikt. 

Door de industrialisatie kwamen er nieuwe vervoersmiddelen zoals de stoomtrein, 
het stoomschip en later ook fietsen, auto’s en vliegtuigen. Stoomlocomotieven, die eerst alleen in mijnen werden gebruikt, werden nu ook ingezet om personen en goederen te vervoeren. 

Hierdoor konden mensen zich veel sneller verplaatsen en konden grondstoffen makkelijker naar de fabrieken worden vervoerd. Dit noemen we de transportrevolutie.
Transportrevolutie
Zeilschepen maakten plaats voor snelle stoomschepen.

Slide 9 - Tekstslide


2. Waarom trokken vanaf 1760 veel mensen naar de stad?
Dit is een open vraag.

Slide 10 - Open vraag


3. Wat was de Industriële Revolutie?

Dit is een open vraag.

Slide 11 - Open vraag


4. Wat was de Agrarische Revolutie?
Dit is een open vraag.

Slide 12 - Open vraag


5. Waardoor raakten veel boeren werkloos?
Dit is een open vraag.

Slide 13 - Open vraag


6. Wat was de Transportrevolutie?
Dit is een open vraag.

Slide 14 - Open vraag


7. Tot het begin van de         eeuw leefden de meeste mensen in een landbouwsamenleving of een landbouwstedelijke samenleving. Rond 1760 begon in          de Industriële Revolutie. Eerst kwamen er verbeteringen in de landbouw. Dit noemen we de          . De stoommachine werd verbeterd zodat           konden worden aangedreven. Voor het bouwen van fabrieken is          nodig. Voor het maken van producten zijn         nodig. Door de industrialisatie kwamen er snellere vervoersmiddelen. Dit noemen we de                  .
Dit is een open vraag.

Slide 15 - Open vraag

Vaardigheden
Bij het vak geschiedenis zijn vaardigheden heel belangrijk. 

Met deze vaardigheden ga je deze les aan de slag:

  • Chronologiseren
  • Continuïteit en verandering
  • Brongebruik
Vaardigheid: Brongebruik
Archeologen en historici bestuderen verschillende soorten bronnen:
  • Geschreven bronnen zijn bronnen die uit tekst bestaan, bijvoorbeeld een kleitablet, een boek of een tekst op het internet.
  • Ongeschreven bronnen zijn voorwerpen uit het verleden die niet uit tekst bestaan.
Vaardigheid: Chronologiseren

In de geschiedenis gebeuren dingen in een bepaalde volgorde. Het plaatsen van gebeurtenissen in de juiste volgorde (van wat het eerst gebeurde tot wat het laatst gebeurde) noemen we chronologiseren.
Vaardigheid: Continuïteit en verandering

In de geschiedenis veranderen veel dingen, maar blijven dingen ook vaak hetzelfde. Dit noemen we continuïteit en verandering:
  • Met continuïteit bedoelen we dingen die hetzelfde blijven. 
  • Met verandering bedoelen we dingen die niet hetzelfde blijven.

Slide 16 - Tekstslide

8. Zet in chronologische volgorde:
Dit is een vraag over chronologiseren.
1
2
3
4
Agrarische Revolutie
Mensen trekken naar de stad
Industriële Revolutie in de rest van Europa
Industriële Revolutie in Engeland

Slide 17 - Sleepvraag


9. Als we de landbouwstedelijke samenleving vergelijken met de industriële samenleving is er zowel sprake van continuïteit en verandering. Leg dit uit.
Dit is een vraag over oorzaak en gevolg.
Dit is een vraag over continuïteit en verandering.

Slide 18 - Open vraag


Bekijk de grafiek hiernaast.
10. Leg uit dat deze bron bij industrialisatie past.
Dit is een vraag over bronnen.

Slide 19 - Open vraag


Bekijk de grafiek hiernaast.
11. Leg uit welke ontwikkeling je in de bron ziet.
Dit is een vraag over bronnen.

Slide 20 - Open vraag

Begrippen
  • Industriële samenleving: samenleving waarin veel mensen in de stad wonen en veel producten in fabrieken worden gemaakt.
  • Industriële revolutie: de overgang van een landbouwstedelijke samenleving naar een Industriële samenleving.
  • Agrarische revolutie: verbeteringen in de landbouw in de 18e eeuw waardoor meer opbrengst mogelijk was met minder mensen.
  • Huisnijverheid: het maken van producten in huis.
  • Stoommachine: machine die aangedreven wordt door de druk van stoom.
  • Grondstoffen: spullen die nodig zijn voor het maken van producten.
  • Transportrevolutie: tijd waarin nieuwe vervoersmiddelen werden geïntroduceerd en de infrastructuur werd verbeterd.
Personen
  • James Watt: verbeteraar van de stoommachine.


Jaartallen
  • 1760: begin van de industriële revolutie in Engeland.


Slide 21 - Tekstslide

Dit was Les 1: De Industriële Revolutie

Volgende les gaan we het hebben over 
''Het modern imperialisme"

Zijn er nog vragen over deze les? 
Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide