tabellen, grafieken, diagrammen- deel 2 25-11

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabellen, grafieken en diagrammen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

waar gaat dit over
waarom begint de verticale as niet op 0?
welk jaar is de grootste toename?
John gaat een fietstocht maken.
John fietste in het eerste uur 10 kilometer
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John gaat een fietstocht maken.
Nadat hij 10 kilometer gefietst had, hield John een rustpauze van 2 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John gaat een fietstocht maken.
Na 5 uur heeft John 35 kilometer gefietst.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John gaat een fietstocht maken.
John heeft in het eerste uur meer kilometers gefietst dan in het vierde uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John gaat een fietstocht maken.
John fietst 3 uur in een constant tempo
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden. De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer.

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden.
De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer

Slide 13 - Tekstslide

waar gaat deze grafiek over
wat is dit voor een soort grafiek? lijngrafiek
wat ontbreekt er in de legenda? roze lijn info


In welke maand werden de meeste mutsen verkocht?
A
januari
B
maart
C
oktober
D
december

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf de maand _____ steeg de verkoop van mutsen.
A
januari
B
maart
C
oktober
D
december

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de ______ werden geen mutsen verkocht.
A
zomer
B
herfst
C
lente
D
winter

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk product zou de roze grafiek kunnen zijn?
A
handschoenen
B
zwembroek
C
skistokken
D
truien

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zwaar waren Jacob en Esmee in 2012?
A
8 kg
B
12 kg
C
15 kg
D
17 kg

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kg is Jacob aangekomen tussen 2013 en 2014?
A
12 kg
B
15 kg
C
3 kg
D
8 kg

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar was de toename van het gewicht van Esmee het grootst?
A
2013
B
2014
C
2016
D
2017

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is in 2017 het zwaarst?
A
Jacob
B
Esmee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Stijgt of daalt het gewicht van Jacob en Esmee tussen 2012 en 2016?
A
stijgt
B
daalt

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er in asiel 2?
A
5
B
10
C
6
D
8

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er meer in asiel 2 dan in asiel 3?
A
2
B
10
C
6
D
8

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met de NS-treinplanner kun je een treinreis tussen twee stations plannen en de kosten berekenen. Hier zie je een geplande treinreis.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke treinreis gaat het hier?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de vertrektijd van de vorige trein

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is de trein in Utrecht?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak moet je overstappen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je overstappen?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost een enkele reis, vol tarief?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met de auto is de afstand tussen deze twee stations ongeveer 150 km. Op die dag was de benzineprijs van € 1,45. Stel je voor dat je een auto hebt die per liter benzine 12 km rijdt (gemiddeld). Wat is het goedkoopst, tussen deze twee stations met de auto of met de trein reizen?
A
auto
B
trein

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet er deze tabel met gegevens over de bevolking van D.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de getallen in de derde kolom?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel inwoners telde D in 2000?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot was de oppervlakte van D in 2004? Laat je berekening zien (afronden op 2 decimalen)

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies