Les 3 maart th1 (k)

Bonjour !
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui? 
  • Comment ça va?
  • Schrijfopdracht bespreken (10 minutes)
  • Quiz! (10 minutes)
  • Les devoirs.... 

Aan het eind van de les kan je foutjes in veel gebruikte zinnen herkennen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui? 
  • Comment ça va?
  • Schrijfopdracht bespreken (10 minutes)
  • Quiz! (10 minutes)
  • Les devoirs.... 

Aan het eind van de les kan je foutjes in veel gebruikte zinnen herkennen!

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfopdracht (10 minutes)
  • Van de meeste leerlingen heb ik de opdracht ontvangen!
Niet ontvangen = huiswerk niet gemaakt
  • Wat vond je het moeilijkst om over te schrijven?
  • Wat was het makkelijkst?  

Slide 2 - Tekstslide

Quiz: schrijfopdracht..
  • We gaan zo een quiz doen over de meest gemaakte fouten.
  • Lukt het jullie om de fouten uit de zin te halen?  
  • We gaan jullie kennis eens even testen 

Slide 3 - Tekstslide

Welk van de volgende zinnen klopt?

A
Il appelle Luke
B
Il s'appelles Luke
C
Il s'appelle Luke
D
Il s'apelle Luke

Slide 4 - Quizvraag

Is de volgende zin goed of fout?
Elle est treize ans
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin klopt wel?
A
Mon soeur est sympa
B
Ma soeur est sympa
C
Soeur est sympa

Slide 6 - Quizvraag

Is de volgende zin goed of fout?
Je habite à Heerhugowaard
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Welk deel van de volgende zin is fout?
Il a onze an
A
a
B
onze
C
il
D
an

Slide 8 - Quizvraag

Goed of fout?
Il est drôle
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Welk stuk van de zin klopt niet?
Je douze ans
A
Je
B
douze
C
ans

Slide 10 - Quizvraag

Hoe verbeter je deze zin:
Je m'appele Frans
A
Je m'appel Frans
B
Je m'apelle Frans
C
Je m'appelle Frans
D
J' m'appelle Frans

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout:
j'amie
A
Fout
B
Goed

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord klopt niet in deze zin:
J'habite avec ma mère est mon frère
A
avec
B
mon
C
est
D
J'

Slide 13 - Quizvraag

Hij heet 
Ik heet
Hij is twaalf jaar
Zij is twaalf jaar
Il a douze ans
Je m'appelle
Elle a douze ans
Il s'appelle

Slide 14 - Sleepvraag

Hoeveel vragen had jij goed?
0 - 2
3 - 5
6 - 8
9 -11

Slide 15 - Poll

Les devoirs...
Geen huiswerk!

Volgende keer tijdens de les in de klas: 
Getallen herhalen.

Volgende keer "les" online : 
Je maakt de quiz die ik in magister zet! 


Slide 16 - Tekstslide