de trein

de trein
Wie heeft er wel eens met de trein gereisd?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

de trein
Wie heeft er wel eens met de trein gereisd?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat betekenen de letters?
OV

Slide 3 - Open vraag

Wie werken er
allemaal bij de bij
de trein?

Slide 4 - Woordweb

Waar kun je allemaal
naar toe met de trein?

Slide 5 - Woordweb

Wat is een ander woord voor spoor?
A
lijnen
B
rails
C
weg
D
bomen

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor staan er buiten ijzeren palen naast de trein?
A
voor de sier
B
voor de vogels om op te zitten.
C
hier zitten stroomdraden aan vast.
D
om de rails bij elkaar te houden.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kom je met de rolstoel in de trein.
A
springen
B
heel hard rijden.
C
met de rolstoelbrug
D
je kunt er niet in.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Waar stapt Fahad in?
A
auto
B
bus
C
trein
D
vliegtuig

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat is dat voor een kaartje dat Raaf moet laten zien?
A
het plaatsbewijs
B
het kaartje met een tekening.
C
kaartje waarop staat hoe laat het is.
D
kaartje waarop staat dat Fahad zijn vriend is.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Wanneer mag je de noodrem gebruiken?
A
Als je snel de trein uit wilt.
B
Als je nodig naar de WC moet.
C
Als je buiten iets mooi zie en daar rustig een foto van wilt maken.
D
Als er iets heel ernstigs gebeurd "een noodgeval".

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wie bestuurt de trein?
A
chauffeur
B
machinist
C
conducteur
D
bestuurder

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video