Herhalingsles par. 1 t/m 4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan vermenigvuldigen met breuken.
  • Ik kan breuken omrekenen naar percentages
  • Ik kan een procententabel gebruiken
  • Ik kan een nieuwe prijs berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag
Programma:
  • Herhalingsvragen 9.1 t/m 9.4
  • Samen aan de slag
  • Bespreken les 





Slide 3 - Tekstslide

Wat komt boven het eerste boogje te staan?
A
1
B
2
C
250
D
500

Slide 4 - Quizvraag

Wat komt boven het tweede boogje te staan?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 5 - Quizvraag

Wat is
in procenten?
A
20%
B
60%
C
80%
D
75%

Slide 6 - Quizvraag

Aan de slag...
Eerst 5 minuten zelf
De rest van de tijd mag je samenwerken
  • Maken quiz in LessonUp

  • Klaar? Werken aan studyflow.nl H24

Moeilijk?
Stel je vraag. Samen komen er wel uit.


Slide 7 - Tekstslide

Breuken kun je omrekenen naar procenten.
Zet het gelijkwaardige percentage bij de breuk.

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is NIET waar over percentages?
A
Het totaal is altijd 100%
B
Je kunt percentages omrekenen naar een breuk
C
Je kunt van een kommagetal een percentage maken
D
Procenten is een onderdeel van meetkunde

Slide 9 - Quizvraag



Welke berekening hoort NIET bij het berekenen van de korting?
A
2/5 van 800 = 800 :5x2
B
4/10 van 800 = 800:10x 4
C
800: 40
D
0,4 x 800

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel procent is gekleurd?
Eerst de breuk verkleinen!
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 11 - Quizvraag

Een breuk omzetten naar procenten en andersom...
Wat is NIET juist?

20% is ...
A
hetzelfde als het getal delen door 5
B
1/5 deel
C
hetzelfde als het getal keer 0,2
D
1/20 deel

Slide 12 - Quizvraag

Procenten kun je omrekenen naar breuken.
Zet de gelijkwaardige breuk bij het percentage.

Slide 13 - Sleepvraag

Hoeveel procent is dit?
A
10%
B
20%
C
25%
D
30%

Slide 14 - Quizvraag

Procenten kun je omrekenen naar breuken.
Zet de gelijkwaardige breuk bij het percentage.

Slide 15 - Sleepvraag

Verbind de breuken met de procenten of decimaal getal
0,5
0,4

66,7%
12,5%
30%
0,25

Slide 16 - Sleepvraag

Er zijn 700 herten. Er wonen 8% herten in Gelderland.
Hoeveel herten wonen er in Gelderland?
Sleep de juiste getallen in de procententabel.

procent

aantal
1
7
56
700
100
8
X

Slide 17 - Sleepvraag

33,3%
75%
29,95
33,3
Procent
0,5
Decimaal
Breuk

Slide 18 - Sleepvraag

Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 19 - Quizvraag

Opgave 42. Timo heeft een bijbaantje. Hij verdient €4,25 per uur. Hij krijgt loonsverhoging van 6,5%. Vul de procententabeltabel in. 
=
4,25
6,5
?
100
6,5
100
1
x
6,5

Slide 20 - Sleepvraag

Fenna koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de procententabel.
procent

euro
16,95
100
6,95
1
X
59
41

Slide 21 - Sleepvraag

Shivani koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de procententabel.
procent

euro
16,95
100
6,95
1
X
59
41

Slide 22 - Sleepvraag

H9 procenten...
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll