Blok 1 OVER TAAL woordenschat (Els)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

woordenschat

Over taal     blz. 33 - 40

- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.

- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten.

- begrijp je de betekenis van verschillende woorden die met school te maken hebben.

- kun je de betekenis moeilijke woorden vinden door terug of verder te lezen.

- kun je woorden op alfabetische volgorde zetten.

- kun je herkennen wat een omschrijving, synoniem en tegenstelling is. 

Aan het einde van deze paragraaf:

theorie

Op school gebruik je woorden die je thuis niet zo snel gebruikt. Deze woorden noem je schooltaalwoorden.

Schooltaalwoorden kom je bij alle vakken tegen.

We gaan een sleepopdracht maken.

In je boek is het opdracht 29  (blz. 28)

Welke woorden ken je al? 

Lees aandachtig en denk goed na. 

waar

niet waar

Als je antwoorden nakijkt, kijk je of ze goed zijn.

Als je een verhaal verbetert, maak je het opnieuw. 

Als je iets beschrijft, teken je het.

Als je iets aanpast, verander je wat dingen.

Als je iets noteert, schrijf je het op. 

Als je iets uitlegt, maak je het ingewikkeld. 

Als je dingen met elkaar vergelijkt, kijk je naar wat hetzelfde is en wat verschilt. 

Als je iets benoemt, geef je het een naam. 

Als je een app aanraadt, vind je die app zelf goed. 

Als je een SO bespreekt, worden de antwoorden uitgelegd. 

Dit is opdracht 36 in je boek.

We gaan de woorden uit opdracht 36 bekijken.

Helpen de plaatjes / filmpjes voor jou? 

Een opdracht met filmpjes en afbeeldingen.

het opstel

tekst die je voor school over een bepaald onderwerp schrijft

het blokuur

het dubbele lesuur.

S1B heeft op maandag het tweede en het derde uur Nederlands. Dit is een blokuur. 

het lokaal

de ruimte waar een klas les heeft.

de mentor

iemand die een klas begeleidt

de brugklas

de eerste klas van de middelbare school

de excursie

het leerzame uitstapje

lichamelijke opvoeding

de gymles

het tussenuur

het vrije lesuur

de roosterwijziging

een overzicht waarin je ziet:

- welke lessen

- de volgorde waarin de lessen gegeven worden

- welke lokalen

welke docenten

de roosterwijziging

een overzicht waarin je ziet:

- welke lessen

- de volgorde waarin de lessen gegeven worden

- welke lokalen

welke docenten

er verandert iets.... misschien een andere volgorde, misschien een ander lokaal, misschien een andere leraar

Helpt het voor jou als je een filmpje of een plaatje bij het woord ziet?

1. ja
2. nee
3. ik weet niet of ik het dan beter onthoud

en nu even oefenen.....

https:

zelfstandig werken:

We bespreken eerst hoe je de opdrachten moet maken.

Daarna ga je aan de slag. 

opdr. 33        blz. 34

Je ziet 2 kolommen: een met hoofdletters en een met 'kleine'letters.

Welke hoofdletter hoort bij de kleine letter?

Daarna kun je opdr. 33 helemaal maken. 

opdr. 34        blz. 34-35

Je ziet plaatjes, in de tekst daaronder zie je een onderstreept woord.

Schrijf die woorden onder elkaar in je schrift. Laat steeds een regel open.

Kijk nu bij opdr. 34

Je ziet schuingedrukte woorden. Maak de combinaties: 

dus:  doelgericht =  met een duidelijk doel  (doel= wat je wilt bereiken)

https:

opdr. 35       blz. 35-36

Los eerst de puzzels op.

Schrijf die woorden onder elkaar in je schrift. (Laat steeds een regel open)

Je ziet weer schuingedrukt de betekenissen.

Maak de goede combinaties..

Dus: conrector = onderdirecteur van een middelbare school.