2.2 Samenstellingen -en, -e, -s

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Spelling 
Wat hebben we al geleerd-> testje

Slide 2 - Tekstslide

Tim kijkt (1), want zijn kleine zusje heeft vele (2)
A
(1)geergerd (2)fantasieën
B
(1) geërgerd (2) fantasiën
C
(1) geërgerd (2) fantasieën

Slide 3 - Quizvraag

Op museum en opticien staat geen trema.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Epidemieën, oliën, brasserieën en utopiën zijn juist geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Spelling Samenstellingen
  • Je kunt uitleggen hoe je samenstellingen schrijft en wanneer je een tussenletter gebruikt.
  • Wat is ook alweer een samenstelling?

  • zelfstandig naamwoord + zelfstandig naamwoord
  • voorzetsel + zelfstandig naamwoord (onder + laag)
  • voorzetsel +werkwoord (op+bellen)




Slide 6 - Tekstslide

Wat is een
samenstelling?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kan je dit op twee manieren lezen?

Slide 10 - Tekstslide

  • Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.

  1. kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden

  1. lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 11 - Tekstslide

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 12 - Tekstslide

Samenstelling -en, -e, -s
  • Groentesoep of groentensoep?
  • kippehok of kippenhok?
  • rodekool of rodenkool?

Slide 13 - Tekstslide

voorbeeld
Braam + jam -> bramenjam
boek + tas -> boekentas
stoel + dans -> stoelendans

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De hoofdregels
1. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
2. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
3. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm
2. Eerste gedeelte geen zelfstandig naamwoord -> -e
goedemorgen, bolleboos, beresterk



Slide 16 - Tekstslide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 17 - Quizvraag

uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3.Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 18 - Tekstslide


Jullie zijn BEER + GOED bezig! Je bent een echte BOL + BOOS
A
berengoed, bollenboos
B
beregoed, bolleboos
C
berengoed, bolleboos
D
beregoed, bollenboos

Slide 19 - Quizvraag

In de (1) stond vermeld dat de minister een (2) was.
A
1 = krantekop 2 = huilebalk
B
1 = krantenkop 2 = huilebalk
C
1 = krantekop 2= huilenbalk
D
1 = krantenkop 2= huilenbalk

Slide 20 - Quizvraag

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 21 - Quizvraag

In een (1) bos ontdekten de jongens een heus (2). Dat vonden ze (3).
A
1= pikkendonker, 2= berenhol, 3= reuzenspannend
B
1= pikkedonker, berehol, 3 = reuzespannend
C
1 = pikkedonker, 2=berenhol, 3= reuzespannend
D
1= pikkendonker, 2= berehol, 3 = reuzenspannend

Slide 22 - Quizvraag

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 23 - Tekstslide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag


Taalblokken 4e Editie
  • Spelling en Grammatica 3F
Spelling -> 2.2 Samenstellingen: opdracht 1 t/m 5



Slide 26 - Tekstslide