10.2 Puberteit

H10 Je verandert
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H10 Je verandert

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke acht levensfasen zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

Tanden wisselen
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke veranderingen horen bij het ouder worden na het 50ste levensjaar?
timer
1:00
A
De huid krijgt rimpels.
B
Kraakbeen verdwijnt uit de botten.
C
Spieren worden sterker.
D
Vrouwen menstrueren nog regelmatig

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de regelstoffen die voor veel lichamelijke veranderingen zorgen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar worden hormonen gemaakt?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden hormonen verspreid?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelen je hormonen niet?
A
Slaap
B
Temperatuur
C
Bewegen
D
Voortplanting

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hormoonklier maakt groeihormoon aan?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat je lichaam een groeispurt doormaakt in de puberteit?
A
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je overal celdeling krijgt.
B
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in je botten krijgt.
C
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in de groeischijven van je botten krijgt.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van de celdeling?
A
Celdeling - kerndeling - celgroei
B
celgroei- kerndeling - celdeling
C
Kerndeling - celgroei - celdeling
D
Kerndeling - celdeling - celgroei

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botgroei
Kraakbeencellen zitten in groeischijven
  • Uiteinden van de pijpbeenderen
  • Wervelkolom
  • Heupbeenderen
  • Kaak

In de puberteit: groeispurt
Groei stopt als groeischijven bot worden (verbenen/verkalken).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom worden jongens vaak langer dan meisjes?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 10.2 Puberteit
  • Je kunt beschrijven hoe je lichaam tijdens de puberteit verandert.
  • Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit.
  • Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtskenmerken: alle kenmerken waaraan je het verschil kunt zien tussen een jongen en een meisje
  • Primaire geslachtskenmerken: vanaf de geboorte zichtbaar
  • Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke verschillen die tijdens de puberteit ontstaan 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de primaire geslachtskenmerken van meisjes en jongens.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal secundaire geslachtskenmerken van meisjes en jongens.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtbaar worden

  • Meisjes: eerste menstruatie
  • Jongens: eerste zaadlozing

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brede heupen en okselhaar zijn...
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt er niet?
A
Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken krijg je in de puberteit
C
Een secundair geslachtskenmerk is baardhaar
D
Vagina en de penis zijn primaire geslachtskenmerken

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire geslachtskenmerken

  • Kledingstijl
  • Denken
  • Gedrag

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 26 - Video

Filmpje over acné
NOG MEER veranderingen

  • Groei spieren en botten
  • Jeugdpuisjes
  • Zweten
  • Wisselende gevoelens

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Bestudeer blz. 200 t/m 202
Maken + nakijken opdr. 1 t/m 8

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
Hypofyse: hormonen -> reactie geslachtsorganen: hormonen
  • Meisjes: eierstokken maken oestrogeen
  • Jongens: zaadballen maken testosteron

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Transgender

Als je geslacht niet gelijk is aan je gevoel dan heb je een gender-identiteitsstoornis, oftewel genderdysforie.

Dit is niet gelijk aan travestie!!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Bestudeer blz. 203 t/m 206
Maken + nakijken opdr. 9 t/m 16

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit vraag
Robin heeft sterk het gevoel dat hij geboren is in het verkeerde lichaam. Hij wil van geslacht veranderen. Behalve een aantal operaties om zijn geslachtsorganen te veranderen, moet Robin ook een hormoonbehandeling ondergaan. Sommige hormonen worden dan extra toegevoegd, de productie van andere wordt onderdrukt.
a) Welke geslachtshormonen moeten extra worden toegevoegd aan het lichaam van Robin?
b) Van welke geslachtshormonen moet de productie worden onderdrukt.

Slide 36 - Tekstslide

a. Robin voelt zich geen man, maar een vrouw. Om een vrouw te worden moet hij het vrouwelijke hormoon oestrogeen krijgen (en LH en FSH)
b. Productie van testosteron moet worden onderdrukt.