H10 - METEN - les 4

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 2 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 3 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 4 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 5 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 6 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 7 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 8 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 9 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 10 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 11 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 12 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Slide 13 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Doel van de les:
Je kunt kilometers en meters omrekenen en als kommagetal schrijven.

Je kunt deze eenheden ook in kale sommen naar elkaar omrekenen.

Slide 14 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
1.000 meters zijn samen 1 kilometer.
1 kilometer is dus 1.000 meter.





les 4

Slide 15 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
Hoe lang is de wandelroute in meter?
les 4
De wandelroute is 4 km lang.
1 km is 1.000 meter, 
dus 4 kilometer = 4.000 meter.

De wandelroute is 4.000 m lang.

Slide 16 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
Een kilometer bestaat uit 10 stukken van 100 meter.
100 meter is 0,1 kilometer.
les 4

Slide 17 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
Wat is de hoogte van de wolkenkrabber in kilometer?
les 4
De wolkenkrabber is 500 m hoog.
100 m = 0,1 km, dus 500 m = 0,5 km.
De wolkenkrabber is 0,5 km hoog.

Slide 18 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
Ook als iets langer is dan 100 meter, kun je de afmeting schrijven als kommagetal.

les 4
De fietsroute is 2.700 m lang.
2.00 m is 2 km.
700 m = 0,7 km.
2 km + 0,7 km = 2,7 km.
De lengte van de fietsroute is 2,7 km.
2.700 m is dus hetzelfde als 2,7 km.

Slide 19 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
les 4
Je kunt ook rekenen met afmetingen.
Soms moet je meters als centimeters schrijven om iets uit te rekenen.

Piet zaagt een plank in stukken van 20 cm.
In hoeveel stukken zaagt Piet de plank?

Slide 20 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
les 4
Stap 1
Schrijf de lengte in centimeter.
1 m = 100 cm.

Stap 2
Reken uit.

De plank kan in 5 stukken van 20 cm worden gezaagd.
Piet zaagt de plank in 5 stukken.

Slide 21 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
les 4
opdracht 33 blz. 105 tot en met 
opdracht 43 + puzzel blz. 113


WAT?
KLAAR?
THUIS
Studiemeter Hoofdstuk 10 afmaken.
volgende week TOETS

Slide 22 - Tekstslide