KD zwem H7
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Zie de algemene tips voor de lesgever op blz. 173-174.
Welke tip spreekt jou het meest aan?
Welke tip spreekt jou het meest aan?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Is het gegeven voorbeeld een 2-tak beweging of 3-tak?
2
3
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Op basis van twee methoden kun je zwemslagen aanleren:
A
De snelle - en globale methode
B
De globale - en analytische methode
C
De analytische- en snelle methode
D
Klopt niet: er is maar één methode!
Slide 10 - Quizvraag
Bij het aanleren van zwemslagen is het verstandig om gebruik te maken van een ‘klittenband’. Hiermee bedoelen we:
A
De kinderen samen leren zwemmen
B
Als zweminstructeur in het water zijn tijdens de lessen
C
De kinderen tegelijkertijd instructie geven
D
Bij de zweminstructie aansluiten op wat kinderen al kunnen
Slide 11 - Quizvraag
Het aanleren van de enkelvoudige rugslag is makkelijker als het kind:
A
net gestart is in het voortraject
B
al kan drijven op de buik
C
al kan drijven op de rug
D
de schoolslag al beheerst
Slide 12 - Quizvraag
Bij de enkelvoudige rugslag let je erop of het kind de beenbeweging ‘symmetrisch’ uitvoert. Dit betekent:
Slide 13 - Open vraag
Tijdens de schoolslag is er sprake van een ‘contrabeweging’ van de benen. Dit betekent:
Slide 14 - Open vraag
De combinatieschoolslag is voor kinderen moeilijk doordat ze twee bewegingen tegelijkertijd moeten uitvoeren
Juist
onjuist
Slide 15 - Poll
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de functie van de beenslag?
Slide 18 - Woordweb
In welke vlakken horen de overhaal en de doorhaal bij de rugcawl?
Horizontale vlak
Vertikale vlak
Overhaal
Doorhaal
