herhaling hoofdstuk 2 grammatica/aantekeningen maken
hoofdstuk 2 afmaken
Slide 3 - Tekstslide
2.1 woordsoorten stappenplan
Slide 4 - Tekstslide
2.1 Bijwoordelijke bepaling
bijwoordelijke bepaling: tijd en plaats
Slide 5 - Tekstslide
2.1 voorbeelden bijwoordelijke bepaling
waarheen?
wanneer?
hoe?
Slide 6 - Tekstslide
2.2 voorzetsels
Slide 7 - Tekstslide
2.2 scheidbare werkwoorden
Slide 8 - Tekstslide
2.3 voegwoorden en samengestelde zinnen
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
Wij hebben geen auto. We reizen altijd met de trein.
Dit zijn twee losse zinnen met allebei een eigen PV, maar deze zinnen kun je ook aan elkaar plakken.
We hebben geen auto, maar we reizen altijd met de trein
Slide 10 - Tekstslide
voegwoorden
Slide 11 - Tekstslide
voorbeelden
voegwoord in één zin
We begonnen te schuiven met stoelen en tafels
Vandaag of morgen barst de bom.
Gaat Halina fietsend of lopend naar rugby?
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
voegwoord bij twee zinnen :
Jeff zal blijven zitten, omdat zijn cijfers te laag zijn.
Je kunt in de stad gaan wonen ,maar op het platteland is het ook heerlijk.
Let op: in iedere zin zitten twee PV's , je plakt dus twee zinnen aan elkaar!!!
Slide 13 - Tekstslide
2.4 aanwijzend voornaamwoord, onderwerp en persoonsvorm
Slide 14 - Tekstslide
aanwijzend voornaamwoord
Deze pen is rood, maar die pen is blauw.
Slide 15 - Tekstslide
aanwijzend voornaamwoord
Maak een plaatje in je hoofd van de zin.
Wijst iemand in dat plaatje iets aan ?
Dan is dat het aanwijzend voornaamwoord
Slide 16 - Tekstslide
Dat het onderwerp en persoonsvorm hetzelfde getal hebben
vertel me meer, dat wil ik leren!!!!!
Slide 17 - Tekstslide
heel simpel
O. PV
Ikloop op straat
ev--ev
O. PV
Wijlopen op straat
mv-mv
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeelden
De groep mensen staat buiten-------------------De groepjes staan buiten.
Tiktok is slecht voor kinderen-----Sociale media zijn slecht voor kinderen.
De koffer met juwelen is teruggevonden--De juwelen zijn teruggevonden.
Slide 19 - Tekstslide
2.5 werkwoordspelling en gebiedende wijs
Slide 20 - Tekstslide
Gebiedende wijs ( het moet!! )
Het onderwerp ontbreekt in zinnen die in de gebiedende wijs staan. Je gebruikt deze vorm als je iemand iets beveelt. Of vriendelijker: als je iemand een advies geeft of graag wil dat iemand iets doet.