Les 1 - 5 vwo - periode 3. Paragraaf 2.7

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Welkom!

Als de timer is afgelopen heb je...

• Webcam aan;
• Aantekeningenschrift bij de hand.

Wat verwacht jij van de online lessen de komende tijd?

Weinig interactie, veel luisteren.

Héél veel opdrachten maken

Een gezonde afwisseling van klassikale uitleg & maken van opdrachten

Wat moet er volgens jou gebeuren om meer uit een online-les te halen?

Vandaag

- Checkin

- Uitleg 2.7

- Oefenen 2.7

Verband tussen deze afbeeldingen: welk geografisch begrip is hiervan toepassing?

Actueel: Waarom is er juist in de winter sprake van piekafvoer van een regenrivier?

Pak je aantekeningenschrift erbij

= aantekeningen maken

§2.7

• Hoe worden delta's gevormd?

• Wat is het verschil tussen een delta en een estuarium?

• Waarom ontstaat er in het laagland zandbanken? 

§2.7 De opbouw van het laagland

Fasen van erosie en sedimentatie

Ontstaanswijze delta

1. Transport van zand en klei (verweringsmateriaal)
2. Stroomsnelheid neemt af
3. Zand en klei bezinkt (sedimentatie)
4. Rivierbedding raakt verstopt
5.  Rivier maakt nieuw doorgang naar de zee.

Sedimentatie

Overstromingsvlakten zakken weg/in elkaar

Dus sedimentatie blijft.

Sedimenten worden in elkaar gedrukt: sedimentgesteenten

Einde rivier

Delta                  of               Estuarium

Delta:

• stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
  
• Al het sediment zakt naar de bodem
  
• door ophoping ontstaat nieuw land
  

Estuarium:

• Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen
  

of

• bij vloed dringt zeewater de rivier in
  

Delta

In laagland kan de rivier splitsen

Vaak in een "driehoek"

Griekse letter Delta 

Even testen..

Bekijk het plaatje. In welk rijtje staan de begrippen in de goede volgorde?

1. bovenloop = A, benedenloop = B, middenloop = C, delta = D
2. bovenloop = C, benedenloop = B, middenloop = A, delta = D
3. bovenloop = B, benedenloop = D, middenloop = C, delta = A
4. bovenloop = D, benedenloop = B, middenloop = C, delta = A

Welke kenmerk past het beste bij een delta?

1. De rivier stroomt snel in de delta
2. De delta ontstaat door erosie
3. Er vindt veel sedimentatie plaats
4. Er is slechts een geul

Aan de slag.

1. Maak: werkboek 2.7. Opdr. 1,3,5,6 (blz 45)

2. Klaar? Maak een foto en lever deze via Google Classroom in.

Volgende les afhebben: 2.7. Opdr. 1,3,5,6 (blz 45)

Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof