5.3 Werken in de stad

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoon in je kluis! Zie ik hem wel? Dan ben je hem kwijt tot het einde van de dag.
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
- Laptops op tafel.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoon in je kluis! Zie ik hem wel? Dan ben je hem kwijt tot het einde van de dag.
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
- Laptops op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor rechten had een stad nodig?
A
Aanrecht
B
Werk recht
C
Stadsrecht
D
Dorpsrecht

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet de rechter in de middeleeuwse stad?
A
Schepenen
B
Rakker
C
Schout
D
Ridder

Slide 3 - Quizvraag

Wat weet jij al van monniken en ridders?

Slide 4 - Woordweb

5.3 Werken in de stad

B1

Slide 5 - Tekstslide

Dagmenu
1. Introductie                       (5min)
2. Werken in de stad           (15min)
3. Opdrachten                     (15min)
4. Afsluiting                          (5min)

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Waarvan leefden de mensen in de stad?

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van steden en staten

Slide 8 - Tekstslide

Ambachten
In de stad woonden handelaren en mensen met een ambacht. Een ambacht is het beroep van een vakman: hij maakt iets. Er waren heel veel ambachtslieden in een Middeleeuwse stad: bakkers, schoenmakers, zilversmeden, steenhouwers, mandenvlechters, bontwerkers … Elk ambacht had een eigen gilde. Dat was de vereniging voor mensen met hetzelfde ambacht. 

Slide 9 - Tekstslide

Ambachten
Het gilde zorgde voor de opleiding van de ambachtslieden. Gildemeesters controleerden de kwaliteit van de producten die de ambachtslieden maakten. En een ambachtsman mocht niet zelf beslissen welke prijs hij voor zijn producten vroeg: dat besliste het gilde. De mensen van het gilde hielpen elkaar. Bijvoorbeeld als iemand ziek was en niet kon werken. Ging een gildelid dood, dan hielp het gilde zijn gezin.


Slide 10 - Tekstslide

Bij het gilde
Hoe werd je lid van een gilde? Daarvoor ging je in de leer bij een gildemeester, een ervaren vakman. Je ging bij hem wonen en je deed kleine klusjes. Ging dat goed, dan werd je gezel. Je leerde dan het vak van de meester. Je kreeg dan ook betaald voor je werk. Na een heel lange tijd – vaak jaren – mocht je zelf meester worden. Daarvoor moest je een soort examen doen: de meesterproef. Je moest dan een moeilijk werkstuk maken. Daarmee liet je zien dat je een volleerd vakman was. 

Slide 11 - Tekstslide

Bij het gilde
Een ambachtsman móest lid van het gilde zijn. Anders mocht hij niet werken in de stad. Een ambachtsman kon dus niet zomaar naar een andere stad verhuizen en daar gaan werken. Hij moest dan eerst lid worden van het gilde in die andere stad. Dat gilde liet niet iedereen toe. Concurrentie was daardoor niet mogelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten/Huiswerk
Maak op Learnbeat:
5.3A en 5.3B
Volgende les: Het tweede deel van 5.3 Werken in de stad

Slide 13 - Tekstslide

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoon in je kluis! Zie ik hem wel? Dan ben je hem kwijt tot het einde van de dag.
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
- Laptops op tafel.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor iemand die iets maakt?
A
Timmerman
B
Broodman
C
Steenman
D
Ambachtsman

Slide 15 - Quizvraag

Waar moet de ambachtsman lid van zijn om in een stad te werken?
A
Hilde
B
Gilde
C
Trilde
D
Bilde

Slide 16 - Quizvraag

5.3 Werken in de stad

B1

Slide 17 - Tekstslide

Dagmenu
1. Introductie                       (5min)
2. Werken in de stad           (15min)
3. Opdrachten                     (15min)
4. Afsluiting                          (5min)

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
Waarvan leefden de mensen in de stad?

Slide 19 - Tekstslide

Tijd van steden en staten

Slide 20 - Tekstslide

Op de markt
Midden in veel Middeleeuwse steden was een groot plein, de markt. Boeren uit de omgeving verkochten er hun eieren, melk of kaas. Voor de handel was vooral de jaarmarkt belangrijk. Die was één keer per jaar. Maar dan duurde de markt soms wel twee weken. Handelaren uit allerlei streken deden er goede zaken. Ze reisden van de ene jaarmarkt naar de andere.

Slide 21 - Tekstslide

Steden werken samen
Een groep steden in Europa werkte samen. Het doel was om meer handel te krijgen. Ze noemden die samenwerking een Hanze. Hanzesteden hielpen elkaar. In elkaars steden hoefden ze minder belasting te betalen aan het stadsbestuur. Ze maakten afspraken over de prijzen of kochten samen goedkoop goederen in. Hun handelaren reisden samen, omdat dat veiliger was. 

Slide 22 - Tekstslide

Steden werken samen
Ook steden in ons land waren lid van een Hanze. Vooral de steden langs de rivier de IJssel, zoals Doesburg, Zutphen en Deventer. Steden als Antwerpen en Brugge waren weer lid van een andere Hanze.

Slide 23 - Tekstslide

Dit moet je onthouden
In de stad woonden handelaren en ambachtslieden. Ambachtslieden moesten lid van het gilde zijn. Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten en besliste over de verkoopprijs. Steden werkten met elkaar samen om meer handel te krijgen. Hun vereniging heette een Hanze.

Slide 24 - Tekstslide

Wat was er 1 keer per jaar op het grote plein in de stad?
A
Feest
B
Carnaval
C
Jaarmarkt
D
Mensenmarkt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de naam van steden die samenwerkte in de handel?
A
Sjanse
B
Bedwantsen
C
Danse
D
Hanze

Slide 26 - Quizvraag

Sleep de Hanzesteden naar de juiste plek
WEL Hanzesteden
GEEN Hanzesteden
Wierden
Zutphen
Almelo
Enschede
Rome
Kampen
Amsterdam
Zwolle
Deventer
Utrecht

Slide 27 - Sleepvraag

Opdrachten/Huiswerk
Maak op Learnbeat:
5.3C
Volgende les: 5.4 Een leven voor God

Slide 28 - Tekstslide