RT wk 3 -heid, -tijd, -teit (vervolg)
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
wanneer het woord ook daadwerkelijk te maken heeft met de klok of kalender.
als het niet over een moment of periode gaat, in alle andere gevallen
dit schrijf je altijd zo, nooit anders!
Slide 4 - Sleepvraag
WINTER...
A
TEID
B
TIJD
C
TIJT
D
TEIT
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
BIJZONDER...
A
HIJD
B
HEIT
C
HEID
D
HIJT
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
CREATIVI....
A
TEID
B
TIJD
C
TIJT
D
TEIT
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
HOE SCHRIJF JE....?
Slide 12 - Open vraag
HOE SCHRIJF JE....?
Slide 13 - Open vraag
HOE SCHRIJF JE....?
Slide 14 - Open vraag
HOE SCHRIJF JE....?
Slide 15 - Open vraag
HOE SCHRIJF JE....?
Slide 16 - Open vraag
HOE SCHRIJF JE....?
