De microscoop

De microscoop
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieScience+2Middelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

De microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Kijken
Luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij van heel dichtbij
willen bekijken?

Slide 3 - Woordweb

Vertel: Met een microscoop maak je zichtbaar wat je met het blote oog niet kunt zien. 
Vraag: Wat zouden jullie graag van dichtbij willen zien?
Laat studenten antwoorden insturen
Antoni van Leeuwenhoek
  • Zelfontworpen microscoop
  • Betere vergroting dan  soortgelijke microscopen uit de 17e eeuw
  • Deze microscoop uit de collectie van het UMU vergroot wel 266x 




Slide 4 - Tekstslide

Vertel: Antoni van Leeuwenhoek bekeek van alles door zijn zelf ontworpen microscoop: bloed, slootwater, planten, ontlasting, sperma en ‘kleine dierkens’(bacteriën). Maar ook onderzocht hij luizen, vlooien en andere insecten. De lensjes die hij eind 17de eeuw maakten hadden een veel grotere vergroting dan tot dan toe mogelijk was geweest. 
Klik op het oogje: Van alle elf Van Leeuwenhoek microscoopjes die nog bewaard zijn gebleven, geeft het exemplaar in de collectie van het UMU de grootste vergroting namelijk 266x. Pas in het begin van de 19e eeuw kon een vergelijkbare vergroting met dezelfde beeldkwaliteit behaald worden. 
Verschillen Van Leeuwenhoek en huidige microscopen
  • Van Leeuwenhoek's microscoop is maar een paar centimeter groot
  • Heeft maar één lens in plaats van samengestelde meerdere
  • Moeilijker te gebruiken dan hedendaagse microscopen lenzen

Slide 5 - Tekstslide

Vertel: De microscoop van Van Leeuwenhoek lijkt helemaal niet op de microscopen van nu. Het is maar een paar centimeter groot en had maar één enkele lens in tegenstelling tot de samengestelde microscopen met meer lenzen, die nu algemeen worden gebruikt. De Van Leeuwenhoek microscoop was tevens niet makkelijk in het gebruik. Om iets te kunnen waarnemen, moest je het lensje heel dicht bij je oog houden. Zijn model heeft daarom ook nauwelijks navolging gekregen.
Laat zien: de verschillende beelden, klik op de oogjes.

Slide 6 - Tekstslide

Vertel: De Van Leeuwenhoek microscoop was ook niet makkelijk in het gebruik. Om iets te kunnen waarnemen, moest je het lensje heel dicht bij je oog houden. Zijn model heeft daarom nauwelijks navolging gekregen.
De basis van microbiologie
Van Leeuwenhoek legde de basis voor de microbiologie. Het nut bleef echter tot in de 19e eeuw niet vanzelfsprekend.

Beperkte betrouwbaarheid.




Slide 7 - Tekstslide

Vertel: Van Leeuwenhoek ontdekte de wereld op microschaal. Met zijn onderzoek heeft hij de basis gelegd voor de latere microbiologie.
Het nut van microscopisch onderzoek bleef echter tot in de negentiende eeuw niet vanzelfsprekend. De werking en betrouwbaarheid van de eenvoudigere microscopen was ook beperkt, met tegenstrijdige waarnemingen tot gevolg. Intussen heeft de microscopisch onderzoek een enorme vlucht gemaakt. Microscopische technieken worden in allerlei vakgebieden ingezet voor onderzoek. Zowel voor toegepast onderzoek als fundamenteel onderzoek (kennis omwille van de kennis, zonder een direct concrete toepassing).

Oculair: Ook wel ooglens genoemd is de eerste lens die je tegenkomt in de microscoop en vergroot wel 10x.
Tubus: houdt het oculair vast en verbindt het oculair en de volgende set lenzen: de objectieven.
Revolver: draaibaar magazijn voor de objectieven
Objectief: lens in de revolver. Vergroot 4x, 10x en 40x
Tafel: hierop ligt het preparaat
Diafragma: hiermee regel je de hoeveelheid licht
Spiegel: lichtbron
Voet: hierop staat de microscoop
Statief: hieraan houd je de microscoop vast bij vervoeren

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit: alle onderdelen van de microscoop. Klik op de pinnetjes voor meer informatie.
Werking van een microscoop:
een preparaat

Je begint met het maken van een "preparaat" waar licht doorheen schijnt.

Vaak een doorsnede of een aantal cellen tussen glazen plaatjes.




Slide 9 - Tekstslide

Vertel: Je begint met het maken van een “preparaat”. Je kunt niet zomaar alles onder een microscoop leggen. Bij een microscoop maak je gebruik van licht dat door je preparaat heen schijnt waardoor je het kunt zien. Het preparaat is vaak een doorsnede, of een aantal cellen dat op een glazen plaatje zit en ook weer is afgedekt met een plaatje. Vaak zit er water tussen het glazen plaatjes zodat het op z’n plek blijft zitten.
Werking van een microscoop:
Op het tafeltje


Het preparaat leg je op het tafeltje van de microscoop. Zet het lampje aan en stel het spiegeltje goed in zodat er licht door het preparaat heen schijnt naar de lens.

Slide 10 - Tekstslide

Vertel: Het preparaat leg je op het tafeltje van de microscoop. Zet het lampje aan en stel het spiegeltje goed in zodat er licht door het preparaat heen schijnt naar de lens.

Werking van een microscoop:
scherpstellen

Kijk met één oog door de monoculair en kies een vergroting. Daarna kun je inzoomen met de twee draaiknoppen.


Slide 11 - Tekstslide

Vertel: Nu ga je scherpstellen. Dat doe je terwijl je met één oog door de monoculair kijkt. Kies daarvoor eerst de juiste vergroting. Op de eenvoudige microscopen zitten vaak drie vergrotingen. Vervolgens kun je in en uit te zoemen met de draaiknoppen. Vaak heb je een grote en kleine knop om aan te draaien. De grote is dan voor het grove scherpstellen en dan de kleine voor het haarscherpstellen. Je kunt ook nog de hoeveelheid licht bepalen met het diafragma en zo scherp stellen. Als laatste kun je het preparaat nog verschuiven over het tafeltje met de twee draaiknoppen om het meest interessante stuk onder de lens te krijgen. 

Als alles goed ingesteld is kun je het preparaat gaan bekijken!

Werking van een microscoop:
diafragma
De hoeveelheid licht bepaal je met het diafragma.

Je kunt het preparaat verschuiven over het tafeltje met de twee draaiknoppen om zo het juiste stuk onder de lens te krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Vertel: Je kunt ook nog de hoeveelheid licht bepalen met het diafragma en zo scherp stellen. Als laatste kun je het preparaat nog verschuiven over het tafeltje met de twee draaiknoppen om het meest interessante stuk onder de lens te krijgen. 

Als alles goed ingesteld is kun je het preparaat gaan bekijken!

Slide 13 - Video

Vertel: Microscopen worden steeds groter om nog beter te kunnen zien. Hier zie je een voorbeeld van een nieuwe microscoop die ze bij Natuurkunde op de Universiteit Utrecht hebben opgebouwd waar ze zelfs atomen mee kunnen zien.
Speel filmpje af.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies