Hoofdstuk 5

klas 4 Rekenen
Hoofdstuk 5, rekenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

klas 4 Rekenen
Hoofdstuk 5, rekenen

Slide 1 - Tekstslide

5.1
Rekenen met tijd
48:30:16 uur betekent:
48 uur; 30 minuten; 16 seconden
maar LET OP:
36:18,5 minuten betekent:
36 minuten; 18,5 seconden

Slide 2 - Tekstslide

0,6 uur = ... minuten
1

Slide 3 - Open vraag

17 280 seconden = ... uur
2

Slide 4 - Open vraag

5.2
Rekenen met snelheid
Vuistregels:
  • Lopen is 6 km/uur
  • Fietsen is 18 km/uur
Van m/s naar km/uur:
1 uur is 60 x 60 = 3600 seconden
1 km is 1000 meter
dus 1 m/s is 1 x 60 x 60 = 3600 meter / uur
en dat is 3600 : 1000 = 3,6 km/uur


Slide 5 - Tekstslide

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag in een tijd van 3:41,72.
Wat was hun tijd in seconden?
3
A
3,41 seconden
B
204,6 seconden
C
221,72 seconden
D
205,032 seconden

Slide 6 - Quizvraag

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen
goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag.
Na 110 seconden was de wissel van de derde zwemster.
Wat was de gemiddelde snelheid in de eerste helft van de wedstrijd in m/s?
4
A
0,55 m/s
B
1,8 m/s
C
1,98 m/s
D
3,6 m/s

Slide 7 - Quizvraag

5.3/5.4
Oppervlakte & inhoud
1 centi are (ca) = 1 m2
1 are = 100 m2
1 hectare (ha) = 10 000 m2

1 dm3 = 1 liter
1 hl (hecto liter) = 100 liter
1 m3 (kuub) = 1 000 dm3 = 1 000 liter
1 liter = 10 dl (deci liter)
           = 100 cl (centi liter)
           = 1 000 ml (milli liter)


Slide 8 - Tekstslide

Ezelsbruggetje:
ALS DE MAAT KLEINER WORDT ,  WORDT HET GETAL GROTER
(en andersom)
van HA naar ARE
HA is Groot---ARE is klein
(2 stappen dus  x 100)
2 HA = 200 ARE

Slide 9 - Tekstslide

5.5
Gewicht
1 ton = 1 000 kg
1 kg   = 1 000 gram
1 gr    = 1 000 mg (milli gram)
Algemeen:

  • hecto = honderd
  • kilo = duizend




Slide 10 - Tekstslide

Ezelsbruggetje:
ALS DE MAAT KLEINER WORDT ,  WORDT HET GETAL GROTER
(en andersom)
van Kg naar Gram
Kg is Groot---Gram is klein  
(3stappen dus x1000)
2 Kg = 2000 Gram

Slide 11 - Tekstslide

2,3 kg = ... gram
14

Slide 12 - Open vraag

4 500 kg = ... ton
15

Slide 13 - Open vraag

150 000 mg = ... kg
16

Slide 14 - Open vraag

5.6
Wetenschappelijke notatie
Wetenschappelijke notatie is een heel groot of heel klein getal opgeschreven als macht van tien.
Hierbij ligt het eerste getal altijd tussen 1 en 10.

Dus 4 532 000 wordt 4,532 x 10^6
want 10^6 = 1 000 000 (een 1 met zes nullen)

of 0,005 87 wordt 5,87 x 10^-3
want 10^-3 = 0,1 x 0,1 x 0,1 = 0,000 1 (drie nullen voor de één)



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zet in wetenschappelijk notatie,
Welk getal staat op de plaats van het ? 56000 = 5,6 x 10 ^?
A
4
B
3
C
6
D
5

Slide 17 - Quizvraag

Wetenschappelijk notatie:
234512 = 2,35 x 10
5
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Wetenschappelijk notatie:
0,00063 = 6,3 x 10
4
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Wetenschappelijk notatie:
0,000019 = 1,9 x 10
-5
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag