9.3 / 9.4

9.3 / 9.4 



Docent: T. Belder
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.3 / 9.4 



Docent: T. Belder

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Nabespreken vragen (9.3 t/m 9.9) -> Nabespreken 9.3 t/m 9.5
- Behandelen 9.3 en 9.4 
-Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 9.3

Slide 3 - Tekstslide

9.3
a) De camper is het eigendom van beiden omdat er minder dan de helft van de aanschafwaarde wordt betaald uit het privé vermogen

B) Roano = €0 ,
 Esma €18725/€53500 x 100% = 35% x €280600 = €10010
Gemeenschappelijk = 65% van €28600 = €18590

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 9.4

Slide 5 - Tekstslide

9.4
A) Stefana en Ula zijn beide aansprakelijk voor in totaal €15 000 + €90 000 = €105 000 aan schulden. Dit komt doordat volgens de wettelijke regeling huwelijken in gemeenschap van goederen voor 1 januari 2018 het vermogen automatisch wordt gedeeld.

B) Notariële akte

C) Inschrijving van de notariële akte van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregisters

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 9.5

Slide 7 - Tekstslide

9.5
a) In situatie 2 en 3 
b) 60% van €32000 = €19200
c) 
Afke = €19500 + 0,5 x €24000 = €31500
Uday = €24500 + 0,5 x €24000 = €36500

Gemeenschappelijk vermogen = €68 000 - €19500 - €24500 = €24000

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 9.3

Slide 9 - Tekstslide

Beëindiging huwelijk
  • door de dood
  • een nieuw huwelijk bij vermissing 
  •  echtscheiding 
  • ontbinding van huwelijk na scheiding van tafel en bed

Slide 10 - Tekstslide

Afspraken maken bij scheiding

Slide 11 - Tekstslide

Scheidingsprocedure
  • Advocaat en eventueel mediator  (verzoekschrift)
  • Echtscheidingsconvenant (overeenkomst)
  • Soms zitting rechtbank
  • Beschikking rechter 
  • Inschrijving burgerlijke stand

Slide 12 - Tekstslide

9.4

Slide 13 - Tekstslide

Verschillen samenwonen met contract en huwelijk/ geregistreerd partnerschap 
Samenwonen met contract
Huwelijk/ geregistreerd partnerschap 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag
- Maken 9.13, 9.14, 9.18


Toetsweek (16 jan t/m 20):
Repetitie H9 / H10
 Bonuspunt (1) : Samenvatting H9 

Slide 16 - Tekstslide

Geef een korte omschrijving van het begrip samenlevingscontract

Slide 17 - Open vraag

Leg uit wat trouwen in beperkte gemeenschap van goederen betekent

Slide 18 - Open vraag

Leg uit wat huwelijkse voorwaarden zijn

Slide 19 - Open vraag

Noem twee verschillen tussen een samenlevingscontract en een geregistreerd partnerschap

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen beperkte wettelijke gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden?
A
Bij beperkt is alles wat nieuw is ná de huwelijksvoltrekking van jullie samen, bij voorwaarden niets
B
Bij beperkt is alles wat nieuw is samen, bij huwelijkse voorwaarden zijn de bedrijven apart
C
Bij beperkt is alles wat nieuw is samen, bij huwelijkse voorwaarden alleen het vermogen ná het huwlijk
D
Bij beperkt is alles samen wat nieuw is samen, bij huwelijkse voorwaarden mag je alles zelf bepalen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen volledige en beperkte wettelijke gemeenschap van goederen?
A
Bij volledig is al het inkomen en vermogen van jullie samen
B
Bij beperkt is alleen het vermogen van jullie samen
C
Bij beperkt is alles wat nieuw is ná de huwelijksvoltrekking van jullie samen
D
Bij beperkt is alles wat nieuw is ná de huwelijksvoltrekking van jullie samen, behalve de bedrijven

Slide 22 - Quizvraag

Mag één van de echtgenoten het huis verkopen waar ze samen wonen?
A
Ja, dat mag.
B
Nee, dat mag niet.

Slide 23 - Quizvraag

Mag één van de echtgenoten een auto op afbetaling kopen?
A
Ja, dat mag.
B
Nee, dat mag niet.

Slide 24 - Quizvraag

Mag één van de echtgenoten € 2.500 aan zijn kind schenken?
A
Ja, dat mag.
B
Nee, dat mag niet.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet de plicht om de kosten van het huishouden te verdelen over beide echtgenoten?
A
Fourneerplicht
B
Nihilplicht
C
Draagplicht
D
Onderhoudsplicht

Slide 26 - Quizvraag

Een geregistreerd partnerschap heeft altijd betrekking op een man en een vrouw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke samenlevingsvorm verandert er op juridisch gebied niets.
A
Getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen
B
Getrouwd onder huwelijkse voorwaarden
C
Geregistreerd partnerschap
D
Samenwonen zonder samenlevingscontract

Slide 28 - Quizvraag

Bij de ontbinding van een huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen moet altijd een notaris ingeschakeld worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Bij een scheiding van tafel en bed wordt de gemeenschap van goederen omgezet naar huwelijkse voorwaarden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Samenwoners met een samenlevingscontract die dit contract willen beëindigen en nog jonge kinderen hebben, moeten een ouderschapsplan opstellen en dit voorleggen aan een rechter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Bij onenigheid over de beëindiging van het geregistreerd partnerschap moet de rechter ingeschakeld worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Bloedverwanten hebben dezelfde voorouders.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Samenwoners met een samenlevingscontract hebben bij scheiding geen onderhoudsplicht ten opzichte van elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Sies en Hilbert gaan scheiden. Beiden hebben een goede baan. Sies verdient € 6.600 bruto per maand en Hilbert verdient € 27.600 bruto per maand. Kan Sies in deze situatie aanspraak maken op partneralimentatie?
A
Neen, want Sies heeft een goed inkomen en kan makkelijk in haar levensonderhoud voorzien.
B
Ja, want Sies heeft altijd in relatief grote welvaart geleefd en valt nu met haar inkomen hierin sterk terug.

Slide 35 - Quizvraag

Check leerdoelen
  • Je kunt vier verschillende samenlevingsvormen benoemen en hierbij verschillen aangeven
  • Je kunt de verplichtingen tijdens het huwelijk benoemen 
  • Je kunt vergoedingsrechten en plichten op basis van de beleggingsleer berekenen
  • Je kunt vier manieren benoemen waarop een huwelijk beëindigd kan worden 
  • Je kunt uitleggen hoe een scheidingsprocedure werkt (in de basis) 
  • Je kunt uitleggen wat je in een samenlevingscontract kunt vastleggen 

Slide 36 - Tekstslide

2DOC: The origin of trouble

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Tekstslide