Verkeer (Voorrang)

Verkeer 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verkeer 

Slide 1 - Tekstslide

Voorrang: 
Wat gaan we doen ?
- Verkeersborden quiz
- Theorie over voorrang

Slide 2 - Tekstslide

Verkeersborden quiz: 

Pak je wisbordje 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Je bent op een voorrangsweg
B
Je mag hier niet harder dan 50
C
Geef voorrang aan alle bestuurders van rechts en links

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Bestuurders die van rechts en links komen hebben voorrang
B
Voorrangskruispunt: Bestuurders krijgen voorrang van links en rechts
C
Je moet hier rechtdoor rijden

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Hier moet ik verplicht hand in hand lopen
B
Voetpad: Je moet hier lopen
C
Hier mogen alleen ouders met hun kinderen lopen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Stop altijd! Je moet voorrang verlenen
B
Iedereen moet hier stoppen voor jou
C
Verboden in te rijden, je mag deze straat niet in

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Verboden toegang voor auto's
B
Hier mag je oversteken als voetganger
C
Geef voorrang aan alle bestuurders van links en rechts

Slide 8 - Quizvraag

Wat moet je doen bij dit verkeersbord?
A
Je mag hier fietsen.
B
Je mag hier huppelen.
C
Je mag hier lopen.
D
Je moet hier fietsen!

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet je doen bij dit verkeersbord?
A
Je moet hier rechtdoor als je fietst. Auto's moeten hier naar rechts.
B
Je moet hier rechts afslaan als je fietst. Je mag hier niet rechtdoor of naar links.
C
Je moet hier links afslaan als je fietst. Je mag hier niet rechtdoor of naar rechts.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Pas op! giftige stoffen
B
Pas op! gevaarlijk kruispunt
C
Pas op! overstekend wild
D
Pas op! slecht wegdek

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Hier is een speeltuin
B
Hier is een woonerf
C
Hier kun je voetballen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Je mag hier niet fietsen.
B
Je mag hier je fiets niet parkeren.
C
Je mag hier wel fietsen.
D
Je mag hier alleen met je fiets aan de hand lopen.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Voorrang: 
Wat is voorrang? 

Slide 15 - Tekstslide

Noem een aantal dingen
die je weet over voorrang

Slide 16 - Woordweb

Verkeersregels
- Voorrang als je van rechts komt
- Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor 
- Als je uit een onverharde weg of uitrit komt moet je voorrang verlenen 
- De bestuurder met de kleinste bocht heeft voorrang 
- - Je hebt voorrang bij een zebrapad/haaientanden 
- Een tram heeft altijd voorrang als er niks aangegeven staat, behalve bij een zeebrapad

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide