Marktvormen herhaling

Herhaling 
  • bedrijfskolom (huiswerk)
  • marktvormen (huiswerk)



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling 
  • bedrijfskolom (huiswerk)
  • marktvormen (huiswerk)



Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je weer wat het verschil tussen een verkopersmarkt en een kopersmarkt
  • Aan het einde van de les weet je weer welke vijf marktvormen er zijn;
  • Aan het eind van de les weet je weer het verschil tussen monopolistische concurrentie en oligopollie
LESDOELEN

Slide 2 - Tekstslide

De marktvorm

  • Waarom wilt een bedrijf de marktvorm weten?

  • Voor een bedrijf is de marktvorm bepalend voor haar invloed op de prijs

Slide 3 - Tekstslide

Een marktvorm wordt beoordeeld op de volgende kenmerken:
  • Aantal aanbieders – hoeveel producenten maken dit (type) product?
  • Aantal vragers – hoeveel vragers zijn er voor het product?
  • Soort van het product – gaat het om een homogeen of heterogene producten?


Slide 4 - Tekstslide

Homogeen product:
een voorbeeld

Slide 5 - Woordweb

Heterogeen product:
een voorbeeld

Slide 6 - Woordweb

4

Slide 7 - Video

Er zijn in Nederland heel veel bedrijven die pasta (macaroni, spaghetti, lasagne en dergelijke) produceren. Ze proberen allemaal van hun product net iets anders te maken dan dat van hun concurrenten.

Van welke marktvorm is hier sprake?

Slide 8 - Open vraag

Welke marktvorm heeft de markt voor wasmiddelen?

Slide 9 - Open vraag

Welke marktvorm is een vrije markt (veel aanbieders) en gaat over heterogene producten?
A
Monopoly
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 10 - Quizvraag

Supermarkten in Nederland: er zijn slechts enkele grote spelers en een paar hele kleine ketens. Zij verkopen natuurlijk dezelfde producten, maar proberen door spaaracties klanten te binden.
Van welke marktvorm is hier sprake?

Slide 11 - Open vraag

Bij welke marktvorm heeft een aanbieder weinig invloed op de prijs van dezelfde producten?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volledige mededinging

Slide 12 - Quizvraag

Welke marktvorm heeft de markt waarop graanboeren actief zijn?

Slide 13 - Open vraag

05:55
Monopolie...#aanbieders? de aard van het product? Voorbeeld?

Slide 14 - Open vraag

06:07
Volkomen concurrentie...#aanbieders? De aard van het product? Voorbeeld?

Slide 15 - Open vraag

06:19
Monopolistische concurrentie...#aanbieders? de aard van het product? Voorbeeld?

Slide 16 - Open vraag

06:30
Oligopolie...#aanbieders? De aard van het product? Voorbeeold?

Slide 17 - Open vraag

Wie was de keeper op de dia in het begin van de les?
A
Edwin van der Sar
B
Flekken
C
Onana
D
Peter Cech

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen is juist?
Bij monopolistische concurrentie…
A
is er sprake van evenveel aanbieder als vragers.
B
bieden alle producenten in de ogen van de consument kwalitatief verschillende producten aan.
C
hebben producenten geen invloed op de verkoopprijs van hun product.
D
is er geen sprake van concurrentie.

Slide 19 - Quizvraag