2.2 en 2.3 luchtdruk en temp

H2 Het weer
Pak je boeken er bij!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Het weer
Pak je boeken er bij!

Slide 1 - Tekstslide

Deeltjesmodel

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken
1. Moleculen van een stof veranderen niet!
2. Moleculen bewegen altijd (bij een hogere temperatuur steeds sneller!)
3. Moleculen trekken elkaar aan! (bij een lage temperatuur steeds meer)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verdampt in een glas water?

Slide 5 - Tekstslide

Van 2.1: 2 t/m 5, 7

Slide 6 - Tekstslide

Luchtdruk

Slide 7 - Tekstslide

Luchtdruk
Hoe hard drukken de luchtmoleculen op je.

Hoe hoger je bent, hoe minder druk je voelt



Slide 8 - Tekstslide

Luchtdruk meten
Luchtdruk meet je met een barometer.

De luchtdruk meet je in bar of pascal

1 bar = 100 Pa
1 bar = 1000 mbar

Slide 9 - Tekstslide

Luchtdruk 
Hoogdrukgebied = mooi weer
Laagdrukgebied = slecht weer

Gemiddeld schommelt de luchtdruk tussen 940 tot 1060 mbar.

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de druk wanneer je hoog in de bergen bent?
A
Die wordt hoger
B
Die wordt lager
C
Die blijft het zelfde

Slide 11 - Quizvraag

In een barometer zit een metalen doosje waar de lucht grotendeels uit is gepompt.
Wat gebeurt er met het doosje als de luchtdruk daalt?
A
Niets
B
Het doosje wordt boller
C
Het doosje wordt ingedrukt

Slide 12 - Quizvraag

1 bar = 1000 mbar = 100 000 Pa

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je maken?
van 2.2: 3, 4, 5

Slide 14 - Tekstslide

Lege band?

Slide 15 - Tekstslide

Gasdruk
Manometer      

Slide 16 - Tekstslide

Overdruk



Luchtdruk meet je met een barometer.

Gasdruk meet je met een manometer


Absolute druk = luchtdruk + overdruk

Slide 17 - Tekstslide

Wat veroorzaakt de hoge gasdruk in de fietsband?
A
De moleculen botsen met enorme aantallen tegen de wand aan
B
De moleculen botsen steeds meer tegen elkaar aan.
C
De moleculen zitten steeds dichter bij elkaar
D
De moleculen stoten elkaar steeds meer af

Slide 18 - Quizvraag

Waarmee kan je de spanning in je banden meten?
A
barometer
B
thermometer
C
manometer
D
isometer

Slide 19 - Quizvraag

Thomas meet de overdruk van een band. Zijn manometer geeft 2,6 bar aan. De luchtdruk is 1 bar. Wat bar is de echte druk van de band?
A
1,6 bar
B
5,6 bar
C
1 bar
D
3,6 bar

Slide 20 - Quizvraag

De overdruk in een band is 0,6 bar.
De luchtdruk buiten is 1010 mbar.
Hoeveel is de absolute druk in mbar?
A
1070 mbar
B
1016 mbar
C
1610 mbar
D
1010,6 mbar

Slide 21 - Quizvraag

Wat ga je maken:
Van 2.2: 3, 4, 5, 6, 9, 10
Klaar? Lees 2.3

Slide 22 - Tekstslide

§2.3 Temperatuur

Slide 23 - Tekstslide

De vloeistofthermometer

Slide 24 - Tekstslide

De vloeistofthermometer ijken

Slide 25 - Tekstslide

Bimetaal thermometer

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat ga je maken
Van 2.3: 2, 3, 4, 5

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Beredeneer:
1. Wat doen moleculen als het kouder wordt?
2. Kunnen moleculen helemaal stilstaan?

Slide 30 - Tekstslide

Kelvin en absoluut nulpunt

Slide 31 - Tekstslide

Omrekenen Kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 32 - Tekstslide

Wat ga je maken
Van 2.3: 2, 3, 4, 5 afmaken
En: 7, 8, 9

Slide 33 - Tekstslide

En nu zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 16
Blz. 94 t/m 104

Slide 34 - Tekstslide