geldzaken 2

Ik en de maatschappij
Geldzaken deel 2
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ik en de maatschappij
Geldzaken deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kom je aan geld?

Slide 2 - Woordweb

Wat is inkomen?

Slide 3 - Woordweb

ww uitkering als loon
  • geen werk
  • niet kunnen werken
  • 70% van je laatsgenoten loon
  • alleen een uitkering als je er zelf niets aan kun doen

Slide 4 - Tekstslide

geen ww uitkering?
  • als je zelf ontslag hebt genomen
  • ook als je op staande voet bent ontslagen
  • bv bij slaan collega
  • bij diefstal

Slide 5 - Tekstslide

Budgetteren
  • begroting/ budgetplan
  • niet meer uitgeven dan er binnenkomt

Slide 6 - Tekstslide

soorten uitgaven:
  • dagelijkse uitgaven bv eten, drinken
  • vaste lasten bv huur, gas water, licht, verzekeringen( zorg)
  • incidentele uitgaven bv cadeautjes, vakantie, nieuwe telefoon

Slide 7 - Tekstslide

incidentele uitgave

Slide 8 - Woordweb

Budget plan
  • dagelijkse uitgaven
  • vaste uitgaven
  • incidentele uitgaven

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe zorg je voor mee inkomsten?

Slide 11 - Open vraag

Noem 3 dingen waar je op kan bezuinigen

Slide 12 - Open vraag

Wat doe je wanneer je budgetteert?

Slide 13 - Open vraag

Waarvoor is het handig om een bugetplan te maken?

Slide 14 - Open vraag

Aan welke zinloze dingen geef jij graag geld uit?

Slide 15 - Open vraag

Maken 06-01-2021
Opdracht 6,7,8,9,10

Slide 16 - Tekstslide

We gaan nakijken 11-01-2021

Slide 17 - Tekstslide

Na het nakijken
Uitleg over opdracht 12B en zelfstandig aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Vaste woonlasten ( per mnd)
  • huur
  • gas, water, licht
  • verzekeringen ( inboedelverzekering, woonhuisverzekering)
  • gemeentelijke belastingen ( riool, afvalstoffen)

Slide 19 - Tekstslide

energie rekening
  • per maand een bedrag
  • 1x per jaar de meterstanden doorgeven
  • 1x per jaar de eindafrekening

Slide 20 - Tekstslide

gemeente belasting
  • afvalstoffen heffing
  • rioolheffing
  • onroerende zaak belasting bij een eigen huis

Slide 21 - Tekstslide

waterschap belasting
  • zuiveringsheffing
  • watersysteemheffing

Slide 22 - Tekstslide

betalen?
  • 1x per jaar
  • elke maand
  • automatische incasso

Slide 23 - Tekstslide

verzekeringen
  • premie betalen
  • ziektekosten
  • brand
  • inbraak

Slide 24 - Tekstslide

zorgverzekering
  • basisverzekering verplicht vanaf 18 jaar
  • aanvullende verzekering

Slide 25 - Tekstslide

eigen risico
  • niet alles wordt vergoed
  • deel van de kosten betaal je zelf tot € 365,00

Slide 26 - Tekstslide

Wa verzekering
  • wettelijke aansprakelijkheid
  • voor bv auto, scooter etc
  • wanneer je schade veroorzaakt bij een ander

Slide 27 - Tekstslide

vrijwillige verzekering
  • reisverzekering
  • annuleringverzekering
  • inboedel verzekering

Slide 28 - Tekstslide

schulden  ( voorkomen)
  • geld lenen
  • makkelijk via internet bestellen
  • meer uitgeven dan dat er inkomsten zijn

Slide 29 - Tekstslide

schuld
  • niet op tijd betalen
  • incassobureau incl boete
  • deurwaarder
  • beslaglegging

Slide 30 - Tekstslide

schuldsanering
  • plan om alles terug te betalen
  • drie jaar lang nauwelijks inkomen
  • je salaris gaat eerst naar de schulden

Slide 31 - Tekstslide

hoe voorkom je schulden?
  • maak een kasboek
  • maak een budgetplan

Slide 32 - Tekstslide

Wat is een uitkering?
A
geld dat je van je werkgever krijgt
B
geld dat je van de overheid krijgt
C
geld dat je moet betalen aan de overheid

Slide 33 - Quizvraag

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 34 - Quizvraag

Jamies brutoloon is € 945,66.
De loonheffing is € 201,46.
Jamies nettoloon is:

A
€ 744,20
B
€ 945,66
C
€ 1.147,12

Slide 35 - Quizvraag

Sommige dingen moet je elke maand betalen.
De bedragen zijn iedere keer hetzelfde.
Dit zijn:
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 36 - Quizvraag

De reparatie aan je horloge is een:
A
dagelijkse uitgave
B
incidentele last
C
vaste last

Slide 37 - Quizvraag

Een ander woord voor begroting is:

A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering

Slide 38 - Quizvraag

Je energiekosten zijn € 64,70 per maand.
Hoeveel heb je na een jaar betaald?

A
€ 647,00
B
€ 776,40
C
€ 3.364,40

Slide 39 - Quizvraag

De hondenbelasting is een:
A
gemeentebelasting
B
waterschapsbelasting
C
werknemersbelasting

Slide 40 - Quizvraag

Welke verzekering is verplicht?

A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basis zorgverzekering
C
een reisverzekering

Slide 41 - Quizvraag

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 42 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een schuld?
A
Je hebt geld van je spaarrekening gehaald
B
Je staat € 10,- rood bij de bank
C
Je broer geeft je € 10,- voor je verjaardag

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van schulden?
A
alles wordt steeds duurder
B
een kasboekje bijhouden
C
kopen op internet zonder betalingsverplichting

Slide 44 - Quizvraag

Maak een samenvatting van alle blauwe blokken uit hoofdstuk 2

Slide 45 - Tekstslide

Ga verder met Strux

laat elk hoofdstuk nakijken

Slide 46 - Tekstslide