1HV 4.4 Schrijven: samengestelde zinnen

Nederlands
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je nou ...... ???
4.4 Schrijven
1. Alineaopbouw: kernzin + uitleg of voorbeeld
2. informatief artikel schrijven


Slide 2 - Tekstslide

Stiftgedicht.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stiftgedicht
Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door
zélf te schrijven, nee, een
stiftgedicht maak je door
tekst te schrappen!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Maak 'm zelf!

Slide 8 - Tekstslide

Fictielezen

Slide 9 - Tekstslide

1. Wat is een kernzin?
2. Kan een alinea alléén bestaan uit een kernzin?

Slide 10 - Tekstslide

De kernzin bevat de belangrijkste informatie in een alinea. De alinea bestaat uit meerdere zinnen.

  • In de eerste zin staat vaak de belangrijkste informatie, soms in de tweede of laatste zin.
  • Daaromheen een uitleg (= toelichting) of voorbeelden bij de kernzin.

Slide 11 - Tekstslide

Een informatief artikel schrijven
 De schrijver probeert meestal deze vragen me feiten te beantwoorden:

  1. Wat is er gebeurd?
  2. Wie heeft ermee te maken?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Waarom is het gebeurd?

Slide 12 - Tekstslide

Tekstopbouw artikel
Titel: Zegt kort waar het artikel over gaat.
Naam schrijver: Staat vaak onder de titel.

Driedeling:
1. Inleiding: Onderwerp en 'binnenkomer' (aanleiding, anekdote, vraag)
2. Kern: Deelonderwerpen over het onderwerp, alles wat je wilt vertellen
3. Slot: Conclusie, samenvatting en/of advies

Slide 13 - Tekstslide


Tangsudo? Nooit van gehoord!

Bedenk 
1. titel en inleiding
2. kern
3. slot + titel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hamerslingeren

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Tijdschriftartikel voor de mediatheek

Weet je al veel van bijvoorbeeld een boek, game, app of film?
Laat zien dat jij een expert bent en maak de lezer nieuwsgierig.
Schrijf daarover een informatief artikel.
(bladzijde 37)

Slide 18 - Tekstslide

Wat?
§4.4 Schrijven en formuleren: 13 - 16
Hoe?
Leerwerkboek + schrift
Hulp?
Boek --> klasgenoot --> Straver
Resultaat?
tijdsschriftartikel met kernzinnen, driedeling, titel en tussenkopjes
Leer-doel?
Samengestelde zinnen, voegwoorden, artikel
Klaar?
12, Taak, lezen

Slide 19 - Tekstslide




Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?

Slide 20 - Tekstslide

Wat weet je nu?
1. Alineaopbouw: kernzin + uitleg of voorbeeld
2. Voegwoorden
3. Woordvolgorde in samengestelde zinnen
4. informatief artikel schrijven
stifgedicht

Slide 21 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Toets bespreken!

Slide 27 - Tekstslide

Beoordeel het sportartikel van je klasgenoot


  1. Lees het informatieve artikel.
  2. Schrijf een alinea waarin je het artikel beoordeelt. 
        Doe dat zo: Schrijf de kernzin en vul deze aan met een toelichting van                ongeveer drie zinnen.
    3. Lees en bespreek elkaars beoordeling.

Slide 28 - Tekstslide

Creatief schrijven
Wat is het laatste woord dat je net in je boek gelezen hebt?
Zet deze in het midden van een blaadje en schrijf 1 minuut alle gedachten en associaties die je met dat woord hebt op. 

Slide 29 - Tekstslide

Expertgroepen
Paragraaf 4.3 Lezen, de leestaak: 
Elk groepje bespreekt in 2 minuten de beste antwoorden van één vraag. Klaar? Vouw het bootje!

1= 14bc, 2 = 15b, 3 = 16a, 4 = 17a, 5 = 18a, 6 = 19a, 7 = 20a

Daarna presenteren de expertgroepen de antwoorden.





Slide 30 - Tekstslide

Wat zijn voegwoorden?

Slide 31 - Tekstslide

Voegwoorden:

Slide 32 - Tekstslide

Zinnen bouwen: enkelvoudig of samengesteld?


Een tekst met afwisselende korte en lange zinnen leest prettig.
Enkelvoudige zinnen plak je aan elkaar met voegwoorden tot samengestelde zinnen. Daardoor verandert soms de volgorde van de woorden in de zinnen.

Slide 33 - Tekstslide

De enkelvoudige zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie. 
Hij houdt niet van science fiction.

 één persoonsvorm
 pv en o staan naast elkaar

Slide 34 - Tekstslide

De samengestelde zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie, omdat hij niet van science fiction houdt.

--> meerdere pv's
--> voegwoord (doet vaak iets met de zinsvolgorde!)
--> pv en o soms los van elkaar

Slide 35 - Tekstslide