les 51 - Formuleren, Grammatica, Spelling periode 4

les 51 - Formuleren, Grammatica, Spelling periode 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

les 51 - Formuleren, Grammatica, Spelling periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Welkom - 2 havo

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Formuleren 6
Variëren in zinslengte


Doel: Tekst aantrekkelijker maken

Slide 4 - Tekstslide

Zinslengte
Te veel lange of korte zinnen achter elkaar maken een tekst saai.

Lange zinnen zijn vaak samengestelde zinnen.
Meer persoonsvormen. (Er worden snel foutjes gemaakt.)
Korte zinnen zijn vaak enkelvoudige zinnen.
Passen bij actie/zorgen voor tempo.

Slide 5 - Tekstslide

Formuleren 7
Ik kan door het gebruik verwijs- en signaalwoorden tussen zinnen aanbrengen.

blz 246-247

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Spelling 6
Je leert bepalen welke woorden je los of aan elkaar moet schrijven.

blz 258

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
samenstellingen van twee of meer woorden: tuinstoel, verrekijker, halsslagader;


woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel: hiervoor, ertussendoor, daaronder;
getallen met honderd en duizend: zevenhonderd, dertienduizend;

veel samengestelde werkwoorden: opbellen, tegenkomen, koffiedrinken, meewerken, pianospelen;
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: afleidend, dichtbegroeid, roodgloeiend.



Slide 10 - Tekstslide

Spelling 14
blz 267

Doel: Je leert verschillende, maar gelijk klinkende, werkwoordsvormen juist schrijven.
homofoon: dezelfde klank maar andere betekenis
gebeurd/gebeurt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar moet je naar kijken?
- Tegenwoordige tijd / Verleden tijd
- Enkelvoud / Meervoud
- persoonsvorm / bijvoeglijknaamwoord / voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Grammatica 13
Bijvoeglijke bijzin

blz 230

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
Herken je aan:
- begint vaak met die/dat
- zegt iets over een zelfstandig naamwoord
- staat direct achter de kern
- heeft een pv
- kun je meestal helemaal weglaten

Slide 16 - Tekstslide

Het Musical Awards Gala, dat werd uitgezonden op NPO 1, werd gepresenteerd door Frits Sissing.

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica
14) Betrekkelijk voornaamwoord

blz 232

Slide 18 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
die, dat, wie, wat

- die --> de
- dat --> het
- wat --> overtreffende trap, na alles, hele zin/deel van een zin
- wie --> door wie, voor wie (persoon)
antecendent: woord dat eerder genoemd is

Slide 19 - Tekstslide