1.2 Op ontdekkingsreis

1.2 Op ontdekkingsreis
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 Op ontdekkingsreis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Waarom zochten de Europeanen nieuwe handelsroutes over zee?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over de ontdekkingsreizen en de zoektocht naar specerijen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Peperdure handel
  1. -De specerijenhandel was een belangrijk onderdeel van de ontdekkingsreizen. 
  2. -Specerijen waren kostbaar omdat ze een belangrijke rol speelden in het conserveren van voedsel en het verbeteren van de smaak. 
  3. -Daarnaast waren ze een statussymbool

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2: Karavanen uit het oosten
  1. -Karavanen uit het oosten speelden een grote rol in de handel van specerijen. Ze brachten specerijen vanuit Azië naar Europa via de zijderoute.
  2. -Tussenhandelaren verkopen de specerijen aan elkaar door. Hierdoor gaat de prijs omhoog
  3. -Europeanen hadden geen directe handel met Oost-Azië, hierdoor profiteren zij er zelf niet van 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat brachten de karavanen uit het oosten naar Europa?
A
Edelstenen
B
Kleding
C
Wapens
D
Specerijen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les:

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom waren specerijen een statussymbool?
A
Ze werden alleen door koningen en koninginnen gebruikt.
B
Ze waren een teken van rijkdom en macht.
C
Ze waren kostbaar en niet voor iedereen toegankelijk.
D
Ze waren zeldzaam en moeilijk te vinden.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol speelden specerijen in voedsel?
A
Ze zorgden voor een lange houdbaarheid van voedsel.
B
Ze gaven voedsel een betere smaak.
C
Ze hielpen voedsel te conserveren.
D
Ze zorgden voor voeding voor de bevolking.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie profiteert niet van de handel met Oost-Azië?
A
Karavanen
B
Tussenhandelaren
C
Europeanen
D
Aziaten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hadden Europeanen directe handel met Oost-Azië?
A
Alleen met speciale vergunning
B
Nee
C
Ja
D
Soms

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de prijs van specerijen door tussenhandelaren?
A
De prijs blijft gelijk
B
De prijs daalt
C
De prijs gaat omhoog
D
De prijs wordt verdubbeld

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereikten de karavanen uit het oosten Europa?
A
Te voet
B
Via de zijderoute
C
Met vliegtuigen
D
Over zee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3: Marco Polo
  1. -Marco Polo was een Italiaanse ontdekkingsreiziger die in de 13e eeuw naar Azië reisde. 
  2. -Hij schreef een boek over zijn avonturen, waardoor Europa meer te weten kwam over Azië.
  3. -In zijn tijd geloofde veel mensen zijn verhalen niet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welk land kwam Marco Polo?
A
Nederland
B
Italië
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de reactie van veel mensen op de verhalen van Marco Polo?
A
Hadden geen mening over zijn verhalen
B
Geloofden zijn verhalen wel
C
Geloofden zijn verhalen niet
D
Waren enthousiast over zijn verhalen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naar welk continent reisde Marco Polo?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer reisde Marco Polo naar Azië?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
15e eeuw
D
12e eeuw

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rond de middellandse zee
  1. -Het Osmaanse rijk was een machtig rijk dat ontstond in de 14e eeuw. 
  2. -Het had grote invloed op de handel in specerijen, omdat het de controle had over belangrijke handelsroutes.
  3. -Door oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen willen Europeanen nu eigen routes zoeken voor de handel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ontstond het Osmaanse rijk?
A
12e eeuw
B
16e eeuw
C
18e eeuw
D
14e eeuw

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom willen Europeanen eigen handelsroutes zoeken?
A
Oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen
B
Minder interesse in specerijen
C
Vrede tussen Europa en het Osmaanse rijk
D
Vermindering van de handel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke invloed had het Osmaanse rijk op de handel?
A
Afname van de handel
B
Controle over belangrijke handelsroutes
C
Bevordering van de handel
D
Geen invloed op de handel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op zoek naar Indië 
-Europese landen waren op zoek naar een nieuwe route naar Indië om de specerijenhandel te stimuleren. 

-Nieuwe technologieën: De kraak (schip), astrolabium en kompas maken lange zeereizen mogelijk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hielp zeelieden om de juiste richting te bepalen tijdens lange zeereizen?
A
Kompas
B
Klok
C
Kaart
D
Kano

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een instrument dat werd gebruikt om de positie op zee te bepalen?
A
Gitaar
B
Gloeilamp
C
Astrolabium
D
Microscoop

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe technologieën maakten lange zeereizen mogelijk?
A
De stoommachine, telescoop en telegraaf
B
De kraak (schip), astrolabium en kompas
C
De stoomboot, radar en telefoon
D
Het vliegtuig, GPS en internet

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
1.2:
Opdracht: 18/23/29/30

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 32 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 33 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.