15 December 2022

If-zinnen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

If-zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
 In deze les behandelen we hoe je if-zinnen in verschillende situaties op een correcte manier opschrijft.

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig vandaag?
Het boek, pagina 239 (hier staat een uitleg over de if-zinnen).
Je laptop.
Een pen of potlood.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een if-zin?
Wanneer gebruik je een if-zin?

Zijn er verschillende soorten if-zinnen?

Bestaat een if-zin uit twee delen?




Slide 4 - Tekstslide

If-zinnen
If = als/indien
Als er iets gebeurd, dan kan dat gevolgen hebben.
Voorwaarde -> gevolg
Als/indien je te laat bent, moeten we zonder je beginnen.
If you are late, we will have to start without you.

Slide 5 - Tekstslide

If-zinnen
Een if-sentence bestaat uit een hoofdzin- en een bijzin. In de bijzin staat de voorwaarde beschreven en in de hoofdzin staat het gevolg beschreven. 
De volgorde maakt niet uit: je kunt de bijzin (de voorwaarde) vooraan zetten, maar ook de hoofdzin (het gevolg). 
Let op: Als je de hoofdzin (het gevolg) vooraan zet, dan gebruik je geen komma in de zin.

Slide 6 - Tekstslide

If-zinnen
Er zijn drie soorten if-zinnen, afhankelijk van hoe groot de kans op gevolgen is.

Slide 7 - Tekstslide

If-zinnen
If-zin: type 1
('de echte') Als iets (wel of niet) gebeurt dan heeft dat echt gevolgen.
If gebruik je hier om een voorwaarde aan te geven.

Examples:
If people smoke cigarettes, their health suffers.
If you don't listen to your boss, you will be in trouble.

Slide 8 - Tekstslide

Type 1 - ('de echte') Als iets (wel of niet) gebeurt dan heeft dat echt gevolgen.
Formulevorm:
  • If + tegenwoordige tijd -> toekomstige tijd.
If you are nice to her, she will be nice to you.

  • Toekomstige tijd -> if + tegenwoordige tijd.
She will be nice to you if you are nice to her.

Slide 9 - Tekstslide

Which is a type 1 if-sentence?
A
If he is late, we will have to start without him.
B
If I had known about it, I could have warned you.

Slide 10 - Quizvraag

If-zinnen
If-zin: type 2
 ('de onechte') Als iets (wel of niet) zou gebeuren dan heeft dat denkbeeldige gevolgen; maar het gebeurt niet echt.

Examples:
If I worked with her all day, I would go crazy. 
If I had enough money, I would go to Japan.

Slide 11 - Tekstslide

Type 2 -  ('de onechte') Als iets (wel of niet) zou gebeuren dan heeft dat denkbeeldige gevolgen; maar het gebeurt niet echt.
Formulevorm:

  • If + verleden tijd -> Would + werkwoord.
If he had enough money, he would buy a new bicycle.

  • Would + werkwoord -> if + verleden tijd.
He would buy a new bicycle if he had enough money.

Slide 12 - Tekstslide

Which is a type 2 if-sentence?
A
If you don't hurry, you will miss the bus.
B
If I were you, I would get a new job.

Slide 13 - Quizvraag

If-zinnen
If-zin: type 3
('de onmogelijke') Als iets (wel of niet) gebeurd was, dan had dat gevolgen kunnen hebben; maar het kan niet meer gebeuren, want je praat achteraf.

If gebruik je hier om te zeggen wat 'toen' had kunnen gebeuren.
Examples:
If I had known about it, I could have warned you.
 If you had warned me, I would not have quit my job.

Slide 14 - Tekstslide

Type 3 -  ('de onmogelijke') Als iets (wel of niet) gebeurd was, dan had dat gevolgen kunnen hebben; maar het kan niet meer gebeuren, want je praat achteraf.
Formulevorm:
If + voltooid verleden tijd -> would have + voltooid deelwoord.
If you had studied, you would have known.

 Would/could have + voltooid deelwoord -> if + voltooid verleden tijd. You would have known if you had studied.




Slide 15 - Tekstslide

Which is a type 3 if-sentence?
A
If I were a plant, I would love the rain.
B
If you had worked harder, you would have been promoted.

Slide 16 - Quizvraag

Type 1, 2 and 3
  •  My mother would miss us if we lived in Norway.

  •  If it rains tomorrow, I will stay at home. 

  •  I would have succeeded if I had tried.

Slide 17 - Tekstslide

Exercise 1
- Make it individually on your worksheet.
- Discuss the answers in class afterwards.

Done? http://www.talenwijzer.com/conditionals-oefenen.html
Type 1: oefening 4
Type 2: oefening 7
Type 3: oefening 2

Slide 18 - Tekstslide

1. If I worked with her all day, I would go crazy.  
            
2. If I had known about it, I could have warned you.

3. If you don’t listen, you will be in trouble.

4. If you are nice, you can come along.

5. If I had heard the news at work, I would have cried then and there.

6. He will love it if he gets a present.
7. I would travel the world if I had the time.
  1. Type 2 
  2. Type 3
  3. Type 1
  4. Type 1
  5. Type 3
  6. Type 1
  7. Type 2

Type 1. If + tegenwoordige tijd -> toekomstige tijd.




Type 2. If + verleden tijd -> Would + werkwoord.
Type 3. If + voltooid verleden tijd -> 
would have + voltooid deelwoord.

Slide 19 - Tekstslide

Fill in the gap
Type 1. If I ......... (to study), I......... (to pass) the exams.

Type 2. We'd be on the beach if we ________ in Mexico!
A. Were     B. Would be     C. Are     D. Will be

Type 3. If I ......... (take) Spanish, I ......... (get) the job. 

Slide 20 - Tekstslide

Practise
 http://www.talenwijzer.com/conditionals-oefenen.html
Type 1: oefening 4
Type 2: oefening 7
Type 3: oefening 2

Done? Make exercise 2 on your worksheet.

Slide 21 - Tekstslide

Translate the sentence
Type 1: Als de kat valt, staat ze weer op.

Type 2: Als ik de loterij won, zou ik blij zijn.

Type 3: Als hij op vakantie was geweest, was hij naar Cuba gegaan.

Slide 22 - Tekstslide

Exercise 2
- Make it individually on your worksheet.
- Discuss the answers in class afterwards.

Done? Make your own if-sentences using the three different types. (at least three)
Done? Engels Verkort Online -> B1–> If-zinnen
Engels Verkort Online -> B1 -> Woorden oefenen -> Reeks 4

Slide 23 - Tekstslide

Type 1 answers
a. Als je niet genoeg drinkt, krijg je dorst.
b. Als hij eerder vertrekt, word hij ontslagen.

  • If you do not drink enough, you will be thirsty.
  • If he leaves early, he will be fired.

Slide 24 - Tekstslide

Type 2 answers
a. Als ik haar collega was, zou ik ontslag nemen.
b. Als wij planten zouden zijn, zouden we van regen houden.

  • If I was her colleague, I would resign.
  • If we were plants, we would love rain.

Slide 25 - Tekstslide

Type 3 answers
a. Als ik hier was geweest, had ik het tegengehouden.
b. Als zij alleen was gelaten, had ik haar opgehaald.

  • If I had been here, I would have picked her up.
  • If she had been left alone, I would have picked her up.

Slide 26 - Tekstslide

Make your own if-sentences using the three different types. (at least three)
Tip: Write your sentence in Dutch first if you find it difficult to come up with an English sentence.
Example: 
NL: Als ik thuis ben, ga ik naar bed.
En: If I am home, I will go to bed.
Done? Engels Verkort Online -> B1–> If-zinnen
Engels Verkort Online -> B1 -> Woorden oefenen -> Reeks 4

Slide 27 - Tekstslide

What was your best if-sentence?

Slide 28 - Open vraag

Let's test your knowledge
If-sentences

Slide 29 - Tekstslide

If it rains ............. (not / to play) outside.
A
Would not play
B
Would not played
C
Will not play
D
Do not play

Slide 30 - Quizvraag

They would not have caught him if they .............. ( not / to be) lucky.
A
Aren't
B
Weren't
C
Didn't be
D
Hadn't been

Slide 31 - Quizvraag

If you ......... (to buy) me a drink, I will be happy.
A
Buy
B
Bought
C
Will buy
D
Would buy

Slide 32 - Quizvraag

We would skydive if we ........... (to have) the chance.
A
Have
B
Will have
C
Had
D
Had had

Slide 33 - Quizvraag

If you ............. (to drive) me home, I will make some coffee.
A
Driving
B
Drive
C
Drove
D
Had driven

Slide 34 - Quizvraag

Homework
Engels Verkort Online -> B1–> If-zinnen

Engels Verkort Online -> B1 -> Woorden oefenen -> Reeks 4

Slide 35 - Tekstslide