basisstof 1 Organismen

  Goedemorgen klas 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

  Goedemorgen klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Regels
1 Bij binnenkomst ga je op je plaats zitten en neem je je spullen voor.
2 Wanneer ik aan het woord ben (of een klasgenoot), praat je er niet doorheen.
3 Wanneer je iets wilt zeggen/vragen steek je je hand op.
5 Bij niet-schoolgerelateerd telefoongebruik wordt deze ingenomen.
4 Er wordt niet gegeten/gedronken in het lokaal.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Biologie in klas 3
Uitleg basisstof 1 (maak aantekeningen, leg je schrift alvast klaar)
Maken opdrachten basisstof 1
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Biologie in klas 3
- Herhaling en verdieping lesstof van klas 1 en 2
- Examenstof! (voor volgend jaar)
- Meer lesstof
- Toetsen kunnen over meerdere hoofdstukken gaan
- Naast toetsen zijn er ook PO's (praktische opdrachten)
- Aantekeningen maken! Dus schrift of blok mee

Slide 4 - Tekstslide

Thema 1 Organen en cellen
1 Organismen
2 De bouw van een organisme
3 Werken met een microscoop
4 Cellen
5 Chromosomen
6 Gewone celdeling
7 Biologisch onderzoek
 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 1
- Je kunt 9 levenskenmerken van organismen noemen. 
- Je kunt het verschil beschrijven tussen een levensloop en een levenscyclus.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn levenskenmerken?
A
hoe groot en zwaar een organisme is
B
kenmerken van een levend organisme
C
de ontwikkeling van een organisme
D
kenmerken van een dood organisme

Slide 7 - Quizvraag

Aantekeningen maken
Schrijf bovenaan Thema 1
Daaronder Basisstof 1 Organismen
Noteer vervolgens alleen belangrijke info

Slide 8 - Tekstslide

Stofwisseling
Ademhalen, voeden en uitscheiden horen hierbij.

Bij stofwisseling worden stofjes gewisseld en veranderd: bv Zuurstof en Koolstofdioxide.

Slide 9 - Tekstslide

Ademhalen
Nodig voor verbranding. Zuurstof verkrijgen en koolstofdioxide kwijtraken.

Slide 10 - Tekstslide

Voeden
Innemen van voedingsmiddelen.

Zowel eten als drinken.

Slide 11 - Tekstslide

Uitscheiden
Uitstoten van afvalstoffen.
Poepen, plassen en zweten.

Slide 12 - Tekstslide

Groeien
Het groter of zwaarder worden van een organisme.

Slide 13 - Tekstslide

Ontwikkelen
Verandering in de bouw van een organisme. Bijvoorbeeld het krijgen van de baard in de keel of het krijgen van bloemen.

Slide 14 - Tekstslide

Waarnemen
Reageren op prikkels. Deze vang je op met je zintuigen en met je hersenen neem je deze prikkels waar.

Slide 15 - Tekstslide

Bewegen
Je hersenen sturen je spieren aan om te bewegen. Dit komt voort uit prikkels.

Slide 16 - Tekstslide

Voortplanten
Het maken van nakomelingen.


Slide 17 - Tekstslide

Levensloop
Het leven van een individueel organisme (individu). Van geboorte tot dood.

Slide 18 - Tekstslide

Levenscyclus
Van geboren worden tot kinderen krijgen. Door nakomelingen blijft de soort voortbestaan.



Slide 19 - Tekstslide

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
poepen
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is niet een specifiek levenskenmerk
A
Voeden
B
Bewegen
C
Drinken
D
Ademen

Slide 21 - Quizvraag

Welke levenskenmerk hoort NIET bij stofwisseling ?
A
voortplanten
B
voeden
C
uitscheiden
D
ademhalen

Slide 22 - Quizvraag


Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 
Bij welke levenskenmerk hoort:

De zeeleeuwen krijgen vissen als middagmaal.
A
Voeden
B
Ademen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 23 - Quizvraag


Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 
Bij welke levenskenmerk hoort:

De gazelle ziet de leeuw en rent weg.
A
Voeden
B
Ademen
C
Groeien
D
Bewegen

Slide 24 - Quizvraag


Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 
Bij welke levenskenmerk hoort:

Een tijgerin baart 3 jongen.
A
Voeden
B
Uitscheiden
C
Reageren
D
Voortplanten

Slide 25 - Quizvraag

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 26 - Sleepvraag

Samenvatting
  • Een organisme is een levend wezen.
  • Dit noem je ook wel een individu.

  • Levende organismen vertonen levensverschijnselen, namelijk:
Waarnemen, Bewegen, Voortplanten, Groeien, Ontwikkelen, Ademen, Voeden, Uitscheiden.

  • Bij stofwisseling worden stoffen omgezet in anderen. Nodig voor energie en groei. Hierbij behoren Voeden, Ademen en Uitscheiden.

  • Elk organisme heeft een levenscyclus. Van geboorte tot de volgende generatie.

Slide 27 - Tekstslide

Verwerking van de lesstof
Maken opdrachten van basisstof 1

Zachtjes overleggen mag.

Af? Start met het huiswerk voor de volgende les (opdr. 4 + 5 van basisstof 2).
Klaar? Je mag iets voor jezelf doen.




Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk morgen
De opdrachten 1 t/m 5 moeten af zijn voor de les :)

Neem een schrift of schrijfblok mee! En je boeken natuurlijk. 
Huiswerk komt altijd in Magister te staan.





Slide 29 - Tekstslide